In het weekend kwamen de Europese regeringsleiders en het IMF overeen om een noodfonds te vormen ter grootte van 750 miljard euro. Dat is bepaald niet niks. Het idee is dat als het nodig is, er obligaties worden uitgegeven die gegarandeerd zullen worden door de landen uit de eurozone. In die zin is er geen sprake van monetaire financiering en geen direct gevaar voor inflatie, zolang centrale banken de obligaties maar niet opkopen.
Is de crisis nu voorbij? Nee, helaas niet. De vraag blijft of Griekenland de nodige hervormingen en bezuinigingen wil en kan doorvoeren. Ook zullen landen die in te toekomst moeten aankloppen bij het gevormde fonds door financiële markten met een scheef oog worden aangekeken.
Het enorme vangnet staat haaks op wat landen in de eurozone in het verleden zijn overeengekomen in het stabiliteitspact. Om het vertrouwen in de euro te krijgen en te behouden was er in Maastricht afgesproken dat begrotingstekorten niet te ver mochten oplopen. Ook werd er overeengekomen dat landen elkaar niet te hulp zouden schieten. Aan beide afspraken hebben landen in de eurozone zich dus niet kunnen houden, het huidige, zeer welkome, noodplan is dus een illustratie bij het falen van regeringsleiders om zich aan eerder gemaakte afspraken te houden.
Voor beleggers is de volatiliteit op markten van belang. Die is weer eens enorm. De laatste tien jaar hebben we gezien dat rustige perioden gevolgd kunnen worden door perioden van ongekende volatiliteit en dat koersfluctuaties steeds heftiger lijken te worden. Voor beleggers betekent dit dat in- en uitstapmomenten belangrijker zijn geworden, maar niet makkelijker. Kopen na dalingen en door de tijd heen aankopen spreiden, lijkt het devies.
Voor de Nederlandse economie is een wat lagere euro niet slecht. Onze exporteurs kunnen dan beter concurreren op de wereldmarkt. Ook de presentatie van het reddingsfonds is een positief gegeven. Toch blijven er nog veel onzekerheden over waar financiële markten niet van houden. Als de 750 miljard euro onvoldoende zal blijken, als regeringen in Europa – zowel in het zuiden als meer noordelijk – tekorten niet in bedwang weten houden, als sociale onrust niet voorkomen kan worden en als de euro met voortdurende bestaanszekerheid wordt geconfronteerd, zullen financiële markten lang argwanend blijven en zal er de nodige volatiliteit op de aandelen, valuta en obligatiemarkten blijven bestaan. Het is nu handen uit de mouwen voor alle landen om de overheidstekorten terug te dringen zonder de particuliere bestedingen te veel te frustreren.
Goede bedrijfsresultaten en een voortdurend economisch herstel zijn helaas alleen niet voldoende voor een langdurig positieve stemming op financiële markten. Maar nu hebben we even een adempauze.