David Bowers, chef beleggingsstrategie bij Merrill Lynch, zei: ‘Het meest treffend in dit onderzoek is zonder enige twijfel het hoge niveau van risico-aversie.’
Een andere indicatie van het benauwde karakter van de markten was de tijdshorizon die fondsmanagers hanteren, deze was gemiddeld genomen het kortste ooit genoteerd. Netto zei 31% van de managers dat ze een horizon hanteren die korter is dan normaal.
Het sentiment in de eurozone was in in het bijzonder somber. Niet minder dan 64% van de ondervraagden uit die regio zei per sa
ldo dat zijn markten ondergewaardeerd waren. De gemiddelde kaspositie van fondsmanagers uit de eurozone sprong van naar 5,2% van 4,3% in januari.
David Bowers legt echter uit dat er positieve kant is aan de risico-aversie. Het betekent dat er een grote ruimte is voor herstel in het geval van positieve verrassingen.
China stijgt
In het algemeen waren Japanse fondsmanagers pessimistischer over China dan andere managers uit de regio. Ongeveer 47% van de Japanse managers zag China als een aanjager van groei, terwijl 42% dacht dat China een deflationaire bedreiging was. Dit in tegenstelling tot 76% van de Aziatische managers die China als aanjager van groei zagen en 24% die het een deflationaire bedreiging noemden.
Australië en Zuid-Korea werden gezien als landen die het meest waarschijnlijk van de opkomst van China zullen profiteren. Als verliezers werden Singapore gevolgd door Japan genoemd.
Vanuit een sectoraal oogpunt werd verwacht dat zowel basismaterialen als grondstoffen zullen profiteren. Telecom en technologie werden als meest waarschijnlijke verliezers gezien van de opkomst van China.
Het onderzoek was gebaseerd op antwoorden van 308 fondsmanagers in een wereldwijd onderzoek uitgevoerd door Taylor Nelson Sofres, een onafhankelijk marktonderzoeksbureau, in de periode van 6 tot en met februari. In totaal hadden de ondervraagde instituten 714 miljard dollar onder beheer.