Het totaalrendement op een belegging kan worden onderverdeeld in twee bronnen: dividenden en koerswinsten. Hoewel we niet mogen vergeten dat het totaalrendement uiteindelijk het belangrijkst is, kan het leerzaam zijn om de bron van rendement tussen dividendrendementen en kapitaalwinsten op te sporen. Met name voor beleggers die streven naar inkomsten. Als u rekent op een specifiek niveau voor het dividend per aandeel van uw ETF, dan heeft u een goede reden om wat dieper te graven in de details van fondstransacties.
Een ETF dat aandelen bezit, verzamelt de dividenden op basis van het aantal aandelen van de onderliggende ondernemingen die het in de loop van de tijd houdt. Periodiek zal het fonds deze ingezamelde dividenden uitbetalen aan zijn aandeelhouders. Maar wat gebeurt er als er nieuwe ETF-aandelen worden gecreëerd? Zo had het WisdomTree Equity Income (DHS) in juni 2010 zo'n 3,1 miljoen uitstaande aandelen. Op 30 juni keerde het een dividend van USD 0,44 per aandeel uit aan geregistreerde aandeelhouders. Dit kwam neer op een niet-geannualiseerd rendement van ongeveer 1,4 procent.
In de loop van het volgende kwartaal verzamelde het dividenden op basis van het aantal aandelen in het fonds van gemiddeld circa 3,2 miljoen. In de dagen voor het volgende dividend medio september, verdubbelde het aantal uitstaande aandelen in het fonds echter bijna tot 6,1 miljoen. Omdat het totale dividend nu over meer aandeelhouders was gespreid, daalde het dividend per aandeel tot USD 0,20 voor een rendement van circa 0,5 procent. De nieuwe ETF-aandeelhouders verwaterden dus het dividend dat werd ontvangen door de bestaande ETF-aandeelhouders. Maar betekent dit dan dat de bestaande aandeelhouders werden beroofd? Niet helemaal. Hier volgt eerst wat voorafgaande uitleg over dividenden.
Dividendrendementen genoteerd na aftrek van kosten
Als u de ticker van een ETF invoert in het zoekvenster op morningstar.nl, wordt aan de linkerkant de koers weergegeven, en aan de rechterkant een aantal statistieken, inclusief het rendement (yield). Dit is de som van alle dividenden die over de afgelopen 12 maanden door het fonds zijn betaald, gedeeld door de intrinsieke waarde aan het eind van de vorige maand. SPDR S&P Dividend (SDY) heeft bijvoorbeeld een dividendopbrengst van ongeveer 3,2 procent. Als u echter kijkt naar de statistieken over de aandelen in het ETF, wordt het gemiddelde dividendrendement van de aandelen in de portefeuille weergegeven als 3,7 procent. Hoe kan het verschil van 0,5 procent worden verklaard?
Het grootste deel van het verschil tussen het dividendrendement van het fonds en het gewogen gemiddelde dividendrendement op de onderliggende aandelen in de portefeuille vloeit voort uit de kostenratio van 0,38 procent, die op dividenden in mindering wordt gebracht alvorens ze aan de aandeelhouders worden uitbetaald. Hoewel het hoogste belastingtarief op kapitaalwinsten op lange termijn en in aanmerking komende dividenden volgens de huidige wetgeving identiek blijft, was het hoogste tarief op dividenden in het verleden hoger. Daardoor leek het logischer om de kosten uit de dividenden te halen en niet uit de intrinsieke waarde.
Uiterste datum voor dividenden
Om een dividend te ontvangen, moet u op de registratiedatum geregistreerd zijn als eigenaar van het fonds. Omdat de afwikkeling van ETF-transacties drie dagen in beslag neemt, moet u het fonds vóór de registratiedatum kopen om het volgende dividend te ontvangen. De eerste dag waarop een fonds zonder zijn dividend wordt verhandeld, staat bekend als de ex-datum. Op de ex-datum zou de intrinsieke waarde van een fonds moeten dalen met het bedrag van het dividend, aangezien niemand die op deze datum koopt, recht heeft op de ontvangst van het dividend.
De recentste registratiedatum van het SPDR S&P 500 (SPY) was 22 maart 2011, en de laatste dag waarop u het fonds kon kopen en nog steeds dat dividend ontvangen, was 17 maart. Op de ex-datum, 18 maart, was de intrinsieke waarde van het fonds licht gedaald, ook al was de S&P 500 die dag 43 basispunten gestegen. Het verschil kon worden verklaard door het dividend dat werd betaald aan iedereen die het ETF op 17 maart bezat. Dus ook al zagen eigenaren van het ETF hun intrinsieke waarde dalen, hun totaalrendement stemde ongeveer overeen met dat van de index.
Dit verklaart waarom de bestaande aandeelhouders van DHS niet slechter af waren nadat nieuwe aandeelhouders voor het dividend instapten. Hoewel het klopt dat als het aantal aandelen niet was verdubbeld, hun dividend tweemaal zo hoog zou zijn geweest, is het goede nieuws dat de intrinsieke waarde slechts half zo veel daalde als indien die nieuwe aandelen niet waren gecreëerd. Hoewel het dividendrendement dus lager is na de creatie van de nieuwe aandelen, blijft het totaalrendement gelijk.
Over het volgende kwartaal verzamelde DHS dividenden uit zijn onderliggende aandelen op basis van het nieuwe, hogere aantal aandelen. Maar in de loop van het kwartaal werd DHS geconfronteerd met nettoterugkopen van aandelen, waardoor die hogere ingezamelde dividenden werden gespreid over minder aandelen, resulterend in een dividend van USD 0,57 per aandeel. Uitkeringen van kapitaalwinsten kunnen eveneens een invloed hebben op de intrinsieke waarde, zoals beschreven in dit artikel van Christine Benz.
De verandering in het dividendbedrag als gevolg van kapitaalstromen is een kunstmatig gevolg van de manier waarop fondsen zijn ontworpen. De huidige intrinsieke waarde van een fonds weerspiegelt de waarde van alle onderliggende aandelen, plus de contante component die is aangegroeid uit dividenden. Het is dus een combinatie van effecten en contanten. Aangezien nieuwe aandelen altijd worden gecreëerd tegen de intrinsieke waarde, betalen nieuwe aandeelhouders dezelfde prijs als de bestaande aandeelhouders, maar kan de samenstelling van dat mandje verschillen naargelang de procedures van de fondsaanbieder.
Sommige providers, zoals Rydex, vereisen dat een component van het creatiemandje als contanten opzij wordt gezet om het dividend te 'prefinancieren'. Toen de uitstaande aandelen in het Rydex S&P 500 Equal Weight (RSP) in december met 20 procent stegen, steeg dus ook de contante component van het fonds, waardoor een verwatering van het dividend werd voorkomen. De meeste providers, waaronder WisdomTree, iShares en Vanguard, vereisen deze prefinanciering niet. Daarom zal het creatiemandje dichter bij de werkelijke index liggen, die geen contanten omvat.
Het dividend kopen
Hoewel het misschien een goed idee lijkt om een fonds net voor de ex-datum te kopen, om zo een extra dividend te verdienen, klopt dit in werkelijkheid niet. Zoals we hierboven net hebben besproken, zal de intrinsieke waarde van het fonds dalen. De winst die u boekt door de ontvangst van een extra dividend zal dus worden gecompenseerd door een daling in de intrinsieke waarde, tenminste in een efficiënte markt. Als de belegging op een belastbare rekening wordt gehouden, bent u belasting verschuldigd over het dividend.
Om het nog erger te maken, is het dividend in ons scenario 'niet gekwalificeerd', wat betekent dat het zal worden belast tegen hogere gewone tarieven van de inkomstenbelasting. Om in aanmerking te komen voor het lagere belastingtarief van 5 of 15 procent, moet de belegging meer dan 60 dagen worden aangehouden tijdens de periode van 121 dagen die 60 dagen vóór de ex-dividenddatum start. Dit is waarschijnlijk geen groot probleem voor een ETF met een gemiddeld dividendrendement, maar het is zinvol om het uitkeringsschema van een fonds te controleren alvorens u een hoog-dividendfonds koopt.
Het is minder waarschijnlijk dat een dividend verwatert in fondsen met een groot beheerd vermogen, waar de kapitaalstromen een kleiner percentage van het vermogen vertegenwoordigen. Beleggers die rekenen op een bepaald niveau van dividend kunnen de uitkering van een lager dividend altijd compenseren door aandelen te verkopen. Omdat hiervoor transactiekosten in rekening worden gebracht, kunnen beleggers overwegen om over te schakelen naar een makelaarsplatform waar bepaalde ETFs tegen lage kosten of zelfs zonder kosten kunnen worden verhandeld.
Een eerdere versie van dit artikel werd op 2 maart 2011 gepubliceerd.