Volgens de flash-schatting van Eurostat zijn de consumentenprijzen in de eurozone in mei met 2,6% op jaarbasis gestegen, tegen 2,4% in april en boven de verwachtingen van economen. Het is de eerste maand-op-maand versnelling die we zien in 2024. De kerninflatie, die de prijzen weergeeft zonder energie- en voedselkosten, versnelde ook tot 2,9% ten opzichte van een jaar eerder - in april was dit nog 2,7%.
In mei leverden de dienstensector de grootste bijdrage aan de inflatie in de eurozone (4,1%, tegen 3,7% in april), gevolgd door voedingsmiddelen, alcohol en tabak (2,6%, tegen 2,8% in april), niet-energie gerelateerde industriële goederen (0,8% tegen 0,9% in april) en energie (0,3% tegen -0,6% in april), volgens schattingen van Eurostat.
Kan hogere inflatie renteverlagingsplannen van ECB dwarsbomen?
“De hoger dan verwachte inflatie in mei zal sommige beleggers zorgen baren, vooral omdat de stijging werd gestuwd door de diensteninflatie, het enige gebied waarover de ECB eerder haar bezorgdheid had geuit. Hoewel een stijging als deze verontrustend is, vooral na opeenvolgende neerwaartse bewegingen, geloven we niet dat er reden is voor paniek", zegt Michael Field, Europee marktstrateeg bij Morningstar. Volgens hem zijn er drie dingen om in gedachten te houden:
- “Ten eerste, en dit is het belangrijkste punt, zou de inflatie nooit in een perfect rechte lijn dalen naar het door de ECB beoogde percentage van 2%. De ECB had eerder voorspeld dat de inflatie tegen het einde van het jaar zou dalen tot 2,3%. De inflatie is nu 2,6%, met nog zeven maanden te gaan in het jaar, dus er is nog genoeg tijd voor een verdere daling.
- De inflatiecijfers in mei verschillen enorm binnen de eurozone. In België bedraagt de inflatie bijna 5% en in Italië minder dan 1%. Dit verschil geeft alleen maar aan dat de krappe arbeidsmarkt landspecifiek is en geen endemische trend in het hele blok, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de inflatie nog veel verder zal stijgen naarmate het jaar vordert.
- De kerninflatie, de maatstaf waar de ECB zich het meest op richt, steeg in mei met 20 basispunten, maar blijft onder de 3%, bijna de helft van het niveau rond deze tijd vorig jaar. Er kunnen nog hobbels komen, maar we zijn een heel eind gekomen en de trend is nog steeds neerwaarts.”
De obligatie-yields in de eurozone stegen licht na de publicatie van de inflatiecijfers. De yield op Duitse 10-jaars leningen steeg met 0,048% naar 2,7% (bron: MarketWatch). De Italiaanse BTP-rente stond op 3,49% (bron: Borsa Italiana). De aandelenmarkten lieten vanaf het middaguur een gemengd zien. De Amsterdamse AEX-index gaat na het bekendworden van de inflatiecijfers licht lager na een vlakke opening op vrijdagochtend.
Tempo renteverlagingen door ECB na juni is onzekerder
De monetaire beleidsvergadering van de Europese Centrale Bank (ECB) vindt plaats op 6 juni en de markt verwacht een renteverlaging.
“Nog een kleine daling van de inflatie in mei zou de kers op de renteverlagingstaart zijn geweest, maar ruim 90% van de ondervraagde economen verwacht dat de ECB de rente in juni zal verlagen, dus het is zeer onwaarschijnlijk dat kleine opwaartse bewegingen in de inflatie zoals deze dit zullen voorkomen,” zegt Morningstar-strateeg Field.
Het toekomstige pad is echter minder duidelijk. “Er is grote onzekerheid over het tempo van de desinflatie,” schreven economen van UBS in een notitie van 28 mei.
ECB-president Christine Lagarde zei dat het monetaire beleid van de ECB sterk afhankelijk zal blijven van gegevens en dat ze zich niet vastlegt op “een bepaald rentepad”.
De economen van UBS verwachten dit jaar een verlaging van 75 basispunten en in 2025 een verlaging van 100 basispunten: “Volgens ons centrale scenario wordt de eerste verlaging van de ECB in juni gevolgd door een lange en geleidelijke reeks renteverlagingen van 25 bps per kwartaal (...) waardoor de repo eind 2024 op 3,25 komt en eind 2025 op 2,25.”
Inflatie in Nederland in mei gelijk gebleven
De inflatie in Nederland is in mei uitgekomen op 2,7% op jaarbasis, net als in april, zo blijkt uit een voorlopige snelle raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Daarmee blijft de inflatie in alle maanden van dit jaar boven de 2% in vergelijkig met een jaar eerder.
De zogeheten snelle raming van het CBS is berekend op basis van nog onvolledige gegevens. De volledige cijfers over de inflatie publiceert het CBS op 11 juni.
Tegelijk met de snelle raming maakt het CBS de prijsontwikkeling van enkele productcategorieen bekend. Daaruit wordt duidelijk dat in mei energie 4% duurder werd, waar dat in april nog 3,3% op jaarbasis was. Ook diensten stegen verder in prijs, van 4% in april naar 4,5% in mei, terwijl voedingsmiddelen (inclusief dranken en tabak juist iets minder hard stegen: 3,1% in mei tegen 3,2% in april.
Bij industriele goederen is een groot verschil te zien ten opzichte van april; toen werden deze al 0,8% goedkoper op jaarbasis, maar in mei zette de daling verder door naar -1,8% ten opzichte van mei 2023.
Economen van ABN Amro stellen dat de inflatie voor voeding nog altijd boven het langjarig gemiddelde ligt. Het verschil in prijsstijging van deze categorie tussen april en mei is nauwelijks een daling te noemen.