Hoewel de Europese leiders vooruitgang lijken te boeken met een plan om de aanhoudende staatsschuldencrisis aan te pakken, neemt de grote onzekerheid over wat komen zal niet af. Onzekerheid brengt volatiliteit teweeg op de markten. De belegger met een aversie tegen risico maar toch ook met internationale spreiding als beleggingsdoelstelling zou dus wel eens een blik willen werpen op minder volatiele fondsen met relatief lagere Europese blootstelling.
Om deze fondsen te identificeren, screent Morningstar het internationale universum van aandelen-ETFs aan de hand van de volgende criteria:
1. Aandelen Regio Groter Europa < 50
Als referentiepunt heeft de opkomende-marktenindex MSCI EAFE (Europa, Australazië en het Verre Oosten) een blootstelling van 66 procent aan Europese aandelen en houdt de ontwikkelde- en opkomende-marktenindex MSCI ACWI ex-US (All Country World Index, ex-US) er een blootstelling van 50 procent aan Europese aandelen op na.
2. Rendement 12-M > 3
Als maatstaf voor kwaliteit werd een dividendscreening toegevoegd omdat wij denken dat dividenden eenn signaal van sterk management en bedrijfsrentmeesterschap kunnen zijn. Bovendien ontvangen wij andere, bijkomende bronnen van rendement in dit klimaat van lage rente en dito opbrengsten met open armen.
3. Sortino-ratio 3-J (M-eind) > 1,13
Vooral op korte termijn zijn internationale aandelen door valuta-effecten meestal volatieler dan Amerikaanse. Over de voorbije drie jaar hebben bepaalde categorieën binnen internationale aandelen niet alleen een hoge volatiliteit, maar ook sterke prestaties laten optekenen. In plaats van gebruik te maken van de standaarddeviatie of de Sharpe-ratio, die zowel opwaartse als neerwaartse volatiliteit bestraft, hanteerden wij de Sortino-ratio, die het neerwaartse risico meet aan de hand van het rendement per eenheid.
De gelijkenis met de Sharpe-ratio rust in de teller (het rendement van de portefeuille minus het risicovrije tarief). In plaats van de standaarddeviatie van de portefeuille als noemer te gebruiken, hanteert de Sortino-ratio echter uitsluitend de standaarddeviatie van de negatieve rendementen. Eenvoudiger gesteld: de Sortino-ratio neemt alleen neerwaartse volatiliteit als risico in beschouwing. De Sortino-ratio over drie jaar voor de MSCI EAFE en de MSCI ACWI ex-US bedroeg respectievelijk 0,89 en 1,13.
Wij screenden dus naar fondsen met een Sortino-ratio van meer dan 1,13. Op dit ogenblik is de Sortino-ratio niet beschikbaar in de Morningstar.com ETF-screener. We denken er echter over om deze in onze volgende update toe te voegen.
Onze screenings leverden een lijst van ongeveer 10 fondsen op. Na verwijdering van opkomende-markten-, landen- en zeer kleine fondsen bleven er nog vier ETFs over:
WisdomTree International SmallCap Dividend (DLS) is een ontwikkelde-marktenfonds met small-caps dat door een relatief lage blootstelling van 38 procent aan Europese effecten wordt gekenmerkt. Dit ETF weegt zijn constituenten op basis van jaarlijks uitbetaalde dividenden in contanten en kan momenteel een rendement van 4,2 procent voorleggen. Wij hebben het voor de wegingsmethode via dividenden, die eigenlijk een onomwonden waardemaatstaf is zonder invloed vanwege verschillen in boekhoudkundige standaarden tussen landen.
Twee redenen doen ons van internationale small-caps houden: lagere correlaties met Amerikaanse aandelen ten opzichte van internationale large-caps enerzijds, en de premie op small-caps (de neiging van small-caps om op lange termijn betere prestaties neer te zetten dan large-caps) anderzijds. Small-caps zijn doorgaans op binnenlandse markten gericht. Over de voorbije 10 jaar bedroeg de correlatie tussen de MSCI EAFE Small Cap Index en de S&P 500 80 procent, lager dan de correlatie van 90 procent tussen de MSCI EAFE Index en de S&P 500 dus.
DLS heeft deze diversificatievoordelen ook aangeboden zonder buitensporige extra volatiliteit. De standaarddeviatie over vijf jaar van rond 23 procent is in lijn met deze van de Amerikaanse small-caps, ook al zijn internationale large-caps riskanter dan de S&P 500. Momenteel bestaat het risico voor DLS uit diens omvangrijke blootstelling aan Japanse aandelen (39 procent van de portefeuille).
Vanuit historisch oogpunt hebben Japanse aandelen geholpen bij het reduceren van de volatiliteit en werden de rendementen van het fonds de voorbije vijf jaar aangestuurd door de sterke opwaardering van de yen, niet door de prestaties van Japanse aandelen. Een vertraging in de opwaardering van de yen en voortdurende ondergemiddelde prestaties van Japanse aandelen zouden DLS in de toekomst negatief kunnen beïnvloeden. De kostenratio van dit ETF bedraagt 0,58 procent en is in lijn met de TER van internationale small-capfondsen.
First Trust DJ Global Select Dividend (FGD) is een ontwikkelde-marktenfonds dat ook een weging van 20 procent heeft toegekend aan Amerikaanse aandelen. Dit ETF kent componenten een weging toe op basis van dividendrendement, maar screent eerst naar de kwaliteit van het dividend om aandelen te vermijden die een onhoudbaar hoog dividend uitbetalen. De Sortino-ratio over drie jaar van 1,86 plaatst dit fonds in de hoogste rangen onder de brede ontwikkelde-marktenfondsen omdat het geen enkele van de grote Amerikaanse en Europese banken aanhoudt.
De meeste participaties in de financiële sector bevinden zich in Australische banken en Britse verzekeringsmaatschappijen. De zware weging van dit ETF in Amerikaanse nutsbedrijven heeft ook bijgedragen aan de sterke rendementen van het voorbije jaar. Momenteel bedraagt het rendement 4,8 procent en beloopt de kostenratio 0,60 procent.
De eenvoudigste manier om Europa te omzeilen, is door te beleggen in een fonds met Aziatische klemtoon, zoals het WisdomTree Asia-Pacific ex-Japan (AXJL). Dit ETF belegt over ontwikkelde en opkomende Aziatische landen heen (met uitzondering van Japan), maar de participaties ervan bestaan overwegend uit Australische (25 procent van de portefeuille) en Hongkongse bedrijven (19 procent). Net zoals DLS is dit ETF een fonds met klemtoon op dividenden. Het huidige rendement bedraagt 4,7 procent. AXJL verzamelt de 300 grootste bedrijven van de Aziatische regio en kent aan elke constituent een weging toe op basis van jaarlijks uitbetaalde dividenden in contanten. Met betrekking tot brede internationale fondsen heeft AXJL een lagere correlatie met Amerikaanse aandelen, aangezien de meeste large-caps in dit fonds niet concurreren met de large-cap-multinationals van de financiële, consumentengoederen-, energie en gezondheidszorgsectoren van de Verenigde Staten en Europa.
Wie interesse heeft voor dit fonds, moet er als belegger wel positieve vooruitzichten op nahouden wat China en de regio betreft. China is goed voor amper 11 procent van het fonds, maar de economie van het land heeft een buitenproportionele invloed op het fonds, omdat vele participaties zaken doen met China of beleggen in het land.
Een vergelijkbaar thema vinden we terug in het iShares MSCI Pacific ex-Japan (EPP). Dit fonds verschilt echter van AXJL omdat het alleen belegt in ontwikkelde Aziatische landen, waaronder Australië (goed voor 64 procent van de EPP-portefeuille), Hongkong (20 procent) en Singapore (13 procent). Hoewel bedrijven uit deze landen minder volatiel kunnen lijken omdat ze in landen zijn gevestigd met degelijk ontwikkelde kapitaalmarkten en dito regelgeving, kan schijn ook bedriegen.
Eén risico dat het noteren waard is, ligt in de weging van 19 procent van het fonds in Hongkongse en Singaporese ondernemingen. Veel van deze ondernemingen zijn actief in vastgoedontwikkeling met een hoge blootstelling aan onroerend goed in China, waar de overheid een mogelijke vastgoedbel heeft getracht tegen te houden. De blootstelling van dit fonds aan de Australische dollar via de Australische participaties is ook een risicobron. De Australische dollar wordt namelijk beschouwd als een grondstoffenvaluta: de wisselkoers kan sterk schommelen tijdens perioden van marktvolatiliteit.
Als laatste punt halen we aan dat hoewel de weging van dit fonds in de materialensector Amerikaanse beleggers (die er doorgaans geen hoge blootstelling aan hebben) diversificatievoordelen kan opleveren, er ook een bron van volatiliteit in schuilt. Het rendement van dit fonds is 4,3 procent en de kostenratio bedraagt 0,50 procent.