Robert van den Oever: Welkom bij Morningstar. Vandaag praat ik met Morningstar manager research analist Jeana Doubell, en we bespreken een aantal grote stappen die zijn genomen door Europa's grootste vermogensbeheerders nu deze bedrijven proberen te navigeren door de belangrijkste langetermijntrends in de sector.
Dus, Jeana, laten we beginnen met een blik op de wereldwijde vermogensbeheersector. Wat is de belangrijkste trend die deze vermogensbeheerders stuurt bij hun strategische beslissingen?
Jeana Doubell: Nou, we hebben eigenlijk een grote consolidatie in de markt gezien, specifiek tussen de grootste spelers in Europa. Dat kan komen door te profiteren van algemene inefficiënties in de markten of door de neerwaartse druk op vergoedingen. Dat is ook een voortdurende trend. Zo was een van de meest recente grote overnames die in de markt werd aangekondigd het vermogensbeheerbedrijf van BNP Paribas, dat het vermogensbeheerbedrijf van AXA zal overnemen. Dit zijn twee grote Franse beleggingsnamen. En het beheerd vermogen van de gecombineerde entiteit zal uitkomen op maar liefst 1,5 biljoen als we hun geldmarktfondsen meerekenen.
Dat is vrij groot en maakt de gecombineerde entiteit waarschijnlijk een van de grootste vermogensbeheerders van Europa. Idealiter zouden we, vanuit het oogpunt van de belegger, graag zien dat die toename in marktaandeel, die toename in inkomsten, zich ook vertaalt in besparingen voor onze beleggers, door te kijken naar schaalvoordelen, die door te geven aan de belegger en misschien de kosten voor de eindbelegger te verlagen.
Van den Oever: Oké. Een interessante nieuwe ontwikkeling, een nieuwe combinatie, en dat ongeveer een jaar nadat twee andere grote spelers, namelijk UBS Group en Credit Suisse, een overname aankondigden, toch?
Doubell: Ja, dat is waar. Maar ik zou zeggen dat in dat geval de reden voor de overname iets anders was. Normaal gesproken kan het goedkeuringsproces voor overnames van deze omvang lang duren en veel tijd in beslag nemen. Maar in het geval van UBS en Credit Suisse zagen we dat Zwitserse toezichthouders die overnamedeal actief aanmoedigden.
Van den Oever: Oké, ik begrijp het. En wat maakte het anders? Was er een ander thema dan dalende vergoedingen die de overname aanstuurden?
Doubell: Inderdaad. Dus, als we een stap terug doen, Zwitserland is echt een van de knooppunten van de banksector in Europa met een sterke en robuuste reputatie voor bankieren eigenlijk wereldwijd. En Credit Suisse heeft daar een groot aandeel in gehad. Het bedrijf bestaat al meer dan 150 jaar. Het heeft dus een behoorlijke geschiedenis. Hoewel het succes aantoonbaar een hoogtepunt bereikte rond 2007, net voor de grote financiële crisis.
Maar sindsdien hebben een reeks schandalen en misstappen van het management geleid tot een aanzienlijke uitstroom, die echt een hoogtepunt bereikte in 2022. We zagen enorme uitstromen tot in 2023. Rond diezelfde tijd zagen we ook het faillissement van twee Amerikaanse regionale banken. En hoewel het kleinere spelers waren, Silicon Valley Bank en Signature Bank, leidde hun ondergang echt tot schokgolven in het wereldwijde banksysteem.
Dat zette Franse en Nederlandse en over het algemeen Europese toezichthouders op scherp, inclusief de Zwitserse toezichthouders. En dus traden ze actief op en moedigden ze de overname van Credit Suisse door UBS aan om een einde te maken aan de ondergang van de banksector of elke mogelijkheid daartoe. In dit geval was het dus echt een poging om de reputatie, de robuustheid en de transparantie van de banksector in het algemeen hoog te houden.
Van den Oever: Ja, inderdaad. Reputatie en transparantie zijn belangrijke aandachtspunten sinds de Grote Financiële Crisis. Maar in hoeverre laten beleggers zich echt leiden door dit alles?
Doubell: Behoorlijk. We merken dat misstappen van het management of een bedrijf dat hoge kosten in rekening brengt, beleggers behoorlijk afschrikt. Een voorbeeld hiervan is te zien bij GAM Investments, dat in 2018 een groot schandaal had rond zijn Absolute Return Fund assortiment en dat leidde tot een aanzienlijke uitstroom in de jaren daarna. Zelfs een herschikking van het leiderschap of een aanzienlijke verlaging van de vergoedingen waren niet genoeg voor de onderneming om weer een stevige positie op de markt te veroveren.
Dus kwam er een overnamebod van het in Londen gevestigde Liontrust Asset Management, dat aanbood om het bedrijf te kopen. Maar in een reeks hoogoplopende gevechten in de raad van bestuur werd dat bod gedwarsboomd en zagen we een activistische groep, NewGAMe, die in plaats daarvan de belangrijkste aandeelhouder van GAM Investments werd. Het zal dus grotendeels aan hen zijn om de reputatie van GAM in de markt weer op te bouwen en de financiële stabiliteit in de toekomst te waarborgen.
Van den Oever: Oké. Interessante ontwikkeling daar. Zijn overnames of potentiële overnames tussen spelers van deze omvang historisch gezien zo gebruikelijk?
Doubell: Nou, als we ongeveer 15 jaar teruggaan, zagen we de fusie van Société Générale en Crédit Agricole Asset Management in 2010. En dat resulteerde in feite in Amundi, dat aantoonbaar de grootste vermogensbeheerder in Europa is. Ze hebben die positie verstevigd door verschillende overnames en stappen. We zagen de beursgang van Amundi in 2015. In 2017 namen ze ook een van hun grootste concurrenten over. Meer recentelijk, in 2022, hebben ze de passieve specialist Lyxor Investment Management overgenomen.
Dat is ook heel interessant, want het brengt me bij een andere trend die we hebben gezien als drijvende kracht achter veel bewegingen in de sector, namelijk het streven naar passieve beleggingen. Tegelijkertijd, omdat het nastreven van passieve beleggingen kan kannibaliseren sommige van de winsten op meer actieve mogelijkheden en producten, hebben we ook gezien dat vermogensbeheerders zich richten op alternatieve beleggingen. Voor producten als private equity en private debt is het voor bedrijven mogelijk om iets hogere marges in rekening te brengen vanwege de extra due diligence en lange termijn tijdshorizon die voor deze producten vereist is.
Van den Oever: Oké. En om van daaruit naar voorbeelden te gaan, welke hoofdrolspelers komen bij je op als je overweegt om naar zowel passieve als alternatieve beleggingen te gaan?
Doubell: BlackRock is absoluut een marktleider op het gebied van ETF's en dat begon of kwam echt tot leven met de overname van iShares, het ETF-platform in 2009 van het toenmalige Barclays. Sindsdien is het echt een begrip geworden dat een breed scala aan producten aanbiedt aan beleggers in heel Europa. Dat is logisch als je bedenkt dat ze 3,5 biljoen aan vermogen onder beheer hebben, dus het is echt een bedrijf van aanzienlijke omvang.
Meer recentelijk hebben ze zich ook toegelegd op alternatieve beleggingen, en dat zagen we in de aangekondigde intentie van juli 2024 om de dataleverancier voor alternatieve beleggingen, Preqin in Londen, over te nemen. Dat zal een aanzienlijk voordeel voor hen zijn, gezien het feit dat binnen alternatieve beleggingen een van de grootste uitdagingen de toegang tot gegevens van hoge kwaliteit blijft. Als BlackRock Preqin overneemt en meer directe toegang heeft tot goede, schone gegevens, zal dat hun vermogen om alternatieve beleggingen te doen zeker vergroten.
Van den Oever: Oké, heel interessant. Samenvattend zien we dus dat marktconsolidatie en een verschuiving naar zowel passieve als alternatieve beleggingen een belangrijke rol spelen bij het bepalen van de bedrijfsstrategie van enkele van Europa's grootste vermogensbeheernamen. Jeana, hartelijk dank voor al je inzichten en wat er gaande is in de Europese vermogensbeheersector. Voor Morningstar ben ik Robert van den Oever.