Asset allocatie is de verdeling van uw vermogen in uw beleggingsportefeuille over aandelen, obligaties, kasgeld en overige beleggingsinstrumenten. Verschillende studies tonen aan, dat deze verdeling op de lange termijn bepalend is voor het rendement dat u zult behalen. Hoewel het belang van de selectie van individuele beleggingsinstrumenten niet over het hoofd gezien mag worden, is de verdeling over de brede klassen toch belangrijker door verschillende jaren heen.
Gebaseerd op de resultaten uit het verleden kunnen we vaststellen dat aandelen meer risico met zich meebrengen (meer onzekerheid over de koers over een paar maanden, grotere bewegingen in de koersen) dan bijvoorbeeld obligaties of cash. De markt beloont de belegger voor dit risico en keert op de lange termijn hogere rendementen uit aan aandelenbeleggingen dan aan obligatiebeleggingen. De tussentijdse verliezen zijn op de aandelenmarkten ook duidelijk zwaarder dan die op geld- en obligatiemarkten.
Hieronder krijgt u eerst meer inzicht in -waarschijnlijk- hét belangrijkste gezegde dat verbonden is aan beleggen: leg niet alle eieren in één mand. Ofwel: spreid uw beleggingen. Daarnaast wordt kort ingegaan op de karakteristieken van elke beleggingsklasse om over te gaan tot de bespreking van de verschillende risico’s die met beleggen gepaard gaan. We eindigen deze tweede stap met het bepalen van de spreiding van uw vermogen over aandelen, obligaties en cash.
Niet alle eieren in één mand
Terecht kunt u zichzelf de vraag stellen waarom u niet gewoon zou kiezen voor die beleggingen waarvan u denkt dat zij de beste rendementen op lange termijn zullen geven. Dat lijkt inderdaad het gemakkelijkste. De moeilijkheid zit hem echter in het feit dat we niet kunnen voorspellen wat er op de financiële markten in de toekomst zal gebeuren. We weten dus ook niet welke beleggingen positief op die bewegingen zullen reageren.
Natuurlijk is het zeer belangrijk om de juiste individuele beleggingen te kiezen. Toch hebben verschillende academische studies, van onder meer de hoogleraren Paul Kaplan en Roger Ibbotson (beide werkzaam bij Morningstar), aangetoond dat de verdeling over aandelen, obligaties en overige beleggingsklassen een grotere invloed heeft op uw rendement dan de keuze van welk aandeel of olbigatie.
U moet dus kiezen in welke klassen u uw geld belegt: aandelen, obligaties, cash of overige. Let op: ‘of’ sluit de overige beleggingsklassen niet uit. Integendeel. Een van de bekendste spreuken in beleggersland is immers: Leg niet al uw eieren in dezelfde mand. Daarmee wordt bedoeld dat u uw geld het beste niet in één enkele beleggingsklasse belegt. In plaats daarvan moet u uw gespaarde vermogen spreiden over aandelen, obligaties, cash en overige zoals vastgoed of private equity. Daarbovenop komt, dat u binnen elke klasse moet spreiden. Zo kunt u beleggen in verschillende typen aandelen of obligaties, gespreid over verschillende sectoren en verschillende landen, zoals hieronder wordt aangegeven.
Het spreiden van uw beleggingen wordt ingegeven door de verwachting, dat verschillende beleggingsklassen elk op hun eigen manier reageren op ontwikkelingen in de financiële markten. Door uw beleggingen te spreiden vermijdt u, dat uw hele portefeuille geraakt wordt wanneer één beleggingscategorie slecht presteert. Als we terugkijken op het verleden dan stellen we vast dat de belangrijkste beleggingsklassen (aandelen, obligaties en cash) niet allemaal hetzelfde reageren op veranderingen in de financiële markten. Wanneer het vertrouwen zoek raakt en de aandelenmarkten naar beneden gaan, kiezen beleggers vaak voor kwaliteit en stijgt de prijs die u betaalt voor staatsobligaties. Als u uw portefeuille dus gespreid had over aandelen en overheidsobligaties, wordt het verlies op de aandelenmarkt gecompenseerd door het positieve rendement dat u behaalt op de obligatiemarkt. Dat is het voordeel van spreiden. Door niet alle eieren in één mand te leggen zorgt u ervoor dat het risico en daarmee ook de sterkte van de op- en neerwaartse bewegingen (volatiliteit) van uw rendement over uw hele portefeuille verlaagd wordt.
Uw asset allocatie
Zoals hierboven al aangegeven, is asset allocatie waarschijnlijk de belangrijkste beslissing die u als belegger moet maken.
Uw doelen
Bij de bepaling van de verdeling van uw beleggingsportefeuille over aandelen, obligaties of cash is het wel belangrijk om rekening te houden met uw uiteindelijke doel. Belegt u uw kapitaal voor de lange termijn, bijvoorbeeld voor uw pensioen of zet u het kapitaal opzij om over enkele jaren een huis te kopen?
