Er zijn veel benaderingen van risico mogelijk. Vaak zal een belegger bij risico denken aan (de kans op) verlies. Dat ligt voor de hand, maar het maakt nogal wat uit voor de kans op verlies of je over een periode van een dag, maand of honderd jaar spreekt terwijl de grootte van het verlies in deze definitie niet ter sprake komt.
De beste, meest persoonlijke en gecompliceerde benadering van risico is om een inschatting te maken van de kans dat u met uw huidige beleggingsgedrag uw financiële doelstellingen (pensioen bijvoorbeeld) niet haalt en of dat acceptabel is.
Een andere, concrete, manier om naar het risico van uw beleggingen te kijken is de statistische maatstaf Standaarddeviatie. De ouderwetse standaarddeviatie (volatiliteit) geeft aan hoe grillig rendementen zich door de tijd heen gedragen. Op veel plaatsen kunt u deze informatie vinden (bijvoorbeeld op www.morningstar.nl)
Voor een gegeven Europees aandelenfonds is het verwachte jaarlijkse rendement (vastgesteld aan de hand van rendementen uit het verleden) 10% en de standaarddeviatie is 15%. Door nu tweemaal de standaarddeviatie bij het gemiddelde op te tellen en het tweemaal ervan af te trekken, vindt u een interval waarin (grofweg en statistisch gesproken) het rendement in 95% van de gevallen zal uitkomen. In dit geval zal het jaarrendement dus met 95% zekerheid vallen tussen de -20% en de +40%. Het risico van aandelenfondsen is beslist niet gering!
Voor obligatiefondsen die in staatsobligaties van het eurogebied beleggen, bedroeg het gemiddeld rendement de laatste jaren gemiddeld 5% per jaar bij een standaarddeviatie van 3,5%. Het 95%-interval komt dan uit tussen -2% en+ 12%: in de meeste gevallen zal het jaarrendement in dat interval uitkomen.
Voor een snelle indruk van risico, is standaarddeviatie zo gek nog niet. Overigens is het behalen van het hoogste rendement voor de meeste beleggers een slechte doelstelling. Het is beter om een acceptabel rendement te behalen bij een beheerst risico.
Dit artikel verscheen eerder op www.fd.nl