Waarom is de inflatie in Nederland zoveel hoger dan de eurozone?

De Nederlandse inflatie is hardnekkig, terwijl de economie kwakkelt.

Robert van den Oever 05 augustus, 2024 | 8:57
Facebook Twitter LinkedIn

Nederland economie

De inflatie in Nederland in juli laat zien dat het verschil met het gemiddelde voor de eurozone groter wordt; volgens de flash-raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam het inflatiecijfer in juli uit op 3,7%, terwijl Eurostat voor de eurozone 2,6% meldt.

Dat betekent een verschil van 1,1 procentpunt en dat is méér dan in juni, want toen was de inflatie in Nederland 3,2%, terwijl het voor de eurozone gemiddeld 2,5% was; een gat van 0,7 procentpunt. Eerder was dat verschil veel kleiner. Voor Nederland was het 2,7% in zowel april als mei, terwijl dat voor de eurozone 2,6% was in mei en 2,4% in april. Hoe kan dit?

Het verschil van 0,7% procentpunt in juni had een duidelijke reden, die nog steeds doorwerkt in het vijfer over juli: de sterke prijsstijging van tabak, zoals het CBS aangeeft. De accijns op tabak werd per 1 april 2024 verhoogd (met onder andere gemiddeld ruim 20% voor een pakje sigaretten) en die verhoging werkt met enige vertraging door in de verkoopprijzen. Het effect is dat tabak in mei 22% duurder was dan in mei 2023 in juni 30,9% duurder dan een jaar eerder.

 

Peter van der Welle, multi-asset strateeg bij Robeco, wijst ook op de accijnsverhoging als boosdoener: “De reden voor de vertraagde doorwerking van de accijnsverhoging op tabak is omdat afgelopen maanden er nog oude voorraden met het oude (lagere) accijnstarief werden verkocht. Deze verhoging is eenmalig en zal dus komende maanden geen storende factor meer zijn op het inflatiebeeld,” schrijft Van der Welle desgevraagd in een e-mail aan Morningstar.

Ook in bredere zin werd voeding en drank duurder volgens het CBS, resulterend in een inflatie van 5,4% voor de productgroep voeding, drank en tabak in juli na 4,4% in juni. 

Morningstar’s Europese marktstrateeg Michael Field ziet de accijnsverhoging eveneens als “factor die de prijzen materieel heeft opgedreven”, resulterend in een “sprong van 50 basispunten tot 3,2%, wat velen bezorgd maakte, en anderen in verwarring bracht,” zegt hij desgevraags. Vooruitkijkend stelt Field: “Naarmate dit cijfer in de komende maanden afvlakt, verwachten we dat het verschil, of in ieder geval het verschil in richting, tussen Nederland en de eurozone zal verminderen.”

Wat het verschil in richting betreft tussen Nederland en de eurozone schrijft Van der Welle: “Vooralsnog is er geen reden om een verdere divergentie te verwachten op basis van binnenlandse factoren, al zou een sterkere Duitse economie het inflatieverschil ten opzichte van de eurozone licht positief kunnen houden komende periode.“

Morningstar’s Field wijst in dit verband op andere, idiosyncratische factoren die de inflatie mede bepalen: “De werkloosheid in Nederland is maar de helft van het gemiddelde voor de eurozone, en dat kan mogelijk leiden tot een hogere diensteninflatie in een krappe arbeidsmarkt."

Het effect van een werkloosheidspercentage van 3,5% in Nederland is voelbaar, want de diensteninflatie in Nederand komt voor juli uit op 5,7%, aanmerkelijk hoger dan de na 4,6% in juni. Het cijfer voor de eurozone daalde licht naar 4,0% voor juli ten opzichte van 4,1% in juni.

 

Nederlandse economie kwakkelt

Intussen kwakkelt de Nederlandse economie verder. Als sinds de tweede helft van 2022 vertoont het cijfer voor de groei van bruto binnenlands product (BBP) kleine schommelingen tussen lichte groei en lichte krimp, zo blijkt uit de data van het CBS. In het vierde kwartaal van 2023 was sprake van een economische groei van 0,1% ten opzichte van het voorafgaande kwartaal, en in het eerste kwartaal van dit jaar was dat een krimp van 0,5% op kwartaalbasis. Dat beeld zien we al een flink aantal kwartalen achter elkaar:

 

De industrie lijkt het te laten afweten, maar de consumptie van huishoudens geeft juist een stimulans aan de economie, zo komt naar voren uit de recentst beschikbare CBS-cijfers over mei: een krimp van de export met 4% op jaarbasis, een daling van de industriele productie met 3% en een nipte groei van de consumptie door huishoudens met 0,2%. Daarbij spelen de loonstijgingen van de afgelopen tijd een belangrijke rol.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Robert van den Oever  Robert van den Oever is research editor bij Morningstar in Amsterdam

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten