Momenteel zijn er problemen met onze Portfolio Manager tool. We werken er hard aan om die zo snel mogelijk weer online te krijgen. Dank voor uw geduld.

Waarom gaat de inflatie in Nederland maar niet omlaag?

De inflatie in Nederland lijkt voor langere tijd hoger te blijven dan het Europees gemiddelde. We leggen uit waar het grote gevaar in schuilt.

Robert van den Oever 26 september, 2024 | 16:00
Facebook Twitter LinkedIn

klm huisjes

Terwijl de Europese Centrale Bank voldoende vertrouwen heeft dat de inflatie snel genoeg richting de gewenste 2% zal gaan, gesteund door de jongste inflatiecijfers, hebben we in Nederland te maken een heel ander beeld. Er is een stevige opwaartse druk op de inflatie door meerdere factoren, waardoor het gat met het eurozone gemiddelde groter dreigt te worden.

De laatste drie maanden ligt de inflatie in Nederland op jaarbasis boven de 3%: in juni was het 3,2%, in juli 3,7% en in augustus 3,6%. Da's andere koek dan de 2,2% inflatie in de eurozone over augustus na 2,6% in juli. Het verschil tussen Europa en Nederland loopt dus op, in negatieve zin; van 1,1 procentpunt naar 1,4 procentpunt in augustus. Op 1 oktober komt de snelle raming van het CBS voor de inflatie van september.

Gaat die trend zich doorzetten? Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, vreest van wel. Hij waarschuwde dinsdag in een televisie-interview voor een verder oplopende en langer hoog blijvende inflatie onder invloed van loonontwikkelingen. De vakbonden in Nederland eisen 7% loonsverhoging voor de CAO-lonen in 2025. Dat zou volgens Knot neerkomen op een prijsopdrijvend effect dat de inflatie in 2026 een vol procentpunt hoger zou laten uitkomen.

 

Loonkosten bepalende factor voor Nederlandse economie

De inflatie in Nederland wordt meer dan in andere landen gestuurd door loonkosten, "omdat de dienstensector hier een relatief groot deel uitmaakt van de economie, zodat loonkosten een belangrijke component zijn", zegt ING-econoom Marcel Klok in een interview met Morningstar op 26 september. Tel daarbij op dat de arbeidsmarkt aanhoudend krap is en er is sprake van een sterk stijgende trend in de loonontwikkeling.

"Dat was vorig jaar al zichtbaar met 6,1% stijging in de CAO-lonen," zegt Klok, "en dat zal dit jaar naar verwachting op zo'n 6,5% uitkomen." Daarbovenop eisen de vakbonden dus nog eens 7% voor 2025. Dat ziet Klok niet zomaar gebeuren, omdat de economie signalen van groeibelemmeringen laat zien. "Wij verwachten dat de werkloosheid iets zal oplopen, het aantal faillissementen zal toenemen en het aantal vacatures gaat dalen. Maar tegelijk is de krapte op de arbeidsmarkt nog zo sterk dat er in ieder geval niet een lage loonontwikkeling zal zijn. Wij verwachten 4 tot 4,5%, en dat is weliswaar lager dan 2023 en 2024, maar in historisch perspectief nog steeds behoorlijk hoog."

Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn de lonen tussen 2019 en 2023 met 24% gestegen. Het beschikbaar inkomen van huishoudens in Nederland (de optelsom van lonen, pensioenen en uitkeringen) is in diezelfde periode met 5,4% gestegen.

Achterblijvende productiviteitsgroei is een gevaar

Edin Mujagic, macro-econoom en fondsbeheerder bij Hoofbosch, ziet een gevaar in loonstijgingen die hoger zijn dan de productiviteitsgroei: "De loonstijging hier ligt duidelijk hoger dan in de landen om ons heen en als bedrijven hier hun personeel meer moeten betalen dan de productiviteit groeit, en die groeit slechts zo'n 1%, dan gaat de kostprijs per product structureel omhoog," zegt hij in een interview op 26 september. "En dat moeten bedrijven proberen door te berekenen aan hun afnemers, waardoor ook hun kosten weer stijgen. Dat geldt voor alle sectoren."

Het verschil tussen het inflatiecijfer voor de eurozone en dat voor Nederland verklaart Mujagic deels ook uit de nauwe verbondenheid van de Nederlandse economie met de Duitse. "De inflatie in Duitsland is laag met rond de 2%, omdat de economie daar in een recessie is, terwijl die in Nederland vrij goed draait. Duitsland is goed voor ongeveer een kwart van de Europese economie, dus dat inflatiecijfer heeft grote invloed op het Europese gemiddelde."  

Groot effect van stijgende huren

Een andere factor die zich in juli voor het eerst aftekende, is het effect af van stijgende huren, die volgens het CBS 5,5% hoger lagen dan in juli 2023, de hoogste stijging in 30 jaar. In juli 2023 was een stijging van 2% te noteren was ten opzichte van juli 2022.

"De huren reageren nu pas op de inflatie van vorig jaar," aldus Hoofbosch-beheerder Mujagic. "In de nieuwe huurtarieven per 1 juli dit jaar is het effect van de inflatie en loonstijgingen van vorig jaar pas voor het eerst meegenomen, en omdat beide toen hoog waren, heeft dat nu een groot effect, wat de komende maanden zal blijven doorwerken. Ook dat verhoogt de kostprijs van bijvoorbeeld detailhandelsbedrijven die hun huurkosten fors zien stijgen, terwijl ze ook al hogere lonen moeten betalen."

ING's Klok wijst op de uitzonderlijkheid van de coronajaren toen tijdelijke overheidsregelgeving een rem zette op de huurstijgingen: "Die uitzonderingen zijn inmiddels losgelaten, en nu is er dus pas ruimte gekomen voor pandeigenaren om de huren te verhogen, waardoor het opwaartse effect nu des te groter is."

Al met al rekent ING voor heel 2024 op een inflatie van 3,4% voor Nederland en 2,5% voor de eurozone. Voor 2025 is dat respectievelijk 3,0% en 2,2%.

Blijf op de hoogte via de Morningstar nieuwsbrief

Klik hier om aan te melden

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Robert van den Oever  is research editor bij Morningstar in Amsterdam

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten