Fondsbeheerders die waardeaandelen kopen, houden er vergelijkbare meningsverschillen op na. Alle waardebeheerders kopen aandelen aan waarvan ze geloven dat ze significant meer waard zijn dan de geldende aandelenkoers, maar ze zijn het niet altijd met elkaar eens over wat van een aandeel nu precies een koopje maakt. De waardeperceptie van een beheerder zal bepalend zijn voor de inhoud van de portefeuille en uiteindelijk ook voor de prestaties van het fonds.
Waardestrategieën kunnen ruwweg onderverdeeld worden in twee kampen: dat van relatieve waarde enerzijds en dat van de absolute waarde anderzijds. Het verbaast niet dat binnen elke groep tal van variaties voorkomen.
Relatieve waarde
Fondsbeheerders die relatieve-waardestrategieën toepassen, vergelijken de prijsratio’s van een aandeel (zoals koers/winst, koers/boekwaarde of koers/omzet) met een benchmark om vervolgens een beslissing te nemen over de bedrijfsvooruitzichten. Waarde is dus een relatief gegeven. Deze benchmarks kunnen een of meer van de volgende items bevatten:
De historische prijsratio’s
Bedrijven die verkopen tegen lagere dan gebruikelijke ratio’s kunnen aantrekkelijke koopjes opleveren voor waardebeheerders. De prijzen van deze bedrijven zijn al te vaak lager ten gevolge van “negatieve berichtgeving”, waarop de markt dikwijls overreageert.
De sector of subsector van het bedrijf
Een beheerder kan geloven dat een bedrijf abnormaal goedkoop is ten opzichte van concurrenten. Fondsen op de uitkijk voor bedrijven die ten opzichte van hun industriegenoten goedkoop zijn, kunnen veel meer koersrisico in huis halen dan absolute-waardefondsen.
De markt
In dit geval zijn de beheerders op zoek naar bedrijven die aantrekkelijk gewaardeerd lijken tegen de bredere aandelenmarktachtergrond, niet alleen ten opzichte van hun sectorgenoten. Voor die beheerders zouden technologieaandelen begin 2000 geen voor de hand liggende keuze zijn geweest om koopjes te vinden, hoewel vele van die aandelen wel in aanmerking hadden kunnen komen voor een beheerder op zoek naar bedrijven die alleen maar goedkoop waren ten opzichte van hun sectorgenoten. Voor deze beheerders kan een bedrijf aantrekkelijk gewaardeerd zijn ten gevolge van specifieke kwesties in verband met eigen bedrijfsactiviteiten die de aandelenkoers neerhaalden of omdat het een uit de gratie gevallen industrietak betreft. Dit scenario is gebruikelijk in cyclische sectoren, zoals de industrie.
Absolute Waarde
* Beheerders als Bill Miller van het Legg Mason Value LMVTX en het team van het Longleaf Partners LLPFX voeren absolute-waardestrategieën. Hier worden de prijsratio’s van een aandeel niet vergeleken. Zij trachten liever uit te vissen welke de absolute waarde van een bedrijf is, om vervolgens minder te betalen dan dat cijfer voor het aandeel.
Absolute-waardebeheerders bepalen de waarde van een bedrijf op basis van tal van factoren, waaronder de activa van het bedrijf, de balans en waarschijnlijk ook de toekomstige winsten of kasstromen. Deze beheerders kunnen ook bestuderen hoeveel particuliere kopers betaalden voor gelijkaardige bedrijven.
*VS voorbeelden