Tweederde van de wereldwijde aandelenfondsen die in augustus
2003 een rating behaalden van vijf sterren, hadden per ultimo augustus 2005 ook een bovengemiddelde rating van vier of vijf sterren. En aan de andere kant van het spectrum: meer dan de helft van de fondsen die in 2003 een of twee sterren heeft, had dat in 2005 ook.
Er werd niet alleen consistentie in de sterrenratings waargenomen, maar het bleek ook dat fondsen die twee jaar geleden een goede rating hadden in diverse perioden voor augustus 2005 bovengemiddelde rendementen behaalden bij lager dan gemiddelde risico’s.
De rating bleek behoorlijk stabiel in grote en vrij homogene fondscategorieën als Aandelen Wereldwijd en Aandelen Europa Large Cap. Nog beter waren de resultaten in obligatiecategorieën als Obligaties Wereldwijd en Obligaties Euro. In meer diverse en risicovolle categorieën als Emerging Markets, Technologie, Media en Telecom, blijkt er meer dynamiek te zijn en wisselen fondsen elkaar in de tijd af als het gaat om topprestaties.
De testen werden overigens uitgevoerd met steeds dezelfde verzameling van fondsen: we gebruikten voor de evaluatie van de resultaten per augustus 2005 die verzameling van fondsen die de categoriesamenstelling van augustus 2003 uitmaakten. Interessant is ook te weten dat – alhoewel het onderzoek in Duitsland is uitgevoerd – het onderzoek werd uitgevoerd op Europese data die we onder andere ook gebruiken op de Nederlandse website.
Als verklaring voor de goede prestaties van de vier en vijf sterren aandelenfondsen van twee jaar geleden zou men naar voren kunnen brengen dat de trends die toen golden, ook nu nog favoriet zijn, maar dat het in de toekomst wel eens heel anders zou kunnen zijn. Om een voorbeeld te geven: waardefondsen (die beleggen in laag gewaardeerde aandelen) deden het in 2003 goed, maar ook in 2004, terwijl het beslist niet zo hoeft te zijn dat ze deze toppositie in de toekomst weten vast te houden.
Er lijkt wel wat in die redenering te zitten, ook ons zou het niet verbazen als groeiaandelen het stokje van de waarde-aandelen overnemen in de komende periode. Maar allereerst benadrukt mijn Duitse collega dat hij een puur beschrijvend onderzoek heeft willen verrichten: in de beschouwde periode hadden de ratings voorspelkracht. Ten tweede lijkt het er op dat de Morningstar Rating het beste werkt in de meest homogene categorieën. Met andere woorden: de ratings zouden ook voorspelkracht gehad kunnen hebben als ze toegekend zouden worden binnen een categorie van value- of groeifondsen.
En in dat licht doet het me plezier om te kunnen melden dat Morningstar heel binnenkort zijn categoriseringssysteem zal vernieuwen en met stijlcategorieën zal komen. In de regio’s Noord-Amerika, Europa, Wereldwijd en VK zullen we niet alleen onderscheid gaan maken tussen de fondsen op basis van markkapitalisatie, maar ook kijken naar beleggingsstijl (waarde en groei). Daarover volgende week meer.
Het volledige, Duitstalige, onderzoek kunt u raadplegen op:
http://www.morningstarfonds.de/downloads/Morningstar%20Europe%20Rating%20Studie%20Okt.%202005.pdf