2012: Achterdocht, wantrouwen...vertrouwen?

MORNINGSTARS SELECTIE - Het ziet ernaar uit dat 2012 het scharnierjaar wordt in de economische en financiële crisis die de ontwikkelde landen op dit ogenblik treft.

Thierry Deheuvels, 01 februari, 2012 | 15:46
Facebook Twitter LinkedIn

Van tijd tot tijd selecteert Morningstar opinies, onderzoek en analyses van externe partijen onder de kop 'Voor u geselecteerd'. Deze artikelen helpen beleggers betere beleggingsbeslissingen te maken. In dit artikel gaat Thierry Deheuvels, plaatsvervangend algemeen directeur en directeur beleggingen bij Oddo Asset Management, in op vier keerpunten die leiden tot een verandering van de economische en financiële vooruitzichten wereldwijd.

Het huidige sentiment in de markt wordt gedomineerd door onzekerheid over belangrijke kwesties zoals de oplossing voor de schuldencrisis in de eurozone, de duurzaamheid van de Amerikaanse groei en het vermogen van de opkomende economieën om onafhankelijk van de ontwikkelde zone te functioneren.

De invloed van het politiek leiderschap
De politieke leiders waren grotendeels verantwoordelijk voor de inzinking in risicodragende activa in 2011, in het bijzonder in de eurozone. Strategen en beleggers hebben onderschat hoe snel de situatie verergerde, omdat zij te veel hebben vertrouwd op het vermogen van de regeringsleiders om de problemen aan te pakken en om dat te doen op een manier die was afgestemd op de reactiesnelheid van de markt. Maar het inefficiënte optreden van de regeringen, dat al tot uiting kwam in de aanpak van de buitensporige Griekse schuldenberg, dwong de ECB er feitelijk toe om veel te lang vast te houden aan een conventioneel monetair beleid. De bank voerde zelfs in juli een renteverhoging door.

In de Verenigde Staten was sprake van een vergelijkbare situatie. Hier slaagde het Congres er niet in overeenstemming te bereiken over een schuldenplafond en was een waarlijk psychodrama nodig voordat dit uiteindelijk kon worden opgetrokken - een ontwikkeling waardoor de ratingbureaus ertoe overgingen de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten te verlagen. Dat leidde tot een uitverkoop op de markten, die versterkt werd door hoge handelsvolumes.

Een rationeel ingesteld persoon zou kunnen concluderen dat 2012 van start is gegaan met zoveel pessimisme, achterdocht en zelfs afkeer dat de markten reeds de allerzwartste scenario’s hebben ingecalculeerd en verrassingen voortaan enkel nog maar positief kunnen zijn. En toch, als 2011 ons iets geleerd heeft, dan is het wel dat het raadzaam is met beleid op te treden wanneer politieke leiders oplossingen moeten vinden. Het is lastig om economische voorspellingen te doen, maar welhaast onmogelijk om een voorspelling te doen over politieke beslissingen.

Botsende ideeën en de schuldenmuur
Op dit ogenblik is er een zeer levendig debat gaande tussen de aanhangers van de Oostenrijkse School en de keynesianen of neokeynesianen. De eersten denken dat er geen lusten zijn zonder lasten, hoe onaangenaam dit ook mag wezen: het verhelpen van onze evenwichtheden brengt onvermijdelijk problemen met zich mee, wil de economie weer gezonde fundamenten krijgen en opnieuw gaan groeien. De schulden moeten worden gesaneerd. Hoe dan ook is er echt geen alternatief, aangezien de regeringen niet nog meer schulden op zich kunnen nemen.

Volgens de Keynesianen moeten de regeringen de economie in tijden van vertraging ondersteunen en stimuleren. Zij moeten er echter ook voor zorgen dat zij overschotten opbouwen in tijden van economische groei. Het probleem is dat de overheden gedurende bijna 40 jaar tekorten in stand hebben gehouden, zelfs in tijden van stevige economische groei. Erger nog, massale stimuleringsprogramma’s hebben vanaf 2007 geleid tot een overmatige schuldenopbouw, en in vele landen, ook in de eurozone, is er geen teken van een trendommekeer.

Wij kunnen voor gezinnen het maximumniveau van de schuldenmuur en de gevolgen ervan inschatten – zoals in de Verenigde Staten in 2007 –, maar voor regeringen is dat lastiger. De reden daarvoor is dat landen schulden kunnen blijven aangaan zolang hun schuldeisers vertrouwen blijven hebben. Dat heeft tot de paradoxale situatie geleid dat de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk erin geslaagd zijn de schuldenmuur terug te dringen, ook al kennen zij hogere schuldenniveaus dan de landen van de eurozone.