Uw beleggingshorizon
De eerste stap bij het bepalen van hoe u uw vermogen spreid over beleggingen, is het vaststellen van uw beleggingshorizon. Dat is het verwachte aantal maanden, jaren of decennia die u zult gebruiken om te beleggen voor uw uiteindelijke doel. Belegt u voor uw pensioen, dan is uw beleggingshorizon gelijk aan het aantal jaren voordat u de pensioenleeftijd bereikt.
Een belegger met een langere beleggingshorizon, is over het algemeen bereid meer risico te nemen en te beleggen in meer volatiele beleggingen. Als het even tegenzit, is er nog voldoende tijd om te wachten tot de financiële markten zich herstellen. Hoe korter de beleggingshorizon, hoe minder ruimte voor tegenslag. Komt u dichter bij uw pensioenleeftijd dan is het goed om te kiezen voor minder volatiele, veiligere beleggingsinstrumenten zoals obligaties of cash.
Uw risicotolerantie
Hoe u belegt is ook afhankelijk van de mate waarin u bereid bent risico te nemen ofwel geld te verliezen. Als u niet bereid bent om op korte termijn geld te verliezen in ruil voor een hoger rendement op langere termijn, dan kunt u kiezen voor meer defensieve beleggingen zoals obligaties of cash. U stelt dan uw ingelegde bedragen meer zeker dan bij een offensieve belegging in aandelen. Maar u moet dan ook bereid zijn om, in ruil voor deze zekerheid, een lagere potentiële winst op het einde van de rit te krijgen. Een agressieve belegger vindt het niet erg om op korte termijn een (groot) gedeelte van het gespaarde bedrag te verliezen. Dat risico wil hij best lopen met het oog op een potentieel hoger rendement.
Uw risicovoorkeur hangt samen met een aantal factoren: uw leeftijd, kennis en ervaring met beleggen en de omvang en herkomst van uw vermogen. Jonge mensen zijn over het algemeen bereid meer risico te nemen dan oudere. Als u meer ervaring heeft met beleggen en de risico’s kent, kunt u deze beter inschatten. Bovendien zal een terugval op de markten als minder verontrustend ervaren worden, dan bij een belegger die daarmee voor het eerst geconfronteerd wordt. Tot slot is de omvang en de herkomst van uw vermogen een zeer belangrijke factor. Een belegger met een bescheiden vermogen is minder snel bereid verliezen te slikken en zal voorzichtiger zijn met het nemen van risico’s.
Samengevat komt het verdelen over de verschillende klassen neer op het kijken naar uw beleggingshorizon en het bepalen van uw risicoprofiel. Vervolgens kiest u een verdeling die past bij beide aspecten.
Het bepalen van uw asset mix
Als u uw doelen, beleggingshorizon en risicotolerantie heeft bepaald, kunt u nadenken over de spreiding van uw portefeuille. Zorg ervoor dat een gedeelte van uw beleggingsportefeuille liquide, snel en zonder waardeverlies omzetbaar is in cash - voor eventuele noodgevallen. Dit ‘noodfonds’ dat u opzij zet voor perioden van tegenslag zoals ziekte, ontslag of ernstige schade, dient ongeveer zo groot te zijn dat u uw levenskosten (huur, voeding, transport, verzekering, taksen) gedurende zes maanden kunt overbruggen. U kunt het geld voor noodgevallen op een spaarrekening zetten of beleggen in geldmarkt- en liquide obligatiefondsen.
Maak het uzelf niet te moeilijk bij het samenstellen van de rest van uw portefeuille. Kies voor standaardbeleggingen die u naar uw doel helpen. Beschouw meer risicovolle, trendy beleggingen als extraatje en houd ze buiten uw kernportefeuille.
Bent u bereid meer risico aan te gaan in ruil voor een mogelijk beter rendement, kies dan voor een grotere portie aandelen. Hoe hoger uw risicotolerantie hoe meer u uw portefeuille kunt positioneren naar beleggingsklassen als small- en mid-caps (kleine en middelgrote ondernemingen) of opkomende markten. Is uw beleggingshorizon korter, of bent u niet bereid risico te nemen, beleg uw kapitaal dan richting obligaties. Hou er wel rekening mee dat het rendement een stuk lager kan liggen en dat u het gevaar loopt uw doelstellingen niet te bereiken. U loopt verder, zoals eerder aangegeven, ook het risico dat inflatie uw rendement inhaalt en dat u effectief geld verliest. Afhankelijk van het risico dat u bereid bent te nemen, kunt u vervolgens uw portefeuille samenstellen.
De vraag die daarop volgt is natuurlijk: in welke mand moeten de eieren gelegd worden en hoeveel eieren leg je in elke mand? In beleggingstermen: hoeveel geld moet u beleggen in welke categorie? Door niet alle eieren in één mand te leggen, bent u in staat een gedeelte van uw portefeuille te beschermen tegen dat neerwaartse risico. Zo verlaagt u het risico en daarmee ook het effect van op- en neerwaartse bewegingen (volatiliteit) op uw hele portefeuille. Het lijkt in het begin wellicht ingewikkeld, maar dat is het niet. Al wat u nodig heeft, is een portie gezond verstand. Beleggen is geen exacte wetenschap. Iedereen kan het!