Indexfondsen gebruiken diverse technieken om de juiste balans te vinden tussen het volgen van de index enerzijds en het beperken van de kosten anderzijds. Eén van deze technieken is om in een representatief aantal aandelen uit de index (een zogenoemde ‘sample’) te beleggen in plaats van in de g
ehele index. Een Amerikafonds dat de S&P 500 volgt, kan beleggen in enkele tientallen of honderden ondernemingen die een dwarsdoorsnede vormen van deze index.
Omdat passieve fondsen geen grote researchafdelingen hebben of grote teams met portefeuillemanagers nodig hebben, is het management ervan relatief goedkoop. Beleggers in actieve fondsen moeten doorgaans een fors hogere beheervergoeding betalen, zelfs als de beheerkosten verdeeld kunnen worden over een groot aantal fondsbeleggers.
Passieve fondsen zijn meestal volledig belegd. In tegenstelling tot actieve fondsen houden zij vrijwel nooit grote kasposities aan. In een opgaande markt profiteren indexfondsen hiervan.
Actief management
Actieve fondsmanagers gebruiken een variëteit aan stijlen, benaderingen en technieken in hun strijd om de index te verslaan. Twee van de meest gebruikte zijn ‘top-down’ dan wel ‘bottom-up’.
Top-down fondsmanagers beginnen bij het maken van een inschatting van het macro-economische klimaat in het gebied waarin ze beleggen. Vanuit hun analyses van de huidige marktomstandigheden en trends beslissen ze over de verdeling van het fondsvermogen. Ze kunnen bijvoorbeeld beslissen dat een bepaald gedeelte van het fonds belegd moet worden in bankaandelen omdat de vooruitzichten voor de financiële sector goed zijn. Voor zulke managers zijn de vooruitzichten van individuele bedrijven minder belangrijk dan de vooruitzichten van sectoren.
Aan de andere kant beleggen bottom-up beleggers, ook wel ‘stockpickers’ genoemd, in hun favoriete bedrijven. Ze zijn minder geïnteresseerd in de juiste balans tussen verschillende sectoren of macro-economische omstandigheden.
Ook stockpickers gebruiken veel verschillende technieken om ondernemingen te selecteren. Fundamentele analisten kijken naar de karakteristieken van de onderneming zoals winstvooruitzichten of de ondernemingsbalans. Technisch analisten daarentegen proberen patronen te ontdekken in koersgrafieken.
Het onderscheid tussen top-down fondsbeleggers en stockpickers is in de praktijk wat minder scherp aanwezig dan in de theorie. De meeste fondsgroepen claimen dat ze deze technieken combineren om het beste resultaat te bereiken.
Dit is het laatste artikel in een serie over beleggingsstijlen. De voorgaande artikelen kunt u vinden door bovenaan de pagina op ‘beleggingsstijl’ te klikken.