Obligaties toonden betere resultaten dan aandelen, met minder risico
Wie kiest voor aandelen, kiest voor een hoger rendement over de lange termijn maar weet dat dit gepaard kan gaan met grote fluctuaties (zowel naar boven als naar beneden). De belangri
jkste reden voor dat hogere rendement is het feit dat aandeelhouders meer risico lopen om het belegde bedrag te verliezen. Zoals we uit onderstaande tabel kunnen zien, stelden de rendementen van aandelen (zoals gemeten voor de S&P 500) over de afgelopen 40 jaar bijzonder teleur. Staatsobligaties, die beschouwd worden als een van de meest veilige type beleggingen, deden het in absolute termen opvallend beter dan aandelen.
De bovenstaande resultaten zijn voor sommige financiële planners reden genoeg om het vermogen van hun cliënten volledig in obligaties te beleggen. Obligaties worden niet alleen als veiliger beschouwd, maar verwacht wordt dat ze het ook in de toekomst beter zullen doen. Maar is die gedachte wel terecht?
Aandelen deden het eigenlijk niet eens zo slecht
Op basis van de bovenstaande tabel lijkt er maar weinig te zeggen voor aandelen. Toch moeten hier enkele kanttekeningen gemaakt worden. Zo hebben de telecomcrisis (2000-2002) en de huidige financiële crisis, die elkaar in sneltempo hebben opgevolgd, de resultaten ongetwijfeld vertekend.
Ook over 20, 30 en 40 jaar doen staatsobligaties het beter dan aandelen, al zijn de resultaten van die laatste met respectievelijk 7%, 8% en 10% in absolute termen zeker niet onaardig te noemen. Over de zeer lange termijn (sinds 1926) is er echter geen discussie: aandelen presteerden heel wat beter dan obligaties, en dat ondanks alle crisissen.
Wat heeft er dan voor gezorgd dat obligaties er over de afgelopen 40 jaar zo goed uit komen? In de volgende tabel hebben we het rendement van obligaties opgesplitst in het coupongedeelte (de rente die een obligatiehouder krijgt) en het winstgedeelte (obligaties worden meer waard wanneer de rentevoeten dalen).
Zoals we hieronder kunnen zien werd het grootste gedeelte van het rendement op obligaties behaald als gevolg van de rente (de coupon) op de obligaties, die over de afgelopen 40 jaar gemiddeld 7% bedroeg. Obligatiebeleggers hebben in de jaren ’70 immers kunnen genieten van een periode van hoge rentevoeten. Die werd gevolgd door een gestage daling die zorgde voor een extra rendement van 0,8%. Daarmee valt ruim 10% van het totale rendement te verklaren door de rentedaling sinds de jaren ’70. Vandaag liggen de rentes een stuk lager waardoor het vertrekpunt voor de komende 40 jaar sterk verschilt van dat van de jaren ’70.
Aandelen of obligaties? Wat zegt de toekomst?
Het komt er al aan, de toekomst ziet er voor obligaties een stuk minder rooskleurig uit. Om hetzelfde rendement te behalen, zou de rente beneden nul moeten zakken. Dat is onmogelijk en zou betekenen dat wie geld leent minder terug moet betalen dan het intieel ontleende bedrag.
Aandelen zullen volgens ons op de lange termijn betere prestaties blijven neerzetten dan obligaties, in combinatie met hun hoger risicoprofiel. Perioden dat obligaties het beter doen dan aandelen zijn niet onwaarschijnlijk. Beleggers kiezen daarom beter voor een goed gespreide portefeuille met daarin zowel aandelen als obligaties, afhankelijk van het doel van de portefeuille en hun risicobereidheid.
Artikel gebaseerd op onderzoek van Morningstar professoren Roger Ibbotson en Peng Cheng. Beide werken voor Ibbotson Associates, een onderneming die volledig eigendom is van Morningstar.