Het kan moeilijk zijn om het tempo van de veranderingen in de sector van de beursverhandelde producten bij te houden. Nauwelijks tien jaar na de notering van de eerste ETF in Europa, zijn er nu bijna 1.400 exchange-traded products (ETP's). Dat is een overkoepelend begrip waaronder ook beursverhandelde notes (ETN's), beursverhandelde grondstoffen (ETC's) en beursverhandelde beleggingsfondsen (ETF's, ook wel indexfondsen genoemd) vallen. Eind september 2010 vertegenwoordigden al deze producten een totaal vermogen van bijna 190 miljard euro. Sinds de eerste twee fondsen die de basisindices STOXX 50 en EURO STOXX volgden, zijn we geëvolueerd naar ETP's die toegang bieden tot vrijwel elke regionale aandelenindex maar ook tot minder nuttige beleggingen zoals futures in mager varkensvlees en watergerelateerde wereldwijde nutsbedrijven.
Wat heeft 2011 in petto? De meest voor de hand liggende voorspelling is een nog groter vermogen. De kapitaalinstromen naar ETF's zijn zelfs tijdens de marktcrash van 2008 en 2009 sterk gebleven, omdat beleggers de betere liquiditeit en de lagere kosten van deze nieuwe fondsstructuur met beide handen bleven aangrijpen. Gezien de huidige kapitaalinstromen en de milde wereldwijde aandelenrendementen van vijf tot tien procent, zou het kapitaal dat belegd wordt op de Europese ETP-markt eind 2011 gemakkelijk meer dan 237 miljard euro kunnen bereiken. We zien deze tendens pas mogelijk na 2012 versnellen, als er reglementaire wijzigingen komen die van ETF's een interessantere optie maken voor het uitgebreide aantal particuliere beleggers dat zijn geld momenteel in traditionele fondsen heeft vastgezet.
Handelsvolume
In het Verenigd Koninkrijk en Duitsland begint de particuliere markt voor ETP's zich al uit te breiden, wat leidt tot de tweede voorspelling: het handelsvolume op de beurzen zal in 2011 zelfs sneller toenemen dan het vermogen. Het grote aantal institutionele beleggers in Europese ETP's verricht slechts weinig transacties en plaatst doorgaans enorme blokorders via de grootste market makers. Maar naarmate particuliere beleggers en kleinere, flexibelere hedgefondsen hun intrede maken op de markt, zouden institutionele beleggers veeleer kiezen om via de beurs te handelen. Om een zekere anonimiteit in stand te houden en kleinere orders mogelijk te maken. De aandeelhouders van deze kleinere ETP's verhogen op die manier de liquiditeit die op de beurzen beschikbaar is, waardoor veel huidige institutionele beleggers op hun beurt zullen beslissen om op de beurs te handelen in plaats van via market makers, om te besparen op transactiekosten. Uiteindelijk zou dit ertoe kunnen leiden, dat de handelsvolumes tien tot twintig procentpunten sneller groeien dan het beheerd vermogen.
Concurrentie
In 2009 en 2010 heeft een aantal nieuwe spelers zich op de Europese markt begeven, maar we verwachten niet dat 2011 hun jaar zal zijn. De grote drie ( iShares, Lyxor en db x-trackers) beheren inmiddels circa twee derde van de totale ETP-activa in Europa en hun marktaandeel zal de komende jaren wellicht solide blijven. Nieuwe spelers imiteren vaak bestaande producten, maar de huidige marktleiders zijn al op bijna elke Europese markt aanwezig. Ook zijn er binnen de verschillende activaklassen nog maar weinig niches in te vullen: er zijn al ETF-effecten voor grondstoffen, hefboomfondsen, omgekeerde indextrackers en valuta's. Het lijkt erop dat de grote spelers goed gepostioneerd zijn om hun voordeel uit te spelen: door hun grotere vermogen kunnen ze lagere kosten in rekening brengen en door hun hogere volumes kunnen ze lagere handelskosten aanbieden.
Credit Suisse lijkt de enige geloofwaardige concurrent door de recente zware investeringen in nieuw marketingpersoneel, een herkenbare merknaam en een uitgebreid productassortiment. De onderneming heeft echter slechts een Europees marktaandeel van 5 procent en is buiten haar thuisbasis in Zwitserland nauwelijks aanwezig. Om de grote drie bij te benen is er dus nog flink wat werk voor de boeg. De andere aanbieder waarvan we verwachten dat die snel zal blijven groeien is Source, dat een respectabele niche heeft veroverd door aandelenderivaten in hedgefondsportefeuilles te vervangen door ETF's. Door dit smalle toepassingsgebied blijft het productaanbod van Source relatief beperkt en vormt het dan ook geen bedreiging voor de grote, gevestigde ETP-providers. Tot nu toe zijn ze echter bijzonder succesvol geweest en ze hebben nog voldoende ruimte om in hun gekozen submarkt te groeien.
Krediet-ETFs
Onze laatste voorspelling is dat nieuwe ETF's die in 2011 worden geïntroduceerd, zich zullen richten op de opkomende markten en kredietobligaties. Vastrentende effecten behoren tot de zeldzame activaklassen die ETF's nog niet tot in hun kleinste subsectoren hebben opgesplitst, maar lang zal dit niet duren. iShares heeft een paar maanden geleden al het eerste hoogrentende obligatie-ETF op de markt gebracht en we verwachten in 2011 meer op krediet gerichte ETF's met posities in de obligatiemarkten in euro, pond en dollar. Ook verwachten we meer fondsen in opkomende markten, omdat elke provider nu eenmaal het populairste beleggingsverhaal wil verkopen. Er is in 2010 een enorme hoeveelheid geld naar aandelen en obligaties uit opkomende markten gestroomd. We kunnen dus verwachten dat er fondsen worden geïntroduceerd die beleggen in obligaties uit opkomende markten uitgedrukt in lokale valuta's, in aandelen uit één land en misschien zelfs in specifieke sectoren of in smallcaps van één land.
Enkele van deze nieuwe fondsen kunnen nuttig blijken, maar zoals dat voor alle andere beleggingsproducten geldt, is het meestal gewoon de bedoeling om meer kapitaal te verwerven. En dat zal zeker nooit veranderen.