Aandelenbeleggers die op zoek zijn naar een hoog dividendrendement (het uit te keren dividend als percentage van de actuele aandelenkoers) op hun aandelenportfeuille, kijken vaak verlekkerd naar dividendrendementen die tegen de dubbele cijfers aan lopen of zelfs zich in de dubbele cijfers bewegen. Maar aan dividendbeleggen kleven enkele gevaren waar aandelenbeleggers zich goed bewust van moeten zijn. Een zeer hoog dividendrendement lijkt aantrekkelijk, maar daar zit een grens aan.
Het dividendrendement bestaat uit de variabelen dividend en de aandelenkoers. Een hoog dividendrendement komt voort uit ofwel een hoog dividend ofwel een lage koers. Dat eerste is positief, maar dat laatste niet. Als de resultaten van een bedrijf mager zijn en daarmee de koers drukken, steekt het dividend gunstig af, terwijl de onderliggende financiele gezondheid van het bedrijf mogelijk helemaal niet zo goed is. De kans is dan groot dat een bedrijf vroeg of laat noodgedwongen zijn dividend verlaagt of zelfs helemaal schrapt, omdat de bedrijfswinst onvoldoende is om het dividend mee te kunnen betalen.
De geschiedenis leert dat dividenden doorgaans vrij betrouwbaar zijn wanneer het dividendrendement lager is dan 6%. Voor aandelen die een hoger dividendrendement bieden, draait het in veel gevallen op een teleurstelling uit. Het hoge dividend wordt niet of slechts gedeeltelijk uitbetaald.
Voorbeelden zijn er legio: bankaandelen gedurende de financiële crisis, telecomaandelen in 2012 en mijnbouwers en oliebedrijven in 2016, en opnieuw bankaandelen vanwege de coronacrisis in 2020, toen gedwongen door hun toezichthouders. Destijds werd een hele reeks sectoren geraakt. Voor bouwer Heijmans (HEIJM) was die crisis helemaal navrant, want die wilde na 5 dividendloze jaren waarin het zijn financiele gezondheid flink had opgepoetst, weer gaan uitkeren, maar besloot daar toch maar vanaf te zien.
Ook bijvoorbeeld uitzender Randstad (RAND) besloot toen om zijn dividend in 2020 in kas te houden, omdat het zeer gevoelig is voor schommelingen in de economische cyclus. Maar later is Randstad zijn aandeelhouders juist extra gaan belonen; ondanks een omzetdaling van 6% en een operationele winstval van 20% in 2023 door aarzelende klanten vanwege de matige economische groei, krijgen beleggers in 2024 naast het gewone dividend van €2,28 nog een speciaal dividend van €1,27 per aandeel uitgekeerd in oktober, dankzij een vrije kasstroom die op een hoog niveau bleef.
Maar vooral problemen in eigen huis zijn voor dividendbeleggers funest. De Belgische supermarktketen Colruyt (COLR) kampte de afgelopen jaren met hoge kosten en een dalende winst, waardoor het besloot om zijn dividend in 2022 met 25% te verlagen van €1,10 naar 1,47 en in vervolgens 2023 nog een verlaging door te voeren, toen met 27%.
Telecomreus Vodafone (VOD) verlaagde na een desastreus boekjaar 2018/2019 met een fikse omzetdaling en een verlies van €4,1 miljard zijn dividend met 40%, ook omdat het toen bezig was om activiteiten van Liberty Media in Duitsland, Roemenie en Hongarije over te nemen. Daardoor kieperde het dividendrendement omlaag van 8,7% in 2018 naar 4,7% in 2019.
Een hoog dividend kan dus weleens minder duurzaam zijn dan gedacht en is dus niet altijd een beter dividend. Met andere woorden: als het dividendrendement te mooi is om waar te zijn, dan is het dat ook.
Signalen voor een mogelijke dividendverlaging
Om beleggers te helpen om zulke dividenden, die te mooi zijn om waar te zijn, te kunnen herkennen, zet Morningstar's fondsanalist Jeffrey Schumacher 7 waarschuwingssignalen op een rij:
1. Hoge payout ratio
De payout ratio is een eerste, makkelijke screening om de zekerheid van het dividend te toetsen. De payout ratio geeft aan welk gedeelte van de winst wordt uitbetaald als dividend. Een dividend per aandeel van 20 cent op een winst per aandeel van 80 cent geeft dus een payout ratio van 25 procent. Hoe lager deze ratio is, des te zekerder het dividend. Zo kan immers in het voorbeeld de winst 75 procent dalen voordat de uitkering van het dividend in gevaar komt.
Wanneer een bedrijf een hoge payout ratio heeft is dit een aandachtspunt. Een harde bovengrens voor de payout ratio is echter niet te geven. De hoogte van deze ratio verschilt namelijk per sector, wat weer verband houdt met de mate van cycliciteit van de sector. Een sector die tamelijk ontwikkeld is en waarin ondernemingen stabiele kasstromen genereren zoals bijvoorbeeld nutsbedrijven, kan het zich veroorloven om hogere payout ratio’s te hanteren zonder dat het dividend in gevaar komt.
