Over dips en vallende messen

Kopen op de dip of vallende messen vermijden? Morningstar ging na welke regel werkt met behulp van onze schat aan historische gegevens.

Samuel Lee 11 mei, 2011 | 9:26
Facebook Twitter LinkedIn

Kopen op de dip of vallende messen vermijden? Deze twee mogelijkheden vertegenwoordigen tegengestelde standpunten ten aanzien van dalende prijzen. Ze kunnen niet allebei kloppen, maar toch worden ze door veel beleggers gebruikt als vuistregel, zonder veel meer aanwijzingen dan persoonlijke ervaring of intuïtie. De vraag is vooral belangrijk voor ETF-beleggers met een tactische instelling en zelfs voor vastberaden strategische beleggers die een koopgelegenheid zien. Morningstar ging na welke regel werkt met behulp van onze schat aan historische gegevens.

Het testen van de strategie
We testten een eenvoudige 'kopen op de dip'-strategie: Als het rendement op drie maanden van een actief aan het begin van elke maand lager ligt dan het rendement op de T-bill op 30 dagen, dan houden we het actief; in het andere geval houden we T-bills. De bedoeling is een belegger te simuleren die consequent verandert volgens de wendingen van de markt op korte termijn. Als kopen op de dip werkt, dan zou onze hypothetische belegger buitensporige winsten moeten boeken.

Om een zo breed en zo grondig mogelijk staal te verkrijgen, hebben we indices geselecteerd die de grote activaklassen met de langste geschiedenis vertegenwoordigen, zoals de S&P 500 en de Goldman Sachs Commodity Index. We hebben ons beperkt tot de grote activaklassen waarin direct kan worden belegd, dus private equity en hedgefondsen werden niet in aanmerking genomen.

Om onze resultaten te analyseren, hadden we een redelijke benchmark nodig. Eén manier om een timingstrategie te beoordelen, is kijken of de rendementen kunnen worden verklaard door simpel geluk. Voor elke index berekenden we hoe vaak er met de 'kopen op de dip'-strategie T-bills werden gehouden, en hoe vaak het actief werd gehouden. We simuleerden zo'n duizend verschillende historische scenario's waarbij we willekeurig maanden selecteerden waarin cash of het actief werd gehouden, volgens dezelfde frequentie als de 'kopen op de dip'-strategie. Het gemiddelde rendement van die simulaties was onze benchmark. Het verschil tussen de rendementen van de benchmark en die van de strategie, en de verdeling van de rendementen van de simulaties, vertelt ons hoe waarschijnlijk de rendementen van de strategie waren.

Vallende messen
Zoals blijkt uit de onderstaande tabel, was kopen op de dip ongunstig voor de rendementen van aandelen, vastgoed en valuta's, maar niet van langlopende Amerikaanse overheidsobligaties. De verliezen zijn groot en steeds minder waarschijnlijk willekeurige gebeurtenissen. Een belegger die de S&P 500 kocht bij een dip en verkocht bij een rally zou op jaarbasis sinds 1926 een rendement hebben behaald dat 2,3% lager lag dan dat van de benchmark. De kans om zo'n lage rendementen te halen door willekeurig maanden te selecteren om de index te kopen, ligt lager dan 1%.

Rendementen van gekochte activa op dips




Om onze resultaten te verifiëren, voerden we de tests ook uit op de componenten van de indices en op aandelenindices buiten de VS. (Zie de onderstaande tabel.) Ook hier herhaalde het patroon zich. Van de 73 verschillende activaklassen die we hebben getest, vertoonden alleen het Cypriotische pond en de Koeweitse dinar een verbetering van de Sharpe-ratio, en alleen het Cypriotische pond boekte een hoger rendement dan de benchmark.

