Momenteel zijn er problemen met onze Portfolio Manager tool. We werken er hard aan om die zo snel mogelijk weer online te krijgen. Dank voor uw geduld.

Beleggen in high yield? Nee, bedankt

High yield obligaties hebben een grote aantrekkingskracht op beleggers, maar er zijn 3 redenen om voorzichtig te zijn.

Fernando Luque 15 april, 2024 | 10:51
Facebook Twitter LinkedIn

High yield obligaties hebben een grote aantrekkingskracht op beleggers: ze betalen veel hogere couponrentes dan staatsobligaties van hoge kwaliteit. Op papier is het beter om te beleggen in een obligatie met een rendement van 8% dan in een obligatie met een rendement van 3%. Maar die hoge coupon heeft natuurlijk een belangrijk nadeel.

De bedrijven die deze coupons betalen, zijn bedrijven met ratings lager dan investment grade die koste wat het kost financiering nodig hebben en zeer aantrekkelijke rentes moeten betalen om geld van beleggers aan te trekken. Het risico voor de belegger is uiteraard hoger dan wanneer hij of zij zou beleggen in een Amerikaanse schatkistobligatie of een Duitse staatsobligatie.

De Amerikaanse High Yield index betaalt momenteel bijvoorbeeld een coupon van 7,6% (zie bijgevoegde grafiek). Dit kan hoog lijken in vergelijking met de coupons van de afgelopen jaren of laag in vergelijking met de coupons met dubbele cijfers die we hadden in het begin van de jaren 2000. In ieder geval kunnen we zeggen dat de huidige coupon van de Amerikaanse high yield in lijn is met het historische gemiddelde.

 

Eerste argument tegen high yield: de spread

Maar de fout is om alleen te kijken naar de high yield coupon zonder deze te vergelijken met de coupon van de staatsobligaties van de hoogste kwaliteit. Het is niet hetzelfde om 7% of 8% te bieden wanneer staatsobligaties 2% of wanneer ze 4% bieden. Wat belangrijk is, is het verschil (of de spread) dat high yield biedt. En als we kijken naar de historische grafiek van die spread, dan zien we dat die zich praktisch op een historisch dieptepunt bevindt.

En dat is het eerste argument waarom ik niet van high yield hou op de huidige niveaus.

 

Hoogrentende obligatiefondsen zijn vastrentende fondsen die een beetje bijzonder zijn, maar uiteindelijk zijn het gewoon een soort obligatiefondsen. En er is een principe dat voor alle vastrentende fondsen geldt: ze winnen wanneer de rente daalt en verliezen wanneer de rente stijgt.

In 2022 bijvoorbeeld, een periode die iedereen zich nog herinnert als een periode waarin de rente omhoog ging (om de stijgende inflatie te beteugelen), deden high yield obligaties het erg slecht. De high yield obligatie-index van de eurozone verloor 10,8%.

 

 

Ik weet zeker dat u gaat zeggen dat de huidige situatie ver verwijderd is van wat we in 2022 meemaakten en dat we waarschijnlijk renteverlagingen zullen zien in de eurozone. Dat is waar. Als de rente daalt, zullen high yield obligaties u dankbaar zijn.

Maar er is één element dat we al hebben besproken en waar we rekening mee moeten houden: de rendementsspread. De grafiek hieronder toont het jaarlijkse rendement (in dollars) sinds 2000 van de Morningstar US High Yield TR-index. Wat zien we? Dat de zeer positieve jaren voor high yield (de jaren 2003, 2009 of 2016, gemarkeerd met een groene balk) samenvallen met een stijging van de yield spread. Met andere woorden, hoe hoger de high yield, hoe groter de kans op een goed rendement. En zoals we hierboven hebben opgemerkt, bevinden we ons nu op zeer lage niveaus in die rendementsspread. 

 

 

Tweede argument tegen: de economische cyclus

Er is een tweede argument tegen high yield op dit moment: de economische omgeving. Het is belangrijk om te weten dat de prestaties van high yield sterk afhankelijk zijn van de economische cyclus. Over het algemeen presteren high yield fondsen goed wanneer de economie in een goed tempo groeit. Dit is normaal omdat in deze omgeving het wanbetalingspercentage meestal laag is. 2009 bijvoorbeeld, hierboven genoemd als een zeer positief jaar voor high yield, was een jaar van sterk economisch herstel na de grote financiële crisis van 2008. Omgekeerd hebben high yield fondsen in perioden van economische recessie (zoals 2008 of 2020) de neiging om het behoorlijk zwaar te krijgen.

Op dit moment bevinden we ons in geen van beide situaties. De economie is noch in recessie noch in sterke expansie, maar er moet worden opgemerkt dat, hoewel de wanbetalingspercentages laag zijn in vergelijking met historische gemiddelden, na de renteverhogingen de kosten voor herfinanciering van bedrijfsschulden aanzienlijk hoger zijn dan in de afgelopen jaren en dat er bovendien een groot volume aan kortlopende obligaties op vervaldag komt (vooral in 2025).

 

Derde argument: een lage beta

De derde reden waarom ik niet van high yield hou, is dat het eigenlijk een lage bèta is. Daarmee bedoel ik dat, hoewel high yield fondsen technisch gezien vastrentende fondsen zijn, ze een sterke correlatie hebben met aandelen. Hoewel de volatiliteit (3-jaars, berekend op basis van maandelijkse gegevens) van high yield (rode lijn in de bijgevoegde grafiek) momenteel heel dicht bij de volatiliteit van gediversifieerde obligaties (groene lijn) ligt, is deze historisch gezien meer in lijn met die van aandelen (blauwe lijn). 

 

 

Aan de andere kant is het relatief eenvoudig om een high yield index te repliceren door bijvoorbeeld 60% zeer kortlopende vastrentende waarden en 40% aandelen te mixen. De grafiek hieronder laat een min of meer vergelijkbare ontwikkeling zien over de afgelopen 5 jaar tussen deze synthetische high yield index en de high yield index van de eurozone.

Daarom denk ik dat voor veel beleggers, vooral particuliere beleggers, een high yield fonds niet veel toevoegt aan een gediversifieerde portefeuille met aandelen en traditionele obligaties.

 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Fernando Luque

Fernando Luque  es el Senior Financial Editor de www.morningstar.es

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten