Carey is een optimist. De positieve grondhouding leerde hij van de oprichter van Pioneer Philip Carret die als piloot die tijdens de eerste wereldoorlog meer dan 300 vluchten overleefde, statistisch destijds een onmogelijkheid. Carret – die tot zijn honderdste verjaardag werkte bij Pioneer had als belegger de lijfspreuk “Er is in de VS nog nooi
t een fortuin gebouwd door te speculeren op een catastrofe.”
De VS bestaat nog volgens Carey. “Het zal u misschien verbazen na alle berichtgeving, maar als je door de VS rijdt zie je dat het nog steeds een behoorlijk welvarend land is met een hoge levensstandaard” Ja er zijn volgens Carey risico’s en ja de laatste tijd ging het weer (te) hard met de aandelenkoersen en ja de werkloosheid zal misschien nog verder oplopen en ja het zal twee tot drie jaar duren om het vertrouwen van ondernemers weer naar een fatsoenlijk hoog niveau te krijgen.
Het meest angstige moment in zijn carrière beleefde Carey niet vorig jaar maar op zwarte maandag in 1987. “Koersen stonden 22% lager en er waren geen kopers in de markt. Met zweet in de handen belde ik op om te informeren hoeveel beleggers in ons fonds wilden verkopen. Wat bleek? Per saldo geen opvragingen!” En dat deed mij weer denken aan Fortis Obam. Het vertrouwen van beleggers in dit fonds is zo groot dat tijdens het rampjaar 2008 er maar een maand was - juni - waarin beleggers per saldo aandelen verkochten van dit fonds.
Terug naar Pioneer. Carey ziet ook op korte termijn risico’s voor de Amerikaanse economie vooral omdat Obama in de zomer de belastingen zal verhogen. “Kennedy en Reagan waren slimmer, zij zagen in dat een belastingverlaging door een hogere economische groei uiteindelijk tot meer belastingopbrengsten leidt.”
Ondanks dat hij moeiteloos minstens een tiental risico’s opnoemt, is Carey optimistisch en voorspelt hij dat we in de komende maanden meer tekenen van herstel zullen zien. “Het gaat allemaal om psychologie, maar het is duidelijk dat het systeem wel zal overleven. Het kan bijvoorbeeld niet anders dat het aantal in aanbouw genomen woningen weer zal gaan stijgen al was het maar om aan de vervangingsvraag te voldoen van huizen die door termieten worden opgegeten of door tornado’s worden verwoest.” Ook zullen Amerikanen op den duur wel weer nieuwe auto’s kopen en zal een auto-industrie nodig blijven.
De optimistische houding van Carey neemt niet weg dat hij een behoedzaam en traditionele belegger is. Net als Rolf Stout had hij vorig jaar nauwelijks financiële waarden in portefeuille, maar in tegenstelling tot Stout hoeft Carey ze ook nu niet. “Ik heb liever ondernemingen in portefeuille die hun eigen lot in handen hebben en wel een begrijpelijke balans hebben maar niet zijn overgeleverd aan welwillendheid van de overheid. Als voorbeeld noemt Carey Colgate-Palmolive. Shampoo en tandpasta worden altijd gebruikt. De omzetten in het Pioneer-fonds zijn heel erg laag en komen zelden ver uit boven de 10%. De Luxemburgse variant US Pioneer Fund liet daarbij vorig jaar ook nog eens een relatief goed rendement zien. Weliswaar daalde het fonds 32% gemeten in euro’s, maar daarbij hoorde het wel bij de beste 10% fondsen in zijn categorie. Over 2009 tot nu toe is het beeld anders voor dit defensief georiënteerde fonds en is het – vooral ook door het bijna ontbreken van financials en grondstoffen - een van de hekkensluiters.
De performance van Obam staat wat dat betreft over kortere perioden haaks op het Pioneer Fund. Obam heeft na het dramatische 2008 op moment van schrijven in 2009 een rendement behaald van 38,5%, een slordige 30% meer dan de benchmarkindex.
Binnen enkele weken kunt u weer opnieuw een uitgebreidere fondsanalyse van Obam verwachten. Maar als we Obam nu alvast met Pioneer vergelijken valt op dat ons Nederlandse Obam zijn portefeuille veel meer laat afhangen van zijn visie op wereldwijde ontwikkelingen als de schaarste van grondstoffen en energie en de opkomst van emerging markets en minder van bedrijfsspecifieke analyses. De enorme afwaardering van banken en de verwachting dat er een toekomst is voor de financiële sector heeft Stout ertoe bewogen om banken te kopen, zoals het nu lijkt op het juiste moment.
Wat beide fondsen gemeen hebben, zijn behalve de lage omzetten, de ervaren en geduldige managers die zich al tientallen jaren vol op het beleggersvak storten en zich daarbij niet teveel aantrekken van de index. En daar houden wij wel van.