De inflatie in de eurozone in maart bedraag 2,2% op jaarbasis, zo blijkt uit de flash-schatting van Eurostat van vandaag. Dit is lager dan de 2,3% van februari en in lijn met de prognoses.
De kerninflatie, die de prijzen weergeeft zonder volatiele componenten zoals energie en voedselkosten, was in maart 2,4% op jaarbasis, lager dan de 2,6% in februari en lager dan de prognoses.
Michael Field, hoofdstrateeg voor de Europese aandelenmarkten bij Morningstar, zei dat het jongste cijfer ons terugbrengt naar het niveau van november 2024 en net boven de inflatiedoelstelling van 2% van de Europese Centrale Bank ligt. “Dit haalt de druk verder weg bij de ECB om door te gaan met hun renteverlagingscampagne, wat de aandelenmarkten zal plezieren.”
Volgens schattingen van Eurostat bedroeg de inflatie in de dienstensector in maart 3,4%, wat lager is dan de 3,7% van februari. De inflatie van voedingsmiddelen, alcohol en tabak was 2,9%, vergeleken met 2,7% in februari, terwijl de energieprijzen met 0,7% daalden, vergeleken met een stijging van 0,2% in de voorgaande maand.
Op maandbasis steeg de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP) in maart met 0,6%, tegen 0,4% in februari, terwijl de kerninflatie met 1% toenam, tegen 0,5% in februari.
Inflatie in de eurozone: daling in Frankrijk, stijging in Italië
“De vertraging van de inflatiedruk is algemeen in ‘bijna’ heel Europa,” zei Filippo Diodovich, senior marktstrateeg bij IG Italia: “De laagste jaarlijkse inflatie werd gerapporteerd in Frankrijk (+0,9%) en Ierland (+1,8%). In Italië zagen we daarentegen een versnelling van de inflatie van 1,7% in januari en februari naar 2,1% in maart.”
“De Italiaanse HICP-inflatie kwam in maart boven onze verwachtingen en consensus uit en steeg met 0,4 procentpunt ten opzichte van februari”, aldus economen van Goldman Sachs in een toelichting.
De Spaanse geactualiseerde HICP-inflatie bleef met 2,2% op jaarbasis in maart achter bij de consensusverwachting en kwam daarmee lager uit dan in februari, voornamelijk door de elektriciteitsprijzen, die daalden ten opzichte van een jaar geleden.
De Duitse inflatie lag met 2,3% in maart onder de consensus en de kerninflatie daalde van 2,7% in de voorgaande maand naar 2,5% in maart.
Zal de ECB de rente verlagen op 17 april?
De volgende vergadering van de ECB over het monetaire beleid vindt op 17 april plaats in Frankfurt en de inflatiecijfers wijzen erop dat de centrale bank de rente zou kunnen blijven verlagen.
“De huidige gegevens suggereren dat de vrees voor inflatiedruk volledig terzijde geschoven moet worden. Vooral de dienstensector, die de afgelopen maanden zorgen baarde, is aanzienlijk vertraagd. De energieprijzen blijven dalen”, aldus Diodovich van IG Italia.
“Deze inflatiecijfers bevestigen het scenario van een ECB die haar monetaire strategieën zal handhaven met een verlenging van het proces van renteverlagingen in de eurozone. Wij geloven dat de verlagingen nodig zijn om het economisch herstel weer aan te zwengelen”.
Hij voegde eraan toe dat de ECB zeer waakzaam zal blijven ten aanzien van de ontwikkeling van macro-economische variabelen, met name de inflatie, en zal proberen het effect van het nieuwe Amerikaanse handelsbeleid op Europa in de komende maanden te beoordelen. “We handhaven onze verwachtingen van een renteverlaging in de eurozone met nog eens 50 basispunten in 2025”, aldus Diodovich.
Inflatie VS en eurozone divergeert
De inflatiecijfers van maart in de eurozone bevestigen het verschil tussen de VS en Europa.
In de VS steeg de Personal Consumer Price Index (PCE) in februari met 2,5% op jaarbasis, in lijn met de verwachtingen, volgens het US Bureau of Economic Analysis. Als we de voedsel- en energiekosten buiten beschouwing laten, kwam de inflatiestijging van de Federal Reserve boven verwachting uit op 2,8% op jaarbasis. Volgens Goldman Sachs zijn “bijna alle op enquêtes en markten gebaseerde maatstaven voor de inflatieverwachtingen voor het komende jaar gestegen”.
De inflatieverwachtingen van de Universiteit van Michigan, die vooral gevoelig zijn voor nieuws over tarieven, werden in het rapport van maart naar boven bijgesteld tot 5%, de hoogste waarde sinds november 2022. Ook de verwachtingen van de Universiteit van Michigan voor de komende vijf tot tien jaar werden naar boven bijgesteld tot 4,1%, de hoogste waarde sinds februari 1993.
“Nu de kloof tussen de Amerikaanse en de Europese inflatie groter wordt en de kloof tussen de bbp-groei kleiner, worden Europese aandelen steeds meer gezien als een aantrekkelijke plek voor internationale beleggers om naar te kijken, maar we zien een bescheiden opwaartse trend in waarderingstermen”, aldus Morningstar-strateeg Field.
De auteur of auteurs hebben geen positie in effecten die in dit artikel genoemd worden. Ontdek meer over Morningstar's redactionele beleid.