De financiële literatuur staat vol afkortingen die het veel beleggers soms moeilijk maken. Het lijkt erop dat elk nieuw financieel product voorzien is van ten minste twee nieuwe afkortingen. De wereld van de ETFs is hierop geen uitzondering. Het begint op dit punt al met het eerste misverstand, omdat ETFs of exchange-traded funds (ook wel indexfondsen genoemd) geen overkoepelend begrip is, maar een specifiek product aanduidt binnen een breder scala.
In dit eerste deel van een driedelige serie wordt een brede definitie van de verschillende beschikbare exchange-traded products (ETPs) gegeven. De volgende delen bieden een meer gedetailleerde analyse van de belangrijke aspecten van deze financiële producten om de belegger te helpen gefundeerde beleggingskeuzes te maken.
Exchange traded products (ETPs)
ETPs kunnen het best worden gedefinieerd als open beleggingen, genoteerd en verhandeld aan de beurs en afgerekend als aandelen. Het zijn passieve instrumenten die erop zijn gericht om het rendement van een bepaalde markt te repliceren, over het algemeen door een onderliggende benchmark of index te volgen. Omdat het over het algemeen open-end beleggingen zijn, noteren zij gewoonlijk op of dicht bij hun intrinsieke waarde (NAV of net asset value). In sommige gevallen worden ETPs ook exchange-traded vehicles (ETVs) genoemd.
In essentie zijn ETFs precies wat hun naam zegt: mandjes van effecten die net zoals afzonderlijke aandelen worden verhandeld op een beurs, zoals Euronext Amsterdam, de London Stock Exchange of New York Stock Exchange. In tegenstelling tot open beleggingsfondsen kunnen ETFs de hele handelsdag door gekocht en verkocht worden. Ook short gaan, buy on margin kopen met geleend geld) of stop-loss orders behoren tot de mogelijkheden. Kortom: wat met een aandeel kan, lukt ook met een ETF.
De meeste ETFs volgen een index of benchmark zoals de S&P 500 of de MSCI World Index en worden passief beheerd, mat andere woorden ze hebben geen fondsmanager. Ze rekenen minder jaarlijkse kosten dan zelfs de goedkoopste traditionele index trackers, actief beheerde fondsen die ook een index volgen en waar een manager de index probeert te verslaan.
Hoewel elke ETP-aanbieder vaak zijn eigen, iets afwijkende definitie heeft, worden ETF en ETP zowel op de markt als in de media als perfect uitwisselbare begrippen gebruikt. Het is daarom belangrijk dat beleggers ervoor zorgen dat zij weten wat de aanbieder bedoelt als zij deze producten beoordelen.
Exchange traded funds
ETFs voldoen aan de UCITS-III richtlijn en volgen gewoonlijk aandelen- of vastrentende marktindices. Om hun beleggingsdoelstellingen te bereiken, kunnen ETF-aanbieders fysieke of synthetische replicatie gebruiken. (UCITS staat for Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities. De term refereert aan een richtlijn van de Europese Unie, die vaststelt waaraan een in de EU gevestigd beleggingsfonds moet voldoen om verkocht te mogen worden in alle EU landen. In Nederland wordt UCITS ook wel ICBE genoemd.)
Fysieke replicatie kan worden bereikt via een volledige replicatie of een geoptimaliseerde steekproef. De geoptimaliseerde steekproef is gebruikelijker voor indices met een groot aantal componenten. In dat geval koopt de aanbieder alleen een mandje van geselecteerde aandelen die dezelfde risico-rendementskenmerken hebben als de onderliggende index.
Bij synthetische replicatie sluiten de ETF-aanbieders een swapovereenkomst af met één of meerdere tegenpartijen. De aanbieder gaat ermee akkoord om het rendement van een vooraf vastgesteld mandje aan effecten te betalen aan de swapleverancier, in ruil voor het indexrendement. Synthetische replicatie reduceert gewoonlijk de kosten en tracking-error, maar verhoogt het tegenpartijrisico. Voor markten die niet makkelijk toegankelijk zijn, hebben swapstructuren voordelen boven fysieke replicatie.
Tracking-error is een maatstaf die meet hoe dicht een fondsmanager bij zijn benchmarkindex blijft. Als fonds A een tracking error heeft van 2 procent en fonds B een van 4 procent dan betekent dit dat fonds B zich grotere vrijheden heeft gepermitteerd ten opzichte van zijn benchmarkindex dan fonds A. De portefeuille van fonds A lijkt meer op de benchmark dan de portefeuille van fonds B. Een tracking error van 0 procent betekent dat een fonds de index precies volgt.
Exchange traded commodities / currencies
ETCs lijken op ETFs, zij volgen echter de resultaten van de grondstoffenmarkten en gebruiken hetzij fysieke / spotcontracten of futures contracten om hun doelstellingen te bereiken en voldoen niet aan UCITS-III. Een fysieke benadering is niet doenlijk voor elke grondstof (landbouwproducten kunnen bijvoorbeeld niet jarenlang worden opgeslagen). Bovendien, in sommige gevallen waar opslag wel mogelijk is, moeten de kosten ervan worden afgewogen tegen de doorrolkosten van futures contracten.
Voor ETCs wordt een volledig onderpand afgegeven, dat wil zeggen dat het tegenpartijrisico in zijn geheel wordt afgedekt. Het belangrijkste verschil tussen ETFs en ETCs is, dat de laatste schuldeffecten zijn in plaats van fondsen.
Net als exchange traded commodities zijn exchange traded currencies schuldeffecten met onderpand. Zij bieden blootstelling aan koersen van buitenlandse valuta’s en voldoen niet aan de UCITS-III richtlijn.
Exchange Traded Notes
ETNs zijn over het algemeen senior, niet achtergestelde schuldeffecten zonder onderpand, uitgegeven door een enkele bank en genoteerd op de beurs. Zij zijn niet gedekt door activa. De bank verbindt zich ertoe om op de vervaldatum een indexrendement te betalen, onder aftrek van kosten. Door dit product te kopen, verkrijgen beleggers rechtstreekse blootstelling aan het kredietrisico van de bank die als onderschrijver optreedt.
Er zijn twee soorten ETNs: met en zonder onderpand. ETNs met onderpand zijn geheel of gedeeltelijk ingedekt tegen tegenpartijrisico en ETNs zonder onderpand zijn volledig blootgesteld aan het tegenpartijrisico. Beleggers moeten er dus voor zorgen dat zij een compleet inzicht hebben in de onderliggende risico’s van de ETN voordat zij hierin beleggen.
Deel 2 gaat dieper in op ETFs, met speciale aandacht voor hun structurering – vooral voor synthetische ETFs – en waar beleggers op moeten letten als het gaat om tegenpartijrisico en onderpand.
Dit artikel maakt deel uit van een serie over de basisbeginselen van beleggen in ETFs. Lees ook:
Wat is het verschil tussen fysieke en synthetische replicatie bij ETFs?
Een driedelige serie over ETFs, ETPs, ETNs, ETCs en andere exchange-traded products. In deel 2 de belangrijkste structuurkenmerken van ETFs.
De belangrijkste aspecten van ETNs en ETCs
Een driedelige serie over exchange-traded products van wie de naam kan leiden tot exchange-traded verwarring. In deel 3 de belangrijkste aspecten van exchange-traded notes, commodities en currencies.
ETF-jargon: NAV, premies en kortingen
Een ontcijfering van de stortvloed aan termen en afkortingen die gepaard ging met het ontstaan van de ETF-markt.
ETFs: de kneepjes van het vak
Door de lage kostenratio's zijn ETFs duidelijk interessant voor een 'goedkope', langetermijnkernportefeuille, maar hoe zit het met de transactiekosten?
De kosten van beleggen in ETFs
Total expense ratio is slechts één van de vele kosten van een ETF.