In advertenties voor fondsen worden u vaak gouden bergen beloofd. Rendementen van het zoveelste TMT-fonds (technologie – media – telecom) werden enige jaren geleden afgebeeld in grafieken die steiler waren dan de Mont Blanc. Een goed fonds laat toch een goed rendement zien?
Het kan een prima fonds zijn, maar om dat te beoordelen heeft u meer informatie dan een grafiek nodig. Wat is de strategie van het fonds? Wat zijn de risico’s die bij deze strategie horen? Wat zijn de kosten van het fonds? En wie zit er achter het fonds?
Wat u nodig heeft zijn twee of drie belangrijke documenten. Allereerst het prospectus van een fonds(eventueel gecombineerd met introductiebericht), het laatste (halfjaar)verslag en additionele informatie. Het liefst in de vorm van ‘fact sheets’. De jaarverslagen en het prospectus zijn verplicht. Daarnaast is een fonds ook verplicht om maandelijks inzicht te geven in de portefeuille.
De manier waarop dat laatste gebeurt verschilt echter sterk van fonds tot fonds. Sommige aanbieders drukken maandelijks een fact sheet met daarop de belangrijkste informatie. Andere aanbieders vinden een goede informatievoorziening minder belangrijk en verspreiden een aantal gegevens binnen de organisatie. Als de belegger een vraag heeft, kan zijn adviseur hem te woord staan. Eis van uw beleggingsfonds een goede informatievoorziening want het zijn uw middelen die worden belegd en u blijft verantwoordelijk voor de belegging!
Het prospectus en/of introductiebericht
In het prospectus valt te lezen hoe u een belegging in een fonds kunt aangaan, hoe u aandelen kunt kopen en verkopen en waar u voor meer informatie terecht kunt. Behalve dit soort zaken zijn er echter zes dingen die u absoluut moet weten voordat u kunt beslissen of u wel of niet in een fonds wilt deelnemen.
1. Beleggingsdoelstelling
De beleggingsdoelstelling is het levensdoel van een beleggingsfonds. Wil het fonds koerswinsten op de lange termijn behalen, of wil het zijn belegger regelmatig hoge dividenden betalen? Als u belegt voor de lange termijn past de eerste doelstelling bij u. Als u regelmatige inkomsten wilt, voelt u zich allicht meer aangesproken door de tweede doelstelling. Helaas zijn beleggingsdoelstellingen vaak bijzonder vaag. Dus is de volgende sectie ook van belang.
2. Strategie
In het prospectus valt ook te lezen in welke type aandelen, obligaties of andere effecten het beleggingsfonds zal beleggen. (In het prospectus staan echter niet de namen van de aandelen waarin het fonds belegt). Aandelenfondsen geven in het prospectus aan welk type onderneming ze graag in de portefeuille opnemen, zoals kleine, snelgroeiende ondernemingen of grote gevestigde ondernemingen. Obligatiefondsen geven vaak aan of ze in veilige staatsobligaties beleggen of ook in obligaties uitgegeven door ondernemingen. Vaak worden ook de restricties die het beleggingsbeleid kent, genoemd in het prospectus.
3. Risico's
Misschien is dit onderdeel wel het belangrijkste van het prospectus. Iedere belegging gaat gepaard met risico, en het fonds is verplicht in het prospectus op de algemene en specifieke risico’s van het fonds te wijzen. Helaas zijn de risico’s vaak in algemene bewoordingen gesteld, maar soms onderscheidt het fonds zich positief door het risico af te zetten tegen het risico van andere fondsen. Bij obligatiefondsen staat vaak genoemd in welke kwaliteit debit en het fonds belegt en hoe een verlaging van de kredietwaardigheid van een debit doorwerkt op de waarde van de portefeuille.
4. Kosten
Een fonds kan geld opleveren, maar er zijn altijd kosten. In het prospectus valt te lezen wat de aankoopkosten van het fonds zijn en ook wat de jaarlijkse managementvergoeding is.
5. Bestuur
In het prospectus is meer te lezen over de organisatie van het fonds. Ook staan de direct en vaak met naam en toenaam genoemd. Helaas behoort diegene die het daadwerkelijke fondsmanagement op zich neemt vaak niet tot de directie van het fonds. Soms staat de fondsmanager nog apart vermeld. Indien dit niet het geval is kunt u de website of het jaarverslag raadplegen of de fondsaanbieder opbellen.
Als u er achter bent wie uw geld beheert, kan het nuttig zijn om eveneens te achterhalen welke fondsen de manager in het verleden nog meer in beheer heeft gehad. U kunt zo een gevoel krijgen voor de stijl en de prestaties van de fondsmanager.
6. Overige informatie
Naast veel andere zaken, valt bij de overige informatie vaak te lezen wanneer een fonds zijn jaarverslag zal uitgeven en hoe u een jaarverslag kunt bemachtigen. Daarnaast vindt u onder de overige informatie nog andere zaken die het fonds van belang acht om u mee te delen.
