Het nieuwe jaar is begonnen, vol met goede voornemens. In die sfeer start Morningstar een reeks artikelen om beleggers meer bewust te maken van fouten die ieder van hen kan maken en hoe deze te vermijden. In deze reeks nemen we een introductietour door het ontluikende domein van de gedragseconomie en bekijken we wat steeds meer onderzoeken te zeggen hebben over frequente beleggingsfouten.
Om deze reeks licht verteerbaar te maken, serveren we deze beknopte wekelijkse stukjes met links naar de langere, meer gedetailleerde onderzoeksartikelen voor de belangstellenden. In onze eerste aflevering geven we een korte introductie in de gedragseconomie en leggen we de basis voor de rest van onze discussie in de volgende weken. Laten we maar meteen van wal steken.
Het kruispunt van gedragsvoorkeuren en ETPs
De afgelopen jaren leverde een toenemende belangstelling ETPs (exchange traded prodcuts) een plaats op in menig beleggersportefeuille, terwijl actief beheerde beleggingen uit de gunst beginnen te raken. Beleggers die teleurgesteld zijn in actieve beheerders richten zich vaker op de groeiende passieve beleggingen of op ‘het kopen van de markt’. Pogingen om de markt te verslaan verliezen aan populariteit. Met die gunstige wind in de rug hebben ETPs een enorme groei doorgemaakt als uitverkoren passieve beleggingsvehikel, grotendeels vanwege tastbare voordelen als lage kosten, transparantie en liquiditeit. Dit trio van voordelen heeft de passieve belegger wat te bieden, maar ETPs hebben meer te bieden dan zakgeld.
Door een laag van actief beheer te verwijderen, maken beleggers in hun portefeuilles de invloed van cognitieve vertekening ongedaan die aan actief beheer is verbonden. Ik zeg dit niet om de sector van actief beheerde fondsen omlaag te halen. Cognitieve vertekening is onlosmakelijk met de menselijke aard verbonden en kan niet geëlimineerd worden. Een deel van de belangstelling voor passief beleggen is te danken aan de wens om systematisch de blootstelling van een belegger aan cognitieve vertekening te verminderen.
Let wel, ik zei ‘verminderen’. Zodra een belegger zijn eigen beleggingsportefeuille samenstelt, wordt hij of zij in feite zijn eigen actieve beheerder en net als ieder ander blootgesteld aan cognitieve vertekening. Als u zich bewust bent van uw potentiële vooringenomenheid als portefeuillebeheerder, dan kunt u zich achteraf waarschijnlijk beter van het rentmeesterschap kwijten.
Inleiding in de gedragseconomie
De gedragseconomie bevindt zich op het kruispunt van economie en psychologie. Beoefenaars van deze groeiende tak van de wetenschap hebben veel lof ontvangen voor hun verontrustende ontdekkingen, die verschillende onderliggende hypothesen van de neoklassieke economische denkwereld verguisden. Eén van deze wijd verbreide hypothesen is de theorie van het verwachte nut. Volgens deze theorie maken individuele actoren (u en ik) rationele keuzes wanneer ze met onzekere of riskante uitkomsten worden geconfronteerd. Rationele keuzes worden eenvoudigweg gedefinieerd als het product van de beloning met de waarschijnlijkheid van de uitkomst. Eenvoudig, toch?
Stel, ik geef u twee keuzes: Optie A is dat u 50 procent kans heeft om EUR 1.000 te winnen en optie B is dat u 25 procent kans heeft om EUR 2.000 te winnen. Een rationele persoon zou geen voorkeur hebben voor één van beide scenario’s, omdat de verwachte beloning in beide gevallen op hetzelfde neerkomt, EUR 500 (0,50 x EUR 1.000 = 0,5 x EUR 2.000 = EUR500). Maar gedragseconomen hebben deze theorie van het verwachte nut onderzocht en aangetoond dat deze niet altijd klopt.
Laten we kijken naar een vergelijkbaar scenario: Optie A geeft u een kans van 50 procent om EUR 1.000 te verdienen (verwachte beloning EUR 500, zoals eerder) en optie B geeft u met absolute zekerheid EUR 450. De rationele persoon moet altijd optie A kiezen. Zoals de meesten onder u, zou ik de voorkeur geven aan optie B, ondanks de lagere verwachte beloning. Dit is één van de eerste interessante verschijnselen die gedragseconomen ontdekten en ligt aan de basis van het revolutionaire en vaak geciteerde werk van Daniel Kahneman en Amos Tversky, getiteld: 'Prospect Theory'.
Naar aanleiding van dit en andere vergelijkbare onderzoeken, stellen gedragseconomen dat mensen niet altijd rationeel gedrag vertonen wanneer zij worden geconfronteerd met onzekere toekomstige beloningen. Omdat ‘onzekere toekomstige beloningen’ onlosmakelijk met ‘beleggen’ zijn verbonden, is er geen hogere wiskunde voor nodig om te begrijpen waarom een praktische kennis van deze materie voor beleggers zeer relevant en nuttig is. Wij vinden het dus onze taak om de komende weken een aantal voorbeelden eens grondiger te bekijken, in de hoop dat we er iets van leren en deze cognitieve valstrikken kunnen vermijden.
Dit was een korte inleiding. Wij hopen uw belangstelling te hebben gewekt. Volgende keer kijken we wat gedetailleerder naar de Prospect Theory om te zien we hoe we deze kunnen inzetten om in 2012 betere beleggers worden.