Door de toenemende populariteit van ETFs en passieve beleggingsproducten in het algemeen, speculeerden veel waarnemers uit de sector over de ondergang van actief portefeuillebeheer. Ik zou echter willen stellen dat actief beheer in werkelijkheid nog altijd even populair is.
In plaats van het actieve beheer uit te besteden, nemen veel beleggers het heft in eigen handen. Het gebruik van producten als ETFs om een onderwogen of overwogen positie in bepaalde marktsegmenten te nemen (bèta) om te trachten een relatieve outperformance te verwezenlijken (alfa) is tegenwoordig een van de meer uitgesproken tendensen binnen de sector.
Hoewel de producten zelf passief worden beheerd, worden ze door beleggers die bepaalde doelstellingen willen bereiken - of het nu gaat om inkomsten, kapitaalbehoud of zelfs een beter rendement behalen dan de markt - op een actieve manier tactisch gebruikt. Passieve beleggingen hebben de recente geldstromen in Noord-Amerika gedomineerd. Door de sterke vraag is het aandeel van de passieve activa, als percentage van het totale vermogen van de fondsensector, gestaag gestegen tot meer dan 20 procent nu, tegenover circa 2 procent in 1995 (ETFs vertegenwoordigen ongeveer de helft van de totale passieve activa).
Op het eerste gezicht lijkt het erop dat beleggers overschakelen naar passieve strategieën. En er zijn inderdaad veel beleggers die geloven in efficiënte markten en die als strategie zweren bij goedkope indexbeleggingen. Maar dat is niet het hele verhaal.
In werkelijkheid zijn ETFs instrumenten die adviseurs en beleggingsbeheerders gebruiken om actieve tactische beleggingsposities te nemen. Deze posities kunnen sterk uiteenlopen, van sectorrotatