ETF’s bestaan al langere tijd. In Nederland zijn ze al een kleine zeven jaren aanwezig. Dat waren geen vette jaren. Even leek het erop alsof ze zouden verdwijnen of dat ze enkel in de belangstelling stonden van een zeer select groepje van enkele institutionele beleggers. Maar vandaag de dag zijn er op de Amsterdamse beurs ruim 50 ETF
’s genoteerd. De meeste daarvan zijn Ishares van Barclays, maar ook ABN Amro zet met Market Access stappen op deze markt.
ETF’s zijn makkelijk en goedkoop, tenminste dat zouden ze moeten zijn. Makkelijk omdat u ze op de beurs kunt kopen via uw normale beleggingsrekening op ieder moment van de handelsdag. Goedkoop is een relatief begrip, maar u heeft een ETF die in de AEX belegt voor 0,30% (de expense ratio) en voor 0,7% belegt u in Afrika. Dat is niet duur. Bijkomend betaalt u de aankoopkosten aan uw bank of internet broker en is er tevens een bied-laat spread. Dure ETF’s met bijvoorbeeld een expense ratio die bij de 1% in de buurt komt of nog hoger is, kunt u mijden.
Of een ETF verschilt van een niet genoteerd indexfonds als bijvoorbeeld de Meesman-fondsen? De principiële verschillen zijn vanuit het oogpunt van een belegger niet erg groot, beide hebben het imago van een kostenefficiënte belegging. Er zijn wel praktische verschillen. De meeste ETF’s zijn op actievere beleggers gericht. Dat wil zeggen dat ze voortduren verhandelbaar zijn en dat ze daarbij minder gespreid zijn en zich richten op specifieke segmenten: China, de AEX, Afrika, water, obligaties van een bepaalde looptijd of diverse beleggingsstijlen. ETF’s zijn begonnen als genoteerde indexfondsen, maar inmiddels blinken ze uit door in te spelen op allerlei trends. Meer variëteit in de toekomst is zeker te verwachten en op de beurs van Parijs kan men bijvoorbeeld ook al ETF’s vinden die met een grote hefboom beleggen of een garantieniveau hebben.
Dit enerverende aspect van ETF’s is tevens het grootste gevaar. Heel specifieke beleggingen zijn een tijdje hip, maar gaan snel vervelen. Natuurlijk mag iedereen als hobby of als aanvulling op zijn gespreide portefeuille wat leuke ETF’s uitzoeken om deze na een paar weken weer van de hand te doen. Maar hobby’s zijn duur en een ETF die iets doet met water gecombineerd met China en Amerikaans vastgoed is nog geen gespreide portefeuille. Maar als alternatief voor certificaten en dure beleggingsfondsen, blijven ETF’s zeker een interessante mogelijkheid. Ze kunnen zowel als basis van een portefeuille dienen – indien gespreid – of een mooie aanvulling zijn op bestaande portefeuilles.
Veel reclame zullen de grootbanken niet voor ETF’s maken. Daar zijn de marges op deze producten te klein voor. Maar dat zal de pret niet drukken.