De Verenigde Staten hebben dat gedaan door groei, het Verenigd Koninkrijk heeft zijn munt opgeofferd en banken genationaliseerd en Japan heeft simpelweg het binnenlandse privéspaargeld geabsorbeerd. De eurozone beschikt over geen van die opties, aangezien zij geen groei kent, haar schulden niet kan monetiseren ten koste van haar munt en geen gewillige binnenlandse kredietverschaffers heeft die middelen kunnen verschaffen. De eurozone kent geen eenheid, integendeel: zij is het resultaat van een samenvoeging van heel verschillende economieën met onvoldoende bestuurskracht.

Hierdoor wordt het probleem politiek, en de enige oplossing is herstel van het vertrouwen; weliswaar kan een regering niet optreden zoals de Keynesianen dat graag zouden zien, maar andere economische actoren zijn hiertoe wel in staat. Hier komt het neokeynesianisme in beeld.

Het vertrouwen in de eurozone opnieuw opbouwen
Wanneer de regeringen de economie niet kunnen stimuleren omdat zij te veel schulden lijken mee te torsen, dan is het aan de andere economische actoren om in te springen (al zullen aanhangers van de Oostenrijkse School dit natuurlijk bestrijden). Maar ook al hebben de gezinnen een lage schuldgraad en zijn de bedrijven financieel gezond, toch worden zij geconfronteerd met de besparingsdrang van de overheden en het optreden van de toezichthouders. Om de tekorten te verminderen komen de regeringen in de verleiding de belastingen te verhogen en te besparen op uitgaven. Dat tast het vertrouwen van de gezinnen en de koopkracht aan, waardoor de consumenten worden getroffen.

In een poging een nieuwe financiële crisis af te wenden leggen de toezichthouders ondertussen prudentiële regels op aan de financiële sector en dringen zij zelfs aan op een snelle invoering ervan. Onvermijdelijk wordt hierdoor minder geleend geld naar de economie en derhalve naar het bedrijfsleven gesluisd. Bezorgdheid omtrent de vertragende bestedingen en een voorzichtige houding ten aanzien van lenen – omwille van de financieringsrisico’s – zetten de bedrijven ertoe aan om hun kosten te reduceren en investeringen uit te stellen. Dat alles resulteert in een recessiespiraal met als mogelijk gevolg dat de overheidsschuldencrisis nog verergert.

Vanuit neokeynesiaans oogpunt moet die spiraal worden doorbroken, hetgeen noodzakelijkerwijs politieke beslissingen impliceert. Op korte termijn is optreden van de centrale banken vereist om de verwoestende gevolgen van deflatie en de liquiditeitsval te voorkomen.

Op de langere termijn moeten zij duidelijke politieke en budgettaire beleidslijnen en structurele maatregelen invoeren om de politieke actoren die groei kunnen genereren te ondersteunen en te stimuleren. De mensen moeten worden aangemoedigd hun spaargeld productief aan te wenden in plaats van nog meer te gaan sparen. De banken moeten voldoende liquiditeit ter beschikking hebben en worden overhaald om aan de privé- en publieke sector te lenen in plaats van cash in bewaring te geven bij de centrale banken. De bedrijven moeten worden gestimuleerd en geholpen om te investeren en werkgelegenheid te creëren.

Tot dusverre zijn onze politieke leiders te weinig en te laat tot actie overgegaan, ook al zijn de recente politieke beslissingen een stap in de goede richting. In plaats van zich uitsluitend en eenzijdig te concentreren op behoud van rijkdom zouden de beleggers bereid moeten zijn om aandelen op te pikken die tegen irrationele waarderingen noteren. Maar dat zal afhankelijk zijn van onze politieke leiders die het vertrouwen zullen moeten herstellen, en niet met woorden maar met daden. En zij zullen snel tot actie moeten overgaan.


Thierry Deheuvels schreef eerder in deze rubriek Pragmatisme. Vier omslagpunten die de vooruitzichten voor beleggers veranderen.


Disclaimer - Deze rubriek bevat artikelen geschreven door externe partijen. Meningen en visies in deze artikelen zijn die van de externe partij en niet van Morningstar. Morningstar is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de inhoud.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

 

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten