De cost die voor de baet uyt gaat
Onder de eenmalige kosten vallen aan- en verkoopkosten. Wie een in Nederland gevestigd fonds koopt, betaalt -afhankelijk van bij welke bank of broker hij of zij dat doet- ongeveer een half procent aankoop- en verkoopkosten. De belegger die zijn vermogen overbrengt van het ene naar het andere fonds, betaalt in totaal ongeveer één procent aan direc
te transactiekosten.
De kosten van internationale fondsen -zoals van aanbieders als Fidelity, Flemings of Franklin Templeton- lijken ongeveer een factor 10 zo hoog te zijn. Internationale aanbieders brengen doorgaans aankoopkosten van ongeveer 5% in rekening. Er gaapt dus een groot gat tussen de kosten van binnenlandse en buitenlandse fondsaanbieders.
Toch zijn de verschillen veel minder groot dan ze op het eerste gezicht lijken. Nederlandse beursgenoteerde fondsen kennen namelijk ‘verborgen aankoopkosten’ vanwege de opslag op de intrinsieke waarde. Deze fondsen geven -als er vraag is- aandelen uit tegen een koers die boven de werkelijke waarde van het beleggingsfonds ligt. Hoe groot de opslag van dag tot dag precies is, blijft giswerk voor de belegger. Wel maken fondsen de maximum ‘spread’ bekend. Voor aandelenfondsen van de Robeco Groep is dat bijvoorbeeld 4%, bij ABN Amro wordt een wat smallere spread van 3% gehanteerd.
Een tweede oorzaak waarom buitenlandse fondsen niet buitensporig duurder zijn in aanschaf dan binnenlandse waar, is dat de kosten bij de eerstgenoemde fondsen onderhandelbaar zijn, zeker voor hogere bedragen. De aankoopkosten die je in folders en op internet vindt, zijn de maximale aankoopkosten. Je kunt goedkoper terecht bij internetbrokers als Fundix en Alex.
Het grote voordeel van internationaal aangeboden fondsen is dat je de aankoopkosten van tevoren weet. Bij Nederlandse fondsen blijven de daadwerkelijke betaalde kosten een goed bewaard geheim vanwege de onbekende afwijking van de intrinsieke waarde. Wel is in dit geval de maximale afwijking gegeven. Het is niet ondenkbaar dat een belegger deze volledige breedte als kosten betaalt naast de direct in rekening gebrachte aankoopkosten.
De verkoopkosten zijn voor Nederlandse fondsen even hoog als de directe aankoopkosten, namelijk ongeveer een half procent. Internationale fondsen brengen meestal geen verkoopkosten in rekening.
Terugkerende kosten
Naast eenmalige kosten zijn er terugkerende kosten. De grootste post zijn de managementkosten, ook wel management fees genoemd of beheerskosten. Van deze kosten krijgt een belegger geen aparte rekening; ze worden door de fondsgroep ingehouden op het vermogen van desbetreffend fonds.
De hoogte van de managementkosten staat in de prospectus en varieert van minder dan een half procent tot enkele procenten, uitgedrukt als percentage van het fondsvermogen. Uit de opbrengst van de kosten betaalt de fondsbeheerder het salaris van de fondsmanager, de huur van het kantoor enzovoort. Wat overblijft is de winst van de fondsgroep. Alhoewel managementkosten de grootste jaarlijks terugkerende kostenpost zijn, rekenen sommige fondsgroepen ook nog aparte kosten voor bijvoorbeeld de accountant en het jaarverslag.
Dit is het eerste deel van een serie over de kosten van beleggingsfondsen. In de komende weken zullen de andere delen verschijnen.