Met hoge snelheid naar rendement?

Infrastructuur is dé beleggingstrend. Voor beleggers lijken de bomen de hemel in te groeien. Terecht?

Maarten van der Pas 10 september, 2010 | 11:14
Facebook Twitter LinkedIn

De Amerikaanse president Barack Obama wil 50 miljard dollar investeren in de aanleg van wegen, spoorwegen en start- en landingsbanen. Bedrijven staan in de rij om de tweede kerncentrale in Borsele te bouwen. Voorzitter José Barroso van de Europese Commissie wil speciale obligaties uitgeven om grote transport-, energie- en ICT-projecten in Europa mee te financieren. Na tien dagen is de ruim 100 kilometer file op een snelweg richting Peking weer opgelost. De Amerikaanse fabrikant van netwerkapparatuur voor dataverkeer Cisco neemt Arch Rock over, een onderneming die zich specialiseert in slimme netwerken voor stroom en gas.

Wie de afgelopen week het nieuws volgde op internet of in de krant kon niet om infrastructuur heen. Het lijkt dé beleggingstrend. Feiten en cijfers buitelen over elkaar heen. Ze hebben één ding gemeen: ontzagwekkende investeringsprojecten en dito bedragen.

Wereldwijd
De Wereldbank, zakenbanken, consultants en fondshuizen presenteren tabellen en grafieken met alleen maar oplopende getallen en fors stijgende lijnen als het om -verwachte- investeringen in infrastructuur gaat. Waar het vorige decennium voor India het decennium van IT was, zal het komende decennium het decennium van infrastructuur zijn. In de Verenigde Staten wordt gesproken over een Railway Renaissance. Het land heeft nauwelijks hogesnelheidslijnen en wil een inhaalslag maken. China moet metro’s aanleggen om de grote inwoneraantallen van zijn steden te kunnen vervoeren. Sommige Afrikaanse landen liggen nog ver achter als het om mobiele telefonie gaat en netwerken moeten worden uitgebreid. In Westerse landen waar de mobiele telefoon wordt vervangen door smartphones kunnen de huidige netwerken het dataverkeer nauwelijks aan en schreeuwen om meer capaciteit. Brazilië organiseert kort achter elkaar het wereldkampioenschap voetbal en de Olympische Spelen wat forse investeringen in stadions en (openbaar) vervoer met zich meebrengt. De reductie van CO2-uitstoot vraagt om de bouw van kerncentrales, schonere elektriciteitscentrales en  wind- en zonneparken. Het netwerk voor elektriciteit, gas en water is verouderd en slimme netwerken met sensoren en directe communicatiemogelijkheden tussen leverancier en afnemer komen er voor in de plaats.

Kortom, de vraag naar infrastructuur neemt toe door een groeiende bevolking, meer welvaart in opkomende markten, urbanisatie, klimaatverandering en nieuwe technologie. Dat vraagt om investeringen in wegen, spoorwegen, elektriciteit (centrales en netwerken), telecommunicatie en water (leidingen, krachtcentrales, keringen en ontziltingsinstallaties). Het gaat om vervanging van bestaande infrastructuur (30 procent bij ontwikkelde landen en 27 procent bij opkomende landen) en nieuwe infrastructuur (16 procent bij ontwikkelde landen tegen 27 procent bij opkomende landen). De BRIC-landen Brazilië, Rusland, India en China zijn de usual suspects, maar denk ook aan het Midden-Oosten, Mexico, Zuid-Afrika, Turkije en Centraal- en Oost-Europa.

Infrastructuur is echt een wereldwijd thema. Vaak wordt bij infrastructuur gedacht aan opkomende landen als China, India en Brazilië maar het speelt ook in de ontwikkelde economieën.

Volgens sommige marktvorsers zijn investeringen in infrastructuur een voorwaarde voor economische groei. Obama probeert met zijn eerdergenoemde investeringsplannen annex stimuleringsmaatregelen een groot aantal nieuwe banen te creëren en de kwakkelende Amerikaanse economie aan te zwengelen.

Inhaalslag
Opmerkelijk bij de opkomende economieën is, dat China vooroploopt. Het land spendeert 9 procent van zijn bbp aan infrastructurele projecten, waar dat voor Brazilië slechts 2 procent is en voor India 5 procent. Volgens Thomas Bucher, fondsmanager bij DWS Invest Global Infrastructure, zag de Chinese overheid eerder de behoefte aan nieuwe en verbeterde infrastructuur. In India was er volgens hem een lastige politieke situatie waar de communisten in de regering private financiering van projecten tegenhielden. Bucher verwacht dat Brazilië en India een inhaalslag gaan maken en respectievelijk 5 en 9 procent van hun bbp in infrastructuur gaan investeren.

Met name Westerse landen zullen als gevolg van de economische crisis onvoldoende middelen hebben om de investeringen te financieren. Hier is een spanningsveld tussen enerzijds de economie stimuleren met uitgaven aan infrastructuur en anderzijds bezuiningen om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen. Er zullen volgens Bucher daarom meer privaat-publieke samenwerkingen komen.

De overheid speelt naast aanjager van investeringen in infrastructuur ook op een ander terrein nog een rol: wet- en regelgeving. Dat is een belangrijke factor bij infrastructuur. Bij de zoektocht naar en beoordeling van ondernemingen om in te beleggen moet volgens Bucher dan ook niet alleen worden gekeken naar het businessmodel en het management, maar ook naar de blootstelling aan wetgeving. Hoe lang loopt de concessie die een onderneming heeft er zijn er wetswijzigingen op komst. Bucher: "Een groot deel van de due dilligence bestaat uit analyse van de nationale, maar ook regionale overheid. Is het een betrouwbare overheid en wat is haar visie op beheer van infrastructuur: lage prijzen voor consumenten of aantrekkelijke rendementen voor exploitanten."

Een prettig voordeel van beleggen in infrastructuur is volgens Bucher dat het in sommige gevallen beschermd is tegen inflatie. "Zo worden tarieven van veel tolwegen elk jaar gecorrigeerd door de inflatie."

De vraag is wel of al die prachtige vergezichten aan investeringen infrastructuur en de rendementen die beleggers kunnen maken niet al lang zijn ingeprijsd in de koers van aandelen. Bucher vindt van niet. "De koerswinstverhouding van onze portefeuille is 10,7, gebaseerd op de prognoses voor 2012. Daamee beschouw ik infrastructuuraandelen als aantrekkelijk, gezien ook een verwachte gemiddelde groei van de winst per aandeel van 10 procent en een dividendrendement van 2,5 procent."

Lees het vervolginterview "We zaten in verkeerde nutsbedrijven" met Thomas Bucher over DWS Invest Global Infrastructure.

Meer weten over beleggen in infrastructuur? Lees dan ook Infrastructuur weg naar rendement.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Maarten van der Pas

Maarten van der Pas  is Financial Markets Editor bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten