Exchange-traded funds (ETFs) zijn uitstekende aanvullingen op of vervangers van beleggingsfondsen, maar het zijn ook doeltreffende vehikels om in te spelen op langetermijntrends op de aandelenmarkten. Morningstar’s ETF Screener kan beleggers inzicht verschaffen in welke ETFs ondergewaardeerd zijn. Bijna 80 aandelenanalisten van Morningstar volgen en waarderen ongeveer 1600 in de Verenigde Staten verhandelde aandelen. Wanneer onze analisten een voldoende aantal onderliggende participaties volgen, kunnen we dus ook veel ETFs waarderen. Morningstar’s aandelenanalisten berekenen voor elk van de bedrijven die zij volgen een geraamde intrinsieke waarde (fair value). Vervolgens berekenen wij de reële waarde van een aandelen-ETF, op basis van het totaal en de weging van deze waarden. De lagere koers/reële waarde-ratio van sector- en thema-aandelen-ETFs kan voor beleggers die op zoek zijn naar een ondergewaardeerd ETF een goede maatstaf zijn.
Op dit moment toont Morningstar's ETF Screener dat een van de meest aantrekkelijk geprijsde fondsen waarvoor wij beschikken over een raming van de reële waarde het Market Vectors Steel ETF (SLX) is, het grootste op de staalindustrie gerichte ETF. Met een koers/reële waarde van 80 procent, noteert SLX tegen het hoogste disagio van een sector-ETF, met uitzondering van de financiële sector.
Zouden beleggers momenteel moeten instappen in op staal gerichte ETFs? Laten we eerst de wereldwijde staalindustrie nader bekijken en vervolgens zien welke ETFs beleggers zouden kunnen overwegen om een blootstelling aan de staalsector te verkrijgen.
Volatiel en sterk cyclisch
Staal is een belangrijk halffabricaat in veel sectoren die sterk afhankelijk zijn van economische groei, zoals de woning- en utiliteitsbouw, apparatenbouw, de auto-industrie en een breed scala aan infrastructuur waaronder wegen, bruggen en spoorwegen. Daarom is de vraag naar staal in de loop van de jaren sterk cyclisch geweest en hebben de staalprijzen tijdens de recente conjunctuurverslechtering sterk te lijden gehad. Bovendien is het economisch herstel maar gedeeltelijk terug te zien in hogere staalprijzen.
Staalproducenten zijn met allerlei problemen geconfronteerd, zoals hogere grondstofkosten (vooral voor ijzererts, waar de prijzen eerst voor een jaar werden overeengekomen, vervolgens per kwartaal en nu met veel sterkere schommelingen per maand), een gefragmenteerde concurrentiesituatie en steeds meer variabele capaciteit. Staalfabrikanten zijn nu veel sterker bereid de productie aan de vraag aan te passen dan in het verleden het geval was. Het aanbod speelt nu een veel grotere rol in de bepaling van de staalprijzen dan in het verleden.
Het staat niettemin buiten kijf, dat op de langere termijn de staalprijzen ondersteund zullen worden door de vraag uit de opkomende markten en het gebrek aan nieuwe productiecapaciteit voor ijzererts op de korte termijn. Zelfs nadat de extra productiecapaciteit waar momenteel aan gewerkt wordt in de komende paar jaar beschikbaar komt, zou de vraag uit de opkomende markten ertoe moeten bijdragen dat de prijzen hoog blijven. De helft van het wereldwijde staalverbruik komt voor rekening van China.
Waarom is de staalindustrie momenteel zo uit de gratie ten opzichte van andere sectoren? Morningstar’s aandelenanalisten menen, dat de reden kan worden samengevat in één woord: onzekerheid. De staalsector is altijd al een cyclische aangelegenheid geweest. Zo ligt de bèta van Market Vectors Steel ten opzichte van de S&P 500 rond de 1,42. Dit houdt in, dat het fonds in een stijgende markt 42 procent beter zou moeten presteren dan de benchmark en in een dalende markt 42 procent slechter.
Gezien de recente volatiliteit in de staalindustrie zijn onze analisten van mening dat de aandelenmarkten een afwachtende houding aannemen ten opzichte van staalproducenten: zij geven de spelers in de sector niet het voordeel van de twijfel van de geraamde volumegroei en de hogere verkoopprijzen (en, uiteindelijk hogere marges) voor de komende jaren. Als we naar de wereldwijde markt kijken, menen wij dat de sector zich zal herstellen in lijn met de economische groei, zowel in ontwikkelde als in opkomende markten.
ETFs op staalindustrie
Er zijn op dit moment drie ETFs waarvan wij menen dat zij de beste opties zijn voor beleggers die in de staalindustrie willen beleggen. Hieronder geven we bij elk van hen een toelichting Maar allereerst een waarschuwing: beleggers moeten een goed onderscheid maken tussen staalfabrikanten, die de afgelopen jaren sterk zijn getroffen door hogere materiaalkosten en ijzerertsmijnbouwers, die tijdens de conjunctuurverslechtering recordwinsten boekten door de hogere grondstoffenprijzen. Bedrijven als ArcelorMittal en Nucor zijn staalfabrikanten, terwijl ondernemingen als Vale, Cliffs Natural Resources, BHP Billiton en Rio Tinto zich met de winning van ijzererts bezighouden.
ETFs voor de staalindustrie hebben posities in beide soorten bedrijven, en dit maakt de keuze lastiger. Mijnbouwbedrijven zijn op basis van marktkapitalisatie over het algemeen groter, en beide exclusief op staal gerichte ETFs zijn voor marktkapitalisatie gewogen fondsen. Als gevolg daarvan zijn de grootste posities in elk fonds ijzerertsmijnbouwers, maar bestaat het grootste aantal posities in beide ETFs uit staalfabrikanten, en niet uit mijnbouwbedrijven.
Market Vectors Steel (SLX) (TER 0,55 procent)
Dit pure staal-ETF werd in 2006 geïntroduceerd en is het goedkoopste op dit gebied. Met slechts 26 aandelen vormt SLX een geconcentreerde belegging in de sector, met bedrijven van over de hele wereld. Omdat de grootste spelers in deze sector hun hoofdkantoor buiten de Verenigde Staten hebben, is bijna 64 procent van het fondsvermogen belegd in internationale bedrijven.
Toch hebben alle aandelen in dit fonds ook een notering in New York, inclusief buitenlandse staalfabrikanten als ArcelorMittal en POSCO (PKX) en buitenlandse ijzerertsmijnbouwers zoals Vale en Rio Tinto. Deze buitenlandse blootstelling zorgt ervoor dat dit ETF geschikt is voor beleggers die zich willen indekken tegen een dollarblootstelling (staalprijzen ontwikkelen zich gewoonlijk tegengesteld aan de waarde van de dollar) Dit fonds is ook vrij liquide. Er worden dagelijks bijna 150.000 aandelen verhandeld. We merken wel op dat ’s werelds grootste mijnbouwbedrijf, BHP Billiton, niet in SLX is opgenomen.
PowerShares Global Steel (PSTL) (TER 0,75 procent)
Dit is het enige andere pure staal-ETF op de markt. PSTL omvat 62 bedrijven en is daarom veel meer gediversifieerd dan SLX. Daarnaast bestaat het vrijwel geheel uit aandelen van buiten de Verenigde Staten. Amerikaanse bedrijven zijn slechts goed voor 11 procent van het fondsvermogen. Tot de belangrijkste staalbedrijven in het fonds behoren VALE, ArcelorMittal, Posco, ThyssenKrupp, Novolipetsk Steel, en Nippon Steel, terwijl van de Amerikaanse staalfabrikanten onder andere Nucor, Allegheny Technologies en U.S. Steel (X) deel uitmaken van het fonds. Tot de wereldwijde mijnbouwbedrijven in dit ETF behoren VALE en Cliffs Natural Resources.
Morningstar’s aandelenanalisten volgen niet voldoende van de aandelen in dit fonds om ons in staat te stellen de reële waarde van dit ETF te bepalen. Doorgaans veronderstellen we wel dat het net zo voordelig is als het Market Vectors Steel-ETF. Net als SLX is PSTL gewogen voor marktkapitalisatie, wat inhoudt dat zijn posities vooral gericht zijn op de grootste beursgenoteerde staalbedrijven. Sinds PSTL in 2008 werd uitgerold, heeft het rendement ervan een correlatie van 95 procent getoond met dat van SLX.
We wijzen echter op twee problemen met dit fonds. In de eerste plaats, met minder dan USD 6 miljoen aan vermogen en een gemiddeld dagelijks handelsvolume van 4.500 aandelen is dit een bijzonder illiquide fonds. Beleggers moeten dit fonds alleen kopen en verkopen met limietorders. Bovendien moeten zij de bied/laatspreads nauwlettend in de gaten houden. Ten tweede, gezien de sterke correlatie van de resultaten met SLX en de aanzienlijk hogere kosten, is SLX waarschijnlijk een betere keuze voor beleggers. PSTL kan zinvol zijn voor beleggers die in één transactie een aantal staatbedrijven buiten de Verenigde Staten willen aankopen.
SPDR S&P Metals & Mining (XME) (TER 0,35 procent)
Als een goed alternatief dat verder gaat dan staal omvat dit ETF uitsluitend in de Verenigde Staten gevestigde bedrijven in portefeuille en bezit het 41 posities, in uiteenlopende subsectoren. Staalbedrijven zijn goed voor 30 procent van het vermogen van XME, terwijl gediversifieerde metaal- en mijnbouwbedrijven 23 procent van het fonds uitmaken en kolenbedrijven 21 procent. XME heeft zelfs kleine allocaties aan op goud gerichte bedrijven (12 procent), edelmetalen en mineralen (8 procent) en aluminiumbedrijven (7 procent).
Ook voor dit fonds geldt dat Morningstar’s aandelenanalisten niet genoeg van de onderliggende aandelen volgen om een reële waarde te kunnen berekenen. Wij wijzen er verder op dat de onderliggende index van XME een stelsel van gelijke weging volgt, waardoor het fonds meer gericht is op small- en mid-caps. Als gevolg daarvan omvat dit fonds mega-capmijnbouwers, koperbedrijf Freeport-McMoRan Copper & Gold (FCX) en mijnbouwers van miniatuurformaat zoals US Gold (UXG).
Ongeacht voor welk ETF een belegger kiest om blootstelling aan de staalindustrie te verkrijgen, willen wij benadrukken dat deze ETFs, gezien hun geconcentreerde blootstelling, moeten worden beschouwd als tactische satellietbeleggingen die een breed gespreide portefeuille kunnen aanvullen.