Het fonds heeft momenteel 67 posities, wat niet gering is. Bij groei van het fondsvermogen, zal dit aantal nog verder worden uitgebreid. Het vermogen is zeer gelijkmatig over deze posities verdeeld. Het fonds heeft daarbij de r
estrictie dat 1 positie niet meer dan 3% mag bedragen van de totale portefeuille.
Dicken is een echte bottom up belegger, wat wil zeggen dat de selectie van aandelen en niet van landen of sectoren voorop staat. Bij voorkeur ontmoet Dicken het management alvorens te beleggen in de onderneming. Bij de selectie zijn van belang de houdbaarheid van de concurrentievoordelen, de mogelijkheid om goede prijzen te vragen, de gegenereerde cash flows en of het management op de hand is van de aandeelhouders.
Ondanks dat de economie in Duitland slechts matig groeit, vindt de beheerder daar en ook in Zwitserland tal van interessante ingenieursbureau’s en ondernemingen die succesvol toeleverancier zijn van grotere ondernemingen. Het fonds heeft bijvoorbeeld een positie in het Duitse Elringklinger dat pakkingen voor dieselmotoren maakt waarvoor een hoog potentieel is in de VS. Ook belegt het fonds in het Nederlandse Arcadis dat wereldwijd een gerespecteerd ingenieursbureau is.
Het universum van Europese small caps bestaat uit duizenden ondernemingen. De beheerders doen niet hun best om al deze mogelijke beleggingen te onderzoeken maar gaan af op ideeën die worden opgedaan naar aanleiding van gesprekken met brokers, analisten en ondernemingsbestuurders.
Het fonds is niet principieel stijlvast. Momenteel heeft het fonds voorkeur voor groeiaandelen, maar het fonds kan als het nodig zou zijn ook terugvallen op een defensievere waardegeoriënteerde stijl als de marktomstandigheden verslechteren.
De vraag bij small caps is of ze na een jarenlange outperformance nog steeds aantrekkelijk zijn gewaardeerd. De fondsbeheerder wijst op de koersewinstverhouding die op basis van toekomstige winsten voor small caps ongeveer 10% hoger ligt. De verwachte toekomstige winstgroei voor small caps ligt bijna 30% hoger.