(Half)jaarverslag
Een jaarbericht is een biografie, een bouwtekening en een kasboek tegelijk. Een fonds is verplicht om een jaarbericht en een halfjaarbericht te publiceren. Sommige fondsen geven tevens kwartaalberichten uit. Strikt gesproken is het jaarverslag een onderdeel van het jaarbericht. Ook wij gebruiken beide termen echter door elkaar en noemen het gehele boekwerkje het jaarverslag.
Een goed jaarverslag is een biografie waarin te lezen valt wat er in de laatste zes en/of twaalf maanden is gebeurd is met het fonds en waarom. Het is een bouwtekening omdat het uiteenzet hoe het fonds is opgebouwd en welke beslissingen hieraan ten grondslag liggen. Daarnaast is het een kasboek omdat het ook de nodige financiële gegevens bevat.
Een goed jaarverslag bevat tenminste de elementen die we hieronder bespreken.
1. Verslag van de directie
Het verslag van de directie is meestal het eerste onderdeel van het jaarverslag. Vaak wordt begonnen met een algemene terugblik en vooruitblik op de economische stand van zaken. Een goed verslag is zakelijk en bespreekt de economische trends die voor fondsbeleggers van belang zijn.
2. Prestaties van het fonds
Meestal wordt het algemene gedeelte gevolgd door een meer specifieke terugblik op de prestaties van het fonds. Vaak wordt dit gedeelte door de fondsbeheerder geschreven. Een goede fondsmanager bespreekt niet alleen de positieve dingen, maar noemt ook de beslissingen waarin hij fout zat. Ook worden in een goed verslag de prestaties van het fonds vergeleken met de prestaties van relevante indices zodat de belegger zich een beeld kan vormen of de fondsmanager goed werk heeft afgeleverd of niet. In het verslag zullen zowel rendementen op de lange termijn als op de korte termijn worden besproken.
3. Portefeuilleoverzichten
Jaarverslagen geven in tabellen vaak de grootste beleggingen van het fonds. Soms wordt er per onderneming nog extra informatie verschaft. In sommige verslagen zijn ook taartgrafieken afgebeeld die inzicht geven in de spreiding van een fonds over diverse landen en sectoren.
De algemene portefeuilleoverzichten worden gevolgd door de gehele portefeuille, vaak ingedeeld per sector of per land. U zult vaak niet alle namen kennen van de aandelen (of obligaties) waarin het fonds belegt. Maar u ziet wel of het fonds zeer selectief is en zijn beleggingen concentreert in een beperkt aantal aandelen per sector of per land, of dat het ervoor kiest om binnen sectoren en landen een zeer brede spreiding aan te brengen.
4. Jaarrekening
De jaarrekening bestaat uit een balans, resultatenrekening en een kasstroomoverzicht. Daarnaast wordt de jaarrekening altijd vergezeld door toelichtingen en overige gegevens. Alhoewel de balans en resultatenrekening voor velen niet de favoriete onderdelen zijn van het jaarverslag, bevatten ze vaak veel interessante informatie. Met name de kostenstructuur van het fonds kan worden teruggevonden in de financiële cijfers en de toelichtingen. Uit de toelichtingen kunt u eveneens opmaken of de fondsmanager geld heeft geleend om te beleggen en hoeveel aandelen er van het fonds uitstaan.
6. Additionele informatie
Vrijwel iedere fondsaanbieder publiceert naast het wettelijke verplichte (half)jaarbericht en prospectus ook andere informatie. Naast dat een fonds maandelijks inzicht moet geven in het aantal uitstaande aandelen en de beleggingen, maken fondsen marketingmateriaal. Sommige aanbieders bieden goede informatie aan via het internet, andere aanbieders maken een magazine.
Het meeste heeft u aan zogenoemde ‘fact sheets’ die via internet of de post worden verspreid. Dat is een rapportje van één of twee pagina’s met daarop overzichten van de beleggingen en de prestaties van een fonds en een toelichting van de fondsmanager. Helaas verspreiden niet alle fondsen deze informatie en soms is het moeilijk om eraan te komen. Uitzonderingen daargelaten, zijn buitenlandse fondsaanbieders beter in deze maandelijkse berichtgeving dan binnenlandse fondsaanbieders. Schroom echter niet om voor extra informatie de fondsaanbieder of bank op te bellen. Het is uw geld dat wordt belegd. U heeft daarom recht op adequate en actuele informatie.
En vervolgens?
Ons advies om voor de beoordeling van fondsen gebruik te maken van deze documenten betekent niet dat u het daarbij hoeft te laten. Neem ook een kijkje naar andere, externe bronnen, zoals Morningstar, om uw fonds in perspectief te stellen. Spiegel het af tegen andere fondsen met een vergelijkbare beleggingsbenadering. Probeer te weten te komen welke kosten aangerekend worden, of de prestaties minstens even goed zijn als die van de concurrentie, en of het gelopen risico wordt gecompenseerd.
Voorafgaande lessen
1.1 Wat is een beleggingsfonds?
1.2 Waarom beleggen in een beleggingsfonds?
1.3 Beleggingsfondsen en NAV
1.4 Hoe koersen, rendementen en dividenden samenhangen
1.5 Hoe een beleggingsfonds te kiezen
Lesoverzicht >