Hedge fund strategieën

Welke beleggingsstrategieën passen hedge funds toe en wat zijn de karakteristieken.

Morningstar Europe Editor 05 januari, 2012 | 16:29
Facebook Twitter LinkedIn

1. Directional Equity

  • Asia/Pacific Long/Short Equity
  • Bear-Market Equities
  • China Long/Short Equity
  • Emerging-Markets Long/Short Equity
  • Europe Long/Short Equity
  • Global Long/Short Equity
  • U.S. Long/Short Equity
  • U.S. Long/Short Small-Cap Equity

2. Directional Debt

  • Long/Short Debt

3. Event

  • Distressed Securities
  • Event-Driven
  • Merger Arbitrage

4. Global Derivatives

  • Currency
  • Global Macro
  • Systematic Futures
  • Volatility

5. Multistrategy

  • Fund of Funds – Debt
  • Fund of Funds – Equity
  • Fund of Funds – Event
  • Fund of Funds - Macro/Systematic
  • Fund of Funds – Multistrategy
  • Fund of Funds - Relative Value

6. Relative Value

  • Convertible Arbitrage
  • Debt Arbitrage
  • Diversified Arbitrage
  • Equity Market Neutral


1. Directional Equity

Fondsen in de categoriegroep directional-equity beleggen vooral in aandelen en kunnen long- en short-posities innemen. Managers kunnen ook opties gebruiken om een hefboomeffect op hun positie te krijgen of om hun positie te hedgen. Hedge funds die in verschillende mate short-posities aanhouden, hebben waarschijnlijk andere risicoparameters, bèta-blootstellingen en rendementsstromen dan traditionele long-only fondsen of indices. Deze fondsen hebben gewoonlijk hetzij een netto long- of een netto short-blootstelling aan de aandelenmarkten, in tegenstelling tot arbitragefondsen die vaak streven naar een evenwicht tussen long- en shortblootstellingen.

1.1 Asia/Pacific Long/Short Equity
Deze fondsen nemen voornamelijk long- en short-posities in aandelen uit de regio Azië/Pacific in. Ten minste 75 procent van een fonds in deze categorie is belegd in aandelen en 75 procent van die aandelen komt uit de meer ontwikkelde landen in Groot-Azië. Deze fondsen volgen een strategie van aandelenbeleggingen, maar kunnen ook in beperkte mate derivaten inzetten. Deze fondsen hebben gewoonlijk een bèta-blootstelling van meer dan 0,3 aan aandelenindices in Azië/Pacific zoals de MSCI AC Asia Pacific.

1.2 Bear-Market Equities
Deze fondsen beleggen het grootste deel van hun activa in aandelen. Het grootste deel van de portefeuille bestaat uit short-aandelenposities om te profiteren van verwachte markt- of aandelenkoersdalingen, waardoor een netto blootstelling aan aandelen van ten hoogste negatief 20 procent ontstaat. Sommige beheerders beleggen de opbrengsten van hun short-posities in activa met een laag risico, terwijl andere een deel in long-aandelenposities steken met als doel indekking tegen een brede marktstijging.

In het geval van een brede stijging van de markt, verliezen deze fondsen geld op hun short-posities, maar verdienen zij op hun long-posities. Short-posities zijn gewoonlijk goed voor 60 tot 85 procent van de fondsactiva, hoewel sommige beheerders 100 procent short kunnen zijn. Deze fondsen hebben normaliter een bèta van minder dan -0,3 aan aandelenindices zoals de S&P 500 of MSCI World.

1.3 China Long/Short Equity
Deze fondsen beleggen uitsluitend in aandelen van in China gevestigde ondernemingen. Deze categorie omvat onder meer fondsen die in China zijn gevestigd en onderworpen zijn aan beleggingsbeperkingen, waardoor de flexibiliteit van de fondsbeheerder aanzienlijk ingeperkt wordt. Sommige van deze beperkingen zijn restricties op short-verkopen en op beleggingen in aandelen buiten China. Fondsen die zich op China richten, maar niet onderhevig zijn aan beleggingsbeperkingen, worden naar goeddunken van de Morningstar-analisten ingedeeld in Emerging Markets Long/Short Equity.