Voor meer cyclische bedrijven is een hoge payout ratio een groter risico. Om te bepalen of de payout ratio een gevaar vormt kan de historische trend van de payout ratio worden bekeken, of kan de payout ratio worden afgezet tegen het sectorgemiddelde. Vanzelfsprekend is een payout ratio boven 100 procent een rode vlag, omdat de onderneming dan meer geld uitkeert aan dividend dan dat er winst wordt gemaakt.
2. Marktomstandigheden – dalende winst en vrije kasstroom
Trends in winst en vrije kasstroom vormen de sleutel tot de zekerheidsanalyse van dividend. De eerder besproken payout ratio geeft het belang van de winst al aan: als de winst daalt, dan wordt de payout ratio hoger, waardoor de druk op de houdbaarheid van het dividend toeneemt.
Belangrijker is echter de ontwikkeling van de vrije kasstroom. Dit is namelijk geld waaruit het dividend betaald dient te worden. Kasstroom is de financiële olie die door een bedrijf stroomt en als die stroom opdroogt dan heeft het bedrijf een serieus probleem. De ontwikkeling van de winst en vrije kasstroom is dan ook van cruciaal belang. Hoe deze zich ontwikkelen hangt sterk af van de algemene marktomstandigheden en de concurrentiepositie van het bedrijf.
3. Zwakkere balans
Het beoordelen van de zekerheid van een dividend draait om het analyseren van de financiële stabiliteit van het bedrijf. Hierbij kan de balans niet buiten beschouwing worden gelaten. Voor dividendbeleggers is het van belang om de schulden van een onderneming goed in de gaten te houden. Er kan namelijk pas dividend worden uitbetaald als de rente aan obligatiehouders en verstrekkers van leningen is betaald.
Deze schuldeisers hebben vaak randvoorwaarden gesteld waaraan het bedrijf moet voldoen en die zijn vastgelegd in convenanten. Zodra deze worden geschonden, kunnen zij hun uitgeleende geld terugeisen en is het uitkeren van dividend vaak niet meer toegestaan. Als een bedrijf hoge schulden heeft, dan vormt dit dus een risico. Ratio’s als netto schuld/EBITDA en interest coverage-ratio zijn hierbij belangrijke kengetallen. Een tegenovergestelde situatie ontstaat als bedrijven beschikken over veel eigen vermogen of over hoge kasmiddelen. Dit biedt een buffer voor tijdelijke tegenslagen.
4. Dividendhistorie
De dividendhistorie kan een indicatie zijn van de soliditeit van het dividend. Een onderneming die al jaren een stabiel -liefst groeiend- dividend uitkeert geeft meer zekerheid dan een bedrijf dat dit voor het eerst doet. Een lange dividendhistorie laat zien dat het management zich heeft gecommiteerd aan het uitkeren van dividend en dat geeft vertrouwen. Echter, het uitkeren van dividend is geen verplichting en een dividend uit het verleden is geen garantie voor de toekomst!
5. Extreme dividenden
Hoewel verleidelijk is dividendbeleggen niet het simpelweg investeren in de aandelen met het hoogste dividendrendement. Wanneer u dat doet, dan zal uw portefeuille een sterke afwijking hebben naar traditionele dividendsectoren zoals telecom en nutsbedrijven. Dit kan de benodigde diversificatie beperken. Daarnaast ontkomt u er dan niet aan dat u in een dividend-valkuil trapt: u koopt een aandeel met een hoog dividendrendement op papier, maar later blijkt dat de dividenduitkering wordt verlaagd en het dividendrendement dus veel lager is dan gedacht.
Een dividendrendement dat significant hoger is dan het historisch gemiddelde of een sectorgemiddelde is eerder een waarschuwingssignaal dan een gouden kooptip. In kranten en op internet kunt u van diverse aandelen de dividendrendementen opzoeken. Deze dividendrendementen zijn berekend door het laatst uitgekeerde dividend te delen door de huidige koers. Wanneer het slecht gaat met een bedrijf dan zal de koers dalen. Hierdoor stijgt het dividendrendement. De grote vraag is echter of het laatst uitgekeerde dividend nog wel realistisch is. Het hoge dividendrendement lijkt interessant, maar is gebaseerd op het verleden. En dat geeft geen garantie voor de toekomst.
6. Lagere dividendgroei
Het uitkeren van dividend is een soort commitment van het management naar aandeelhouders en geeft aan dat zij vertrouwen hebben in hun onderneming. Dit maakt het handhaven en verhogen van het dividend zo belangrijk. Idealiter zal het management het dividend ook ieder jaar willen laten groeien. Een stabiel groeipercentage is een goed teken. Naar mate het bedrijf volwassen wordt zal de groei van het dividend afnemen. Dit is een logisch gevolg van de ontwikkeling van het bedrijf. Een plotselinge verandering in de groei van het dividend kan echter wijzen op een diepere oorzaak en is dus een aanleiding om aanvullend onderzoek te doen.
7. Managementstrategie
Aandeelhouders hebben geen recht op dividend. Zij zijn hiervoor afhankelijk van het management van de onderneming. Als het management besluit dat de kasstroom beter aangewend kan worden om een investering of een overname te doen of om de schuld te verlagen, dan kan dat gevolgen hebben voor het dividend. Deze factor is erg onvoorspelbaar, maar kan een grote impact hebben op het dividend.