Voorzichtigheid geboden met micro-cap ETFs!

Micro-cap exchange-traded funds (ETFs) zijn populairder dan ooit. Toch zijn het momenteel de slechtste ETFs op de markt.

Samuel Lee 17 februari, 2011 | 8:38
Facebook Twitter LinkedIn

Micro-cap exchange-traded funds (ETFs) zijn populairder dan ooit. Ze hebben sinds september uitstekende resultaten laten optekenen en daarom hebben beleggers meer dan 300 miljoen dollar in de vier micro-cap exchange-traded funds gestoken, meer dan ooit tevoren (zie onderstaande grafiek en tabel). En hiermee hebben zij zo ongeveer de slechtste ETFs gekocht die er momenteel op de markt zijn.

Ik vind ETFs prima. Ik heb er zelf het grootste deel van mijn vermogen in ondergebracht. Zij zijn echter niet geschikt voor elke vermogensklasse. Micro-cap ETFs zijn onderhevig aan vrijwel elk zwak punt in de ETF-structuur en dit is funest voor hun rendement. Het gemiddelde micro-cap ETF heeft sinds de introductie ervan een maandelijkse negatieve alfa van 0,5 procent, ofwel op jaarbasis 6,2 procent. Eenvoudig gezegd, na correctie voor de risicoblootstelling van de ETFs, zoals omvang, waarde en dynamiek, blijven zij jaarlijks rond 6 procent achter op hun werkelijke benchmarks.

Dit gemiddelde verbergt vrij grote verschillen. Het slechtst doet PowerShares Zacks Micro Cap (PZI) het, met een negatieve jaarlijkse alfa van 7,95 procent. De alfa van First Trust Dow Jones Select MicroCap Index (FDM) is 2,87 procent negatief. Aan de andere kant, een goed gestructureerd ETF zoals Vanguard Small Cap ETF (VB) heeft een alfa van nul, zoals hoort voor een indexfonds.





Introductie t/m oktober 2010                                      Alfa op jaarbasis in procenten
iShares Russell Microcap Index (IWC)                  -4,74
First Trust Dow Jones Select MicroCp Idx (FDM)      -2,87
Wilshire Micro-Cap ETF (WMCR)                           -7,68               
PowerShares Zacks Micro Cap (PZI)                      -7,95

Wat is het probleem van micro-cap ETFs?
ETFs functioneren het best wanneer de onderliggende posities worden verhandeld op efficiënte, diepe en liquide markten. De micro-capmarkt heeft deze eigenschappen niet. Er kunnen dagen, weken of maanden voorbij gaan zonder dat er van een micro-cap één enkel aandeel wordt verkocht. Micro-cap ETFs wagen zich niet zo sterk aan illiquide aandelen, maar hun posities zijn vaak nauwelijks beter. Wanneer zij systematisch zelfs kleine volumes aandelen kopen en verkopen op een relatief illiquide markt, kan dit van invloed zijn op de koersen. Ongetwijfeld spelen marktimpactkosten een grote rol in de magere prestaties van micro-cap ETFs.

Micro-cap ETFs kunnen ook te lijden hebben onder front-running. Indices zijn “stom” in de zin dat lang tevoren bekend is wat er gekocht en verkocht gaat worden. Slimme handelaren kunnen hierop anticiperen en aandelen verhandelen, en winst maken, ten koste van beleggers in indexfondsen.  Front-runners hebben nauwelijks invloed op large-capindices zoals de S&P 500 omdat arbitrageurs de aandelen wel in lijn met de reële waarde houden, maar zij kunnen beleggers die op een micro-capindex inzetten grote schade berokkenen.

Tot slot wordt een groot deel van de outperformance van micro-caps veroorzaakt door een illiquiditeitspremie. Misschien kent u de small-cappremie: sinds 1926 hebben micro-caps op jaarbasis 6 tot 7 procent beter gepresteerd dan de grootste Amerikaanse aandelen. De meest liquide small-caps presteren echter slechter dan de large-capaandelen. De small-capbonus is vooral geconcentreerd op de kleinste, minst liquide aandelen. Dus wanneer een micro-cap ETF alleen in de meest liquide aandelen handelt om koersimpact en front-running te vermijden, geeft het veel van de rendementspremie prijs.

Micro-cap ETFs zitten tussen Scylla en Charybdis: Of geld verliezen door front-running en koersimpact door in relatief illiquide aandelen te handelen, of de illiquiditeitspremie mislopen door de meer liquide micro-capaandelen in portefeuille te houden. Dit is een no-win-situatie.

Beleggingsfondsen zijn een alternatief
Micro-caps kunnen een rol spelen in een portefeuille, alleen zijn ETFs niet het goede instrument. Micro-capbeleggers kunnen zich beter op beleggingsfondsen richten, actief of passief beheerde. De gouden standaard voor passieve fondsen is DFA US Micro Cap (DFSCX). Gedurende de afgelopen vijf jaar bedroeg de maandelijkse alfa een statistisch onbeduidende negatieve 0,16 procent. Het fonds van DFA doet alles op de goede manier. Het berekent slechts 0,52 procent aan kosten, geeft alle opbrengsten van het uitlenen van aandelen door aan beleggers, houdt de omloopsnelheid laag, handelt onopvallend en maakt gebruik van het recentste wetenschappelijke onderzoek.

Bridgeway Ultra-Small Company Market (BRSIX) is ook een passieve volger van micro-capaandelen en heeft sinds de introductie een maandelijkse alfa van ongeveer 0 procent. Bridgeway gebruikt kwantitatieve filters om bedrijven te verwijderen die op de rand van de afgrond staan. De afgelopen vijf jaar hebben de filters echter het resultaat ten nadele beïnvloed en bedroeg de negatieve alfa 0,39 procent per maand. Toch zou ik geneigd zijn Bridgeway nog een kans te geven. In tegenstelling tot de micro-cap ETFs, die vrijwel tot mislukking zijn gedoemd, hebben Bridgeway’s filters het resultaat in zijn 13 jaar tellende geschiedenis soms goed gedaan, en dit kan ook in de toekomst het geval zijn.

Actief beheerde fondsen bieden misschien de beste micro-capkansen. Van de 23 micro-capfondsen met een historie van drie jaar, hebben 22 het beter gedaan dan het gemiddelde micro-cap ETF, ondanks de veel hogere kosten.

TAGS
ETF
Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Samuel Lee  Samuel Lee is an ETF Analyst with Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten