’s Werelds grootste mijnbouwonderneming BHP Billiton (BHP) begon onlangs de strijd om kunstmestgigant Potash Corp. of Saskatchewan (POT) door een ongevraagd bod van 38,6 miljard dollar in contanten uit te brengen op het bedrijf. Het bestuur van Potash wees het bod van 130 dollar per aandeel af, waarbij het management aangaf in principe niet tegen de verkoop van het bedrijf te zijn, maar het bod van BHP te laag te vinden. Bestuursleden van Potash hadden naar verluidt de koers van 240 dollar nog in het hoofd, die het aandeel in 2008 bereikte. Na de afwijzing kondigde BHP aan dat het zijn bod rechtstreeks tot de aandeelhouders van Potash zou richten.
Nu Potash, dat rond 20 procent van de wereldwijde aanvoer van de kritische meststof potas controleert, tot overnamedoelwit is geworden, duiken geruchten op dat ook andere partijen een bod overwegen, waaronder Rio Tinto (RTP), Vale SA (VALE), een door Rusland ondersteund consortium en een door China ondersteunde groep.
Consolidatie
Op landbouwgebied hebben zich recent nog meerandere consolidatieontwikkelingen en overnamepogingen voorgedaan, zoals het mislukte bod van 5,4 miljard dollar een paar maanden geleden van Agrium (AGU) voor de overname van CF Industries Holdings (CF), nadat CF had geweigerd over een fusie te praten.
Kort daarvoor weigerde de Amerikaanse stikstofmestfabrikant Terra Industries (TRA) een bod van het in het Noorse Oslo gevestigde Yara International en koos in plaats daarvan in maart voor een overname door CF Industries Holdings voor 4,7 miljard dollar. En in januari kondigde Vale aan dat het voor 3,5 miljard dollar de Braziliaanse kunstmestactiviteiten van Bunge (BG) zou overnemen, een transactie die eind mei 2010 werd afgerond.
Er is dus de nodige fusie- en overnameactiviteit in de agrarische sector en daarnaast speelt de trend van verstedelijking op langere termijn in landen als China en India een rol, met de breed gedragen overtuiging dat deze en andere ontwikkelende economieën ervoor zullen zorgen dat de vraag naar voedsel stijgt. ETF-beleggers vragen zich terecht af wat de vooruitzichten zijn op de korte termijn voor beursgenoteerde landbouwbedrijven, en of deze momenteel ondergewaardeerd zijn.
De vraag naar kunstmest is de afgelopen jaren sterk geschommeld en begint nu weer een gelijkmatiger groeitempo te volgen. Het wereldwijde potasverbruik bereikte kort voor de recente wereldwijde recessie een recordniveau, om vervolgens weer af te vlakken, vooral in landen als China en Rusland. De aandelenanalisten van Morningstar rapporteren dat het verbruik nu lager is dan op het hoogtepunt, maar dat het niveau zich wel heeft gestabiliseerd. Niettemin zijn distributeurs huiverig voor het nemen van voorraad- en prijsrisico’s. Op de korte termijn kunnen de graanprijzen en kunstmesttoepassingen worden ondersteund door de recente droogte in China en Rusland, die waarschijnlijk zal bijdragen aan een kleiner verschil tussen vraag en aanbod.
Landbouw-ETFs
Er zijn verschillende ETFs die beleggers de kans bieden in te zetten op de landbouw in het algemeen en met name ook op de ontwikkelingen rond de kunstmestproducenten.
Het beste fonds voor blootstelling aan potasbedrijven is waarschijnlijk Market Vectors Agribusiness ETF (MOO), dat rond 45 bedrijven omvat. Met 10 procent van de activa is Potash de grootste positie en het fonds heeft ook posities in The Mosaic Company (MOS), dat goed is voor 4,9 procent van de activa en Agrium, dat meer dan 3,5 procent van de activa uitmaakt. Andere grote posities zijn Monsanto (MON), Deere (DE) en Wilmar International. In totaal vormen landbouwchemiebedrijven ongeveer 39 procent van MOO’s activa en zijn bedrijven die zich bezighouden met landbouwproducten goed voor nog eens 33%. De overige activa zijn belegd in bedrijven voor landbouwapparatuur (15 procent van de activa), veeactiviteiten (10 procent van de activa) en ethanol/biodieselondernemingen (3 procent van de activa). De kostenratio van 0,56 procent is in lijn met andere themagerichte ETFs.
Een andere optie voor beleggers is PowerShares Global Agriculture Portfolio ETF (PAGG), dat ongeveer 40 posities heeft. PAGG’s grootste posities is Potash, met bijna 10 procent van de activa en de op een na grootste is Mosaic (bijna 8 procent van de activa). Daarnaast is Agrium (3,6 procent van de activa) de op 10 na grootste positie. PAGG berekent kosten van 0,75 procent.
Hoewel MOO en PAGG sterk gecorreleerd zijn (97 procent sedert kort na de introductie van PAGG in september 2008), geven wij de voorkeur aan MOO, gezien de lagere kosten en veel grotere liquiditeit.
Twee andere fondsen die beleggers in wat mindere mate blootstelling aan potasbedrijven bieden zijn iShares S&P Global Materials Sector Index Fund ETF (MXI) en SPDR S&P International Materials Sector ETF (IRV).
Naast grote posities in metaal- en mijnbouwbedrijven zoals BHP, Rio Tinto en Vale heeft MXI ook een grote positie in Potash, dat met 2,7 procent van de activa de op zes na grootste positie van het fonds is. Het fonds heeft ook aandelen Agrium in bezit, de op negen na grootse potasproducent ter wereld. Van de wereldwijd 10 grootste potasproducenten, worden de aandelen van slechts drie, Potash, Mosaic en Agrium aan grote beurzen verhandeld en alleen Mosaic, waarin het privébedrijf Cargill een belang van 64 procent heeft, is gevestigd in de Verenigde Staten.
MXI valt op als een fonds van mondiale large-capmaterialenbedrijven, met een kostenratio (0,48 procent) die vergelijkbaar is met die van andere internationale sectorfondsen. Beleggers in MXI moeten er echter rekening mee houden dat het fonds hun vooral blootstelling biedt aan metalen en mijnbouw (56 procent van de activa) en in mindere mate aan de chemische sector (34 procent van de activa) waaronder potas valt. De beleggingen van het fonds in andere sectoren, waaronder bouwmaterialen (3 procent van de activa), papier en bosbouwproducten (3 procent van de activa) en verpakkingen (2 procent van de activa) zijn slechts van ondergeschikt belang.
Potash is de op vier na grootste positie van IRV, met ongeveer 3,5 procent van de activa. Net als MXI heeft IRV een kleinere positie in Agrium. IRV heeft uitsluitend posities in internationale materialenondernemingen en is veel minder liquide dan MXI. Net als MXI is IRV sterk gericht op metalen en mijnbouw met bedrijven als BHP en Rio Tinto. MXI en IRV hebben gelijksoortige concentratieniveaus (MXI omvat ongeveer 120 aandelen, IRV 106) maar MXI wordt veel breder verhandeld dan IRV.