Global X FTSE Norway ETF (NORW) biedt beleggers hun allereerste unieke ETF-blootstelling aan Noorwegen en wordt zo de tweede landen-ETF in Scandinavië, met iShares MSCI Sweden Index (EWD) als enige concurrent. Ook via het in augustus 2009 gelanceerde Global X FTSE Nordic 30 ETF (GXF) kan worden belegd in een bredere mand van Scandinavische aandelen. Met slechts 16 procent van dit uitgebreidere fonds speelt Noorwegen hier echter een bescheiden rol.
Deze nieuwe en uitsluitend op Noorwegen gerichte landen-ETF volgt de prestaties van de FTSE Norway 30 Index, die uit de grootste beursgenoteerde bedrijven van het land is samengesteld. In een persbericht werd Noorwegen door Global X al het predicaat ‘exporttopper’ toegedicht. Noorwegen voert effectief grote hoeveelheden olie, gas en metalen uit. Het significante handelsoverschot van het land en het omvangrijke Noorse staatsfonds kwamen in datzelfde bericht ook aan bod.
Ondanks zijn dunbevolkte karakter (4,9 miljoen inwoners in 2009) is Noorwegen een van ’s werelds rijkste landen wat het inkomen per hoofd van de bevolking betreft. Het land wordt gekenmerkt door een lage werkloosheidsgraad en volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekleedt het dankzij de offshore aardolieproductie de vijfde plaats op de wereldranglijst voor olie-export en de derde plaats voor aardgasuitvoer. Minstens 200.000 mensen (meer dan 4 procent van de Noorse bevolking) werken in de aardolie-industrie. Met het oog op de uitputting van de olie-en aardgasreserves heeft het land ook een omvangrijk oliefonds opgericht ter bevordering van de overheidsfinancieringsprogramma’s. Het ontbreken van een betekenisvol industrieel apparaat of noemenswaardige verwerkende industrie is daar de voornaamste drijfveer voor.
Global X heeft NORW’s huidige posities nog niet bekendgemaakt. Het is sinds 15 oktober wel bekend dat de referentie-index 41 procent van de activaweging toewees aan de olie- en aardgassector, 18 procent aan de financiële dienstverlening, 11 procent aan telecommunicatie en 10 procent aan de grondstoffensector. Vanaf die datum waren de vijf topposities de publieke energiemaatschappij Statoil ASA (STO) (bijna 19 procent van de index), de financiële dienstverlener DnB NOR (15 procent), het publieke telecombedrijf Telenor (11 procent), het offshore boorbedrijf Seadrill (SDRL) (6 procent), en het chemieconcern Yara International (5 procent).
NORW hanteert een kostenratio van 0,50 procent. Dat lijkt ons een redelijke vergoeding om een markt aan te boren die anders voor beleggers moeilijk toegankelijk (en prijzig) zou zijn, gezien het grote aantal posities van het fonds dat uitsluitend aan de Oslo Stock Exchange wordt verhandeld (sommige worden via het OTC Bulletin Board verhandeld).