In de eurozone zal de HCOB Flash Eurozone PMI (purchasing managers’ index, ofwel inkoopmanager index), die donderdag 21 maart wordt gepubliceerd door S&P Global, een nieuw geactualiseerd beeld geven van de gezondheid van de economie, nadat de Europese Centrale Bank tijdens haar vergadering in maart de vooruitzichten voor de bbp-groei in 2024 naar beneden had bijgesteld. Volgens FactSet is de consensusraming voor de samengestelde index van maart 49,7, nog steeds iets onder de lijn van 50 die expansie van krimp scheidt. De PMI-index voor de verwerkende industrie zal naar verwachting uitkomen op 47, terwijl de PMI voor de dienstensector naar verwachting 50,5 zal laten zien.
In februari steeg de voor seizoeninvloeden gecorrigeerde HCOB Eurozone Composite PMI Output Index, een gewogen gemiddelde van de HCOB Manufacturing PMI Output Index en de HCOB Services PMI Business Activity Index, van 47,9 in januari naar 49,2; de hoogste stand in acht maanden. Hoewel de index onder de 50 bleef en dus licht kromp, vertoonde de economie in de eurozone tekenen van stabilisatie.
"Hoewel het productievolume voor de negende maand op rij daalde, was de krimp marginaal en de traagste sinds medio vorig jaar. Met name dienstverleners noteerden een fractionele verbetering van de bedrijfsactiviteit, die teniet werd gedaan door een verdere daling van de fabrieksproductie", aldus S&P.
Wat betekenen PMI-gegevens voor beleggers?
De PMI-enquête biedt belangrijke inzichten voor toekomstige rentebeslissingen van de ECB. Volgens Cyrus de la Rubia, hoofdeconoom bij Hamburg Commercial Bank, zijn er twee belangrijke inzichten. Ten eerste: de afzetprijzen in de dienstensector blijven in versneld tempo stijgen, voornamelijk onder invloed van de stijgende lonen.
Ten tweede: het onverwacht sterke prijszettingsvermogen van dienstverleners in een traag economisch klimaat en een voorspelling van een groei van minder dan 1% voor 2024 doet de wenkbrauwen fronsen. Dit vergroot de bezorgdheid over het mogelijke ontstaan van een loon-prijsspiraal en stagflatie, vooral in het licht van aanhoudende structurele arbeidstekorten die de productiviteit bedreigen. "Voorstanders van late renteverlagingen zouden wel eens versterking kunnen vinden in de PMI-bevindingen", voegt De la Rubia toe.
Tekenen van verbetering
"Zowel in de eurozone als in het Verenigd Koninkrijk is het patroon vergelijkbaar: de dienstenindicatoren vertonen tekenen van verbetering, zij het op een laag pitje; terwijl de verwerkende industrie het in beide regio's moeilijk heeft", zegt Michael Field, Europees aandelenstrateeg bij Morningstar.
"De dienstensector is weer op de goede weg, nadat deze halverwege vorig jaar negatief werd. Dit geldt met name voor het Verenigd Koninkrijk, waar de cijfers van vorige maand wezen op een robuuste activiteit. De productie in beide regio's werd ernstig gehinderd door inflatie, een zwakke consumentenvraag en hoge energieprijzen. Hoewel de inflatie het afgelopen jaar sterk is gedaald, duurt het lang voor de consumentenvraag en de energieprijzen corrigeren," besluit Field.