Rendementen van gekochte activa op dips—Rendementen van de componenten




Waar het op neerkomt, is dat kopen op de dip voor vrijwel elke activaklasse nadelig was voor de aan het risico aangepaste rendementen over beleggingsperioden van één maand. Het resultaat lijkt misschien tegen onze normale verwachtingen in te gaan, daar beleggers in het verleden goede resultaten hebben behaald. Maar het nastreven van waarde en het kopen op de dip zijn aparte strategieën. Waarde is gekoppeld aan fundamentele maatstaven zoals boekwaarde of winst, terwijl kopen op de dip gebeurt op basis van de prijs – technische handel eigenlijk. Het is mogelijk dat een actief dollars verliest en nog steeds een te hoge prijs heeft. Waarde is ook iets dat over jarenlange perioden wordt gerealiseerd, terwijl onze 'kopen op de dip'-strategie slechts een maand werd gehouden (hoewel er langere perioden waren waarin ze de dalingen van de markten bleef volgen). Er zijn aanwijzingen dat de slechtst presterende activaklassen uit de vorige jaren op lange termijn goede rendementen behalen, aangezien de waarderingen door het 'mean-reversionprincipe' uiteindelijk weer stijgen naar de historische normen.

Het beruchte M.O.M.
Wie vertrouwd is met 'prijsmomentum' (in academische kringen soms afgekort tot MOM) is niet verrast over de algemene ondermaatse prestaties van onze 'kopen op de dip'-strategie op korte termijn. De tendens van prijzen om trends te volgen kan aanzienlijk zijn. In 1993 publiceerden Narasimhan Jegadeesh en Sheridan Titman een studie waaruit bleek dat een longpositie in de 10% hoogst scorende Amerikaanse aandelen volgens voortschrijdende rendementen op 12 maanden, en een shortpositie in de 10% met de laagste score, maandelijks herzien en opnieuw samengesteld, tussen 1965 en 1989 positieve rendementen opleverde van 1% per maand, of meer dan 12% op jaarbasis. De studie leidde tot een storm van onderzoek dat momentum in vrijwel alle aandelenmarkten en activaklassen documenteerde, inclusief de Britse aandelenmarkt uit het Victoriaanse tijdperk. Dankzij dit uitgebreide onderzoek hebben we nu een goed idee waarom momentum bestaat en hoe het werkt.

Met de kudde mee
De meest overtuigende verklaring die wetenschappers hebben bedacht om momentum te verklaren, is ongeveer deze: Beleggers die verrassend of extreem nieuws te horen krijgen, kunnen nieuwe prijsschattingen 'vastkoppelen' aan oude prijzen, wat verhindert dat de nieuwe informatie volledig in de prijzen wordt weerspiegeld. Ook zijn beleggers terughoudend om verlies te lijden. Zo verkiezen ze minder populaire aandelen te houden tot ze het break-evenpunt bereiken, en zijn ze snel om winnaars te verkopen om winsten 'vast te zetten'. Deze twee standpunten verhinderen dat prijzen snel nieuwe informatie weerspiegelen. In plaats daarvan passen prijzen zich traag aan aan de reële waarde, waardoor ze gestage opwaartse en neerwaartse bewegingen vertonen. Andere beleggers die deze prijstendensen waarnemen, volgen doorgaans hun voorbeeld, en creëren zo een lus van positieve feedback waarbij de prijzen worden bepaald door het sentiment. In de ideale wereld die in efficiënte-markttheorieën wordt beschreven, zouden rationele beleggers dergelijke irrationele prijsschommelingen voorkomen door oververhitte activa te shorten en koopjes te kopen, maar in de echte wereld is shorten een duur en risicovol proces, en lopen beheerders die vallende messen kopen het risico hun baan te verliezen.

Er is nog toekomst voor waardebeleggingen
Volgens theoretische gedragswetenschappers is het mogelijk dat beleggers die kopen op de dip zich laten verleiden tot het vastkoppelen van prijzen wanneer zij hun schatting van de intrinsieke waarde onterecht hebben gekoppeld aan de recent geldende prijs. Dit betekent niet dat alle gevallen van kopen op de dip onredelijk zijn. Als u de moeite hebt genomen om de intrinsieke waarde van een actief te berekenen, en de prijs daalt na een of meerdere dips tot onder de intrinsieke waarde, dan is de strategie een rationele oefening in waardebeleggingen. Maar zonder al dat werk is kopen op de dip een opmerkelijk slechte regel voor technische handel.

TAGS
ETF
Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Samuel Lee  Samuel Lee is an ETF Analyst with Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten