Met het bijna imploderen – daar was Zalm het wel mee eens – van het financiële stelsel, is de vraag of toezichtouders hebben gefaald niet bepaald overbodig. Volgens de oud-minister zijn we in Nederland juist gezegend met goede toezichthouders: De
Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM)doen het in internationaal opzicht goed waarbij DNB nog iets meer punten scoorde bij Zalm. Weliswaar hangt bijna de hele sector aan het staatsinfuus, maar daar helpt geen lieve moeder aan. Internationaal toezicht – bijvoorbeeld een Europese centrale toezichtouder – kan volgens Zalm wel helpen. Maar ja, niemand wou destijds naar Zalm luisteren toen hij dit voorstelde.
Interessant waren de vragen over beloningsbeleid. Bij ABN Amro schijnt dat volgens zijn topman inmiddels bijna voorbeeldig voor elkaar te zijn met niet te hoge vaste en variabele beloningen die bovendien naast aan opbrengsten ook gekoppeld zijn aan risico’s, kosten en maatschappelijk verantwoord ondernemen. In het verleden hebben minister Zalm of zijn toezichthouders zich niet bemoeid met de extraorbitante beloningen en perverse prikkels die er wel waren. De minister vond het niet nodig en toezichthouders dachten dat het niet kon. Inmiddels bemoeien de gecombineerde toezichthouders zich hevig met het beloningsbeleid bij financiële instellingen zonder dat er een wetswijziging voor nodig blijkt.
De Rabobank – zeg maar die bank die zijn eigen broek wel op kan houden - kreeg nog wat steken onder water van de oud-minister. Ze zouden handelaren bij ABN Amro hebben weggekocht en qua beloningsbeleid nagenoeg geen enkele transparantie bieden. Dat geeft stof tot nadenken: transparantie en stabiliteit gaan blijkbaar niet altijd hand in hand.
Zalm ontkende heftig dat banken zich moeten verontschuldigen. Stel je voor, als een bank schuld zou bekennen zou dat financiële aansprakelijkheid betekenen. Wel schaamt hij zich, en zouden financiële professionals zich ook moeten schamen. Op het einde van het gesprek gaf Zalm zijn visie op de crisis. Voorgaande crises – als bijvoorbeeld de tech-bubble - ontstonden na speculatie onder beleggers. De kredietcrisis is daarentegen in de schoenen te schuiven van de beroepsgroep. De ontnuchterende crisis betekent een ontmaskering van de financiële beroepsgroep.
Zalm heeft in zijn professionele bestaan aan twee kanten van de markt geopereerd en hinkte tijdens het verhoor op twee gedachten. Geen schuld bekennen, wel schamen. Toezicht was goed, maar moet internationaler. Toezicht op beloningen was niet nodig, maar is er gelukkig nu wel. Het meest waardeerde ik de uitspraken van Zalm dat financiële crises bij het kapitalistische systeem horen en niet zijn uit te bannen. Het is de prijs die we voor onze welvaart moeten betalen. Het is maar de vraag of de comissie-De Wit en de burger anno 2010 deze waarheid kunnen accepteren.