De meest belangrijke les is dat rendement en risico een sterke samenhang vertonen. Gegarandeerde rendementen hoger dan het rendement op overheidsleningen bestaan niet en hoe hoger men u de rendementen voorspiegelt, hoe hoger het risico zal zijn. Beleggers willen vooral bij hele mooie prognoses nog wel eens weigeren om de door de aanbieder weggemoffelde risico’s toch onder ogen te zien.
Volatiliteit of standaarddeviatie (en value at risk en GUISE van de AFM-risicoindicator) zijn aan de statistiek ontleende manieren om risico te meten. In statistiekboeken kunt er dus meer over lezen. In principe geldt dat hoe hoger de standaarddeviatie, hoe hoger de kans op zeer slechte maar ook zeer hoge rendementen. Volatiliteit geeft aan hoe “wild” rendementen zich door de tijd heen gedragen.
Het risico - de gemeten standaarddeviatie - van beleggingsfondsen verschilt onderling sterk. Obligatiefondsen hebben immers een lager risico dan aandelenfondsen. Het is nuttig om van al uw beleggingen eens de standaarddeviaties op een rijtje te zetten en te vergelijken. U ziet wat de meest risicovolle delen zijn van uw portefeuille.
U kunt niet zeggen dat als een aandelenfonds X hetzelfde rendement als obligatiefonds Y heeft terwijl het risico van X hoger is dat de fondsmanager van Y verstandiger is. U zult soortgelijke fondsen met elkaar moeten vergelijken.
Door de tijd heen verandert de volatiliteit en dus de standaarddeviatie. Een aandelenfonds kon enige jaren geleden wel een standaarddeviatie van 20% hebben, een jaar geleden kon dat ver onder de 10% zijn en inmiddels ligt het voor veel aandelenfondsen weer dicht bij de 10%. Fondsen worden met deze veranderende volatiliteit niet meer of minder risicovol, maar de variatie geeft aan dat standaarddeviatie een relatief en dynamisch iets is.
Risico’s van beleggingsfondsen werken op elkaar in. Een gespreide portefeuille is als geheel minder risicovol dan de som van de risico’s van de delen. Een team van beleggingsfondsen presteert dus beter dan een individueel aandeel.
Veel risico is persoonlijk. Wat staat er voor u op het spel? Hoeveel zult u in de rest van uw leven verdienen? Bij welke daling op financiële markten komt u in de problemen? Wanneer slaapt u slecht? Welk rendement heeft u nodig om uw doelstelling te bereiken?
Voor het niet lopen van risico is geen alternatief. Pas hebben we gezien dat veel beleggingsfondsen die zich als alternatief voor spaarproducten opwierpen toch een stuk minder veilig zijn omdat ze posities hebben in of gerelateerd aan de Amerikaanse hypotheekmarkt. Absolute veiligheid plus een hoog rendement gaan niet samen. Een onderdeel in uw portefeuille dat veiligheid moet bieden, moet bestaan uit staatsobligaties en andere “gewone” obligaties van uitstekende kwaliteit.
Onvoldoende spreiding in de portefeuille is risicovol en onnodig. Bent u gespreid over diverse assets, regio’s, aanbieders, stijlen, marktkapitalisatie en heeft u geen grote sectorconcentraties in uw portefeuille?
Op pappier is het instappen op het laagste punt in de markt of in een bepaald fonds om de boel te verkopen op het hoogste punt de meest aantrekkelijke strategie. Maar de timing blijkt moeilijk en het risico is groot dat u van een koude kermis thuiskomt. Liever niet proberen dus tenzij het om het afbouwen van de hoogst gewaardeerde onderdelen van de portefeuille gaat.