1.4 Emerging Markets Long/Short Equity
Deze fondsen nemen long- en short-posities in aandelen uit opkomende markten in. Ten minste 75 procent van de bruto blootstelling van een fonds in deze categorie aan aandelen en 75 procent van die aandelen zijn afkomstig uit opkomende landen. Deze fondsen volgen een strategie van aandelenbeleggingen, maar kunnen in beperkte mate ook derivaten inzetten. Een toelichting op de verschillen tussen Morningstar’s methodiek voor opkomende en ontwikkelde markten is te vinden in de Morningstar Regions-methodiek. Deze fondsen hebben gewoonlijk een bèta-blootstelling van meer dan 0,3 aan aandelenindices van opkomende markten zoals de MSCI EM.

1.5 Europe Long/Short Equity
Deze fondsen nemen voornamelijk long- en short-posities in Europese aandelen in. Ten minste 75 procent van de bruto blootstelling van een fonds in deze categorie is belegd in aandelen en 75 procent van deze aandelen zijn afkomstig uit ontwikkelde Europese landen. Deze fondsen volgen een strategie van aandelenbeleggingen, maar kunnen ook wat derivaten inzetten. Deze fondsen hebben gewoonlijk een bèta-blootstelling van meer dan 0,3 aan Europese aandelenindices zoals de MSCI Europe.

1.6 Global Long/Short Equity
Deze fondsen nemen voornamelijk long- en shortposities in aandeleneffecten in, maar passen niet in een van de andere regionale categorieën, omdat zij zich niet primair op een bepaalde regio richten. Ten minste 75 procent van de bruto blootstelling van het fonds is aan aandelen. Deze fondsen hebben gewoonlijk een bèta-blootstelling van meer dan 0,3 aan een wereldwijde aandelenindex zoals de MSCI World.

1.7 U.S. Long/Short Equity
Deze fondsen nemen voornamelijk long- en short-posities in Amerikaanse aandelen in. Deze fondsen volgen een strategie waarbij ten minste 75 procent van de bruto fondsblootstelling aan aandelen is, waarbij 75 procent van die aandelen afkomstig zijn uit de Verenigde Staten. Het fonds kan in beperkte mate ook in derivaten beleggen Deze fondsen hebben gewoonlijk een bèta van 0,3 of hoger ten opzichte van brede Amerikaanse indices als de S&P 500 en de DJ Wilshire 5000.

1.8 U.S. Long/Short Small-Cap Equity
Deze fondsen nemen voornamelijk long- en short-posities in Amerikaanse small-capaandelen in. Ze volgen een strategie van aandelenbeleggingen, maar kunnen in beperkte mate ook derivaten inzetten. De portefeuilles moeten voor ten minste 60 procent zijn blootgesteld aan small-capaandelen uit de VS, Canada en andere ontwikkelde Noord- en Zuid-Amerikaanse landen en de fondsen mogen geen regelmatige blootstelling hebben aan larger-capaandelen uit diezelfde landen.  


2. Directional Debt
Fondsen in de categorie directional-debt richten zich op brede marktveranderingen en koersen in vastrentende producten. In vele gevallen selecteert de fondsmanager verschillende vastrentende producten zoals hoogrentende obligaties of schuldeffecten uit opkomende markten om een vaste beleggingsstroom te bieden. Veel fondsen in schuldeffecten maken gebruik van een hefboomwerking om hogere rendementen te bieden. In tegenstelling tot debt arbitrage-fondsen heeft deze soort fondsen gewoonlijk netto een long-marktblootstelling.

2.1 Long/Short Debt
Deze fondsen zetten voornamelijk in op de richting van de wereldwijde vastrentende markten. Long- en shortposities zijn gewoonlijk onafhankelijk van elkaar. De posities compenseren elkaar niet volledig, wat vaak leidt tot netto blootstellingen van minder dan -20 procent of groter dan 20 procent. Het grootste deel van de fondsactiva wordt belegd in schuldeffecten, maar de fondsbeheerder kan ook van andere instrumenten gebruikmaken. Deze fondsen kunnen beleggen in schuldeffecten uit opkomende markten, de VS en andere landen, evenals in credit default swaps. Ook fondsen die zich richten op speciale financieringsvarianten zoals mezzanine financiering en debtor-in-possession-fondsen vallen in deze categorie. Ten minste 75 procent van de blootstelling is verbonden met vastrentende beleggingen en de short-blootstelling is groter dan 20 procent.


3. Event
Fondsen in deze brede categoriegroep proberen te profiteren van koersveranderingen van aandelen of obligaties als gevolg van bepaalde gebeurtenissen zoals faillissementen, fusies of overnames. De managers gebruiken gewoonlijk short posities of derivaten om hun marktblootstelling te hedgen. Deze posities stellen het fonds in staat om van de met de gebeurtenis zelf verbonden koersverandering te profiteren en maken het fonds ongevoelig voor de bredere marktontwikkelingen.

3.1 Distressed Securities
Deze fondsen specialiseren zich in ondernemingen die in financiële problemen zitten en misschien geconfronteerd worden met faillissementen, overhaaste verkopen, herstructureringen of een financiële reorganisatie. Een fonds kan alleen long-posities innemen in het aandeel of de schuldeffecten van een bedrijf, of kan proberen koersverschillen te benutten tussen verschillende delen van de kapitaalstructuur van een onderneming. Bijvoorbeeld door senior-schulden te kopen en short te gaan op preferente aandelen. Het hedge fund kan ook proberen de zeggenschap over een onderneming te verkrijgen, zodat het de uitkomst rechtstreeks kan beïnvloeden. Tijdens faillissementsprocedures gebeurt het vaak dat crediteuren de geleende bedragen inruilen voor aandelen in de entiteit die na het faillissement ontstaat.

3.2 Event-Driven
Deze fondsen streven ernaar om te profiteren van koerswijzigingen verbonden met een veelheid aan gebeurtenissen, waaronder faillissement, doorstart, desinvesteringen, terugkoop van aandelen, dividenduitkeringen, belangrijke wijzigingen in bedrijfsstrategie en andere atypische gebeurtenissen. Veel van deze fondsen gaan proactief te werk om verdere veranderingen bij de onderliggende bedrijven teweeg te brengen.

3.3 Merger Arbitrage
Deze fondsen streven ernaar om  te profiteren van koersveranderingen gerelateerd aan fusies, overnames en verkoop van bedrijfsonderdelen van de onderliggende ondernemingen. Deze strategieën houden gewoonlijk het kopen van het aandeel van een overnamedoel en het verkopen van aandelen van de overnemende partij in.


4. Global Derivatives
Fondsen in de categoriegroep global-derivatives bestuderen breed gebaseerde ontwikkelingen en koersen op de markten wereldwijd. Deze fondsen nemen vaak tactische besluiten over een optimale vermogensallocatiemix en gebruiken aandelen, obligaties, valuta’s, derivaten en grondstoffen in hun portefeuille. Veel managers kijken naar nieuwe trends in landen, sectoren en geopolitieke ontwikkelingen. Sommige beheerders proberen ook in tijden van onzekerheid te profiteren van de algemene marktvolatiliteit.

4.1 Currency
Valutaportefeuilles beleggen in verschillende valuta’s door gebruik te maken van kortlopende geldmarktinstrumenten, derivaten inclusief en niet beperkt tot valutatermijncontracten, indexswaps en opties en deposito’s. In deze groep vallen fondsen die valuta’s systematisch verhandelen en fondsen waar de handelstransacties op discretionaire basis geschieden.

4.2 Global Macro
Deze fondsen baseren hun beleggingsbeslissingen op het brede macro-economische klimaat. Zij zoeken naar beleggingskansen door factoren te bestuderen zoals de wereldeconomie, overheidsbeleid, rentetarieven, inflatie en markttrends. Als opportunisten zijn deze fondsen niet beperkt tot een specifieke vermogensklasse en kunnen ze beleggen in diverse activa zoals aandelen, obligaties, valuta’s, derivaten en grondstoffen. Deze fondsen beleggen voornamelijk via de derivatenmarkten. Zij handelen gewoonlijk naar eigen goeddunken en gebruiken geen systematische strategie. Ten minste 60 procent van de fondsblootstelling wordt verkregen via derivaten.

4.3 Systematic Futures
Deze fondsen verhandelen liquide futures, opties en valutacontracten, vooral in overeenstemming met trendvolgende strategieën (bijvoorbeeld door meer dan 50 procent van de fondsblootstelling te koppelen aan dergelijke strategieën). Deze strategieën zijn eerder koersbepaald (technisch) en systematisch (geautomatiseerd) dan fundamenteel of discretionair. Trendvolgers handelen gewoonlijk wereldwijd op gediversifieerde markten voor onder meer grondstoffen, valuta's, staatsobligaties, rentetarieven en aandelenindices. Sommige trendvolgers concentreren zich echter op bepaalde markten, zoals rentetarieven. Deze strategieën doen het goed als de markten duidelijke richtingstrends tonen, hetzij opwaarts of neerwaarts. Sommige systematic futures strategieën werken met mean-reversion  of counter-trend strategieën in plaats van met momentum of trendvolgende strategieën. Ten minste 60 procent van de fondsblootstelling wordt verkregen via derivaten.

4.4 Volatility
Volatiliteitsstrategieën handelen in volatiliteit als vermogensklasse. Directional volatility strategieën streven ernaar te profiteren van de trend in de impliciete volatiliteit die is verankerd in derivaten die betrekking hebben op andere vermogensklassen. Volatility arbitrage streeft ernaar te profiteren van impliciete volatiliteitsafwijkingen tussen gerelateerde effecten.


5. Multistrategy
De brede activaklasse multistrategy omvat de hedgefondsen die verschillende technieken samen gebruiken in één fonds.

5.1 Multistrategy
Deze fondsen bieden beleggers blootstelling aan meerdere van elkaar verschillende hedge fund beleggingstactieken. In de meeste gevallen worden al deze activa intern door het hedge fund beheerd, maar de activa kunnen verdeeld zijn over verschillende portefeuillebeheerders, die zich elk op een andere strategie richten. Dit mag niet verward worden met een fund-of-funds, dat externe portefeuillebeheerders en –strategieën gebruikt en een tweelaagse beheer- en prestatievergoeding met zich meebrengt. De blootstelling van een belegger aan verschillende tactieken kan in de loop van de tijd wat veranderen, als respons op marktontwikkelingen.

5.2 Fund of Funds - Debt
Schuldeffectfondsen hebben statistisch significante bèta’s tegenover ten minste één schuldeffectenindex of een krediet- of durationspread. Deze fondsen richten zich voornamelijk (ten minste 50 procent) op schuldeffectengerelateerde hedge fund strategieën. Schuldeffectenfondsen kunnen geografisch gespreid zijn of zich juist op een bepaalde regio richten. Deze fondsen kunnen beleggen in strategieën anders dan directional schuldeffectstrategieën, maar het systematische risico wordt gedomineerd door correlaties met vastrentende beleggingen.

5.3 Fund of Funds - Equity

Deze fondsen hebben statistisch significante bèta's tegenover ten minste één aandelenindex en richten zich voornamelijk (ten minste 50 procent) op aandelengerelateerde hedgefondsstrategieën. Aandelenfondsen kunnen geografisch gespreid zijn of zich juist op een bepaalde regio richten.

5.4 Fund of Funds - Event
Event fondsen beleggen voornamelijk in event-driven strategieën, met 50 procent of meer van de portefeuille in een of meer van de volgende event-driven strategieën: merger arbitrage, distressed securities en event-driven. Event funds hebben gewoonlijk een hoge bèta tegenover de single-strategy Morningstar index met dezelfde naam.

5.5 Fund of Funds - Macro/Systematic
Deze fondsen beleggen voornamelijk (ten minste 50 procent) in de Morningstar-categorieën global derivatives, die systematic futures, global macro, volatility en currency omvatten. Global Derivatives fondsen beleggen vooral in zeer liquide instrumenten als futures en opties en gebruiken verschillende instrumenten om in valuta’s te handelen. De strategieën van de onderliggende fondsen kunnen systematisch of discretionair zijn, technisch of fundamenteel of een combinatie van deze vier. Deze fondsen zijn gewoonlijk gespreid over global derivative strategieën.

5.6 Fund of Funds - Multistrategy
Multistrategiefondsen hebben gewoonlijk statistisch significante bèta’s tegenover verschillende vermogensklassen (zoals schuldeffecten, aandelen, event-driven en global derivatives), zonder dat zij vanwege hun concentratie op een bepaalde vermogensklasse in een andere hedge fundscategorie zouden thuishoren. Er is dus geen specifieke vermogensklasse die bepalend is voor het feit of het fonds op koersstijgingen of –dalingen is gericht.

5.7 Fund of Funds - Relative Value
Deze fondsen leveren rendementen op die niet goed kunnen worden verklaard vanuit directional hedge fundsfactoren. Ze tonen over het algemeen r-kwadraatresultaten van minder dan 30 procent in multifactorregressies waarbij veel voorkomende bepalende factoren voor hedge fundsrendementen worden gebruikt. De onderliggende fondsen waarin deze fondsen beleggen omvatten gewoonlijk een zeer hoge allocatie aan relatieve waarde-/arbitragestrategieën. In sommige gevallen, als andere informatie waardevoller blijkt dan de regressieresultaten, kunnen de hedgefondsanalisten van Morningstar in beperkte mate afwijken van de r-kwadraatregel.


6. Relative Value
Fondsen in de relative-value categoriegroep bestuderen de koersrelatie tussen paren van aan elkaar gerelateerde effecten. Beheerders nemen een long-positie in de effecten die ondergewaardeerd lijken en een short-positie in de effecten die overgewaardeerd lijken. De beheerder houdt de posities aan tot de koersdiscrepantie verdwijnt. Deze strategieën zijn gewoonlijk marktneutraal. Omdat markten over het algemeen efficiënt zijn, zijn koersdiscrepanties gewoonlijk klein en houden zij maar kort aan. Daarom maken deze fondsen vaak gebruik van een zeer grote hefboomwerking en gebruiken zij geleend geld om de omvang van de mogelijke winsten te vergroten.

6.1 Convertible Arbitrage
Deze fondsen richten zich op de relatie tussen het aandeel en de converteerbare obligaties van een bedrijf. Converteerbare obligaties bevatten een mogelijkheid om de obligatiehouder zijn obligatie te laten inruilen voor gewone aandelen, tegen een bepaalde koers en in bepaalde omstandigheden. De obligatie is gewoonlijk ondergewaardeerd en daarom kopen beheerders de obligatie en gaan ze short op het aandeel om het aandelenrisico in te dekken. Deze fondsen ontwikkelen strategieën om hun blootstelling aan renterisico, wanbetalingsrisico en illiquiditeit in de markt voor converteerbare obligaties te beheersen, evenals de koersvolatiliteit in zowel de aandelen- als obligatiemarkten. Omdat de koersdiscrepanties gewoonlijk zeer klein zijn, gebruiken vele van deze fondsen hefboomwerking om hun rendementen te maximaliseren.

6.2 Debt Arbitrage
Deze fondsen zoeken naar koersdiscrepanties tussen verschillende private en publieke vastrentende instrumenten en speuren de wereldwijde markt af naar mogelijkheden. Portefeuillebeheerders in deze categorie beleggen voornamelijk in derivaten op vastrentende instrumenten. Deze fondsen hebben gewoonlijk een lage bèta-blootstelling (minder dan 0,3 in absolute zin) aan obligatiemarktindices zoals de Barclay’s Capital Aggregate Bond-index. Dit in tegenstelling tot andere schuldeffectcategorieën, die een hogere netto marktblootstelling hebben.

6.3 Diversified Arbitrage
Deze fondsen zoeken naar koersdiscrepanties tussen paren of combinaties van effecten, onafhankelijk van de vermogensklasse. Deze fondsen gebruiken vaak combinaties van debt arbitrage, equity arbitrage en convertible arbitrage tussen andere relatieve-waardestrategieën. Deze fondsen spelen niet of nauwelijks in op de richting van de markt. Zij hebben gewoonlijk een lage bèta-blootstelling tegenover alle riskante indices.

6.4 Equity-Market Neutral
Deze fondsen streven ernaar om systematische risico’s te reduceren die voortvloeien uit factoren als blootstellingen aan sectoren, marktkapitalisatiebandbreedten, beleggingsstijlen, valuta’s en/of landen. Zij proberen dit te bereiken door short-posities op elk terrein te compenseren met long-posities. Deze strategieën worden vaak bèta-neutraal, dollar-neutral of sector-neutraal beheerd. Een onderscheidend kenmerk van fondsen in deze categorie is dat zij gewoonlijk een lage bèta-blootstelling (minder dan 0,3 in absoluut opzicht) hebben aan aandelenmarktindices zoals de MSCI World. In een poging om de systematische risico's te verminderen, leggen deze fondsen de nadruk op emissieselectie, waarbij de winsten afhankelijk zijn van hun vermogens om de juiste effecten short te verkopen en long te kopen.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Morningstar Europe Editor  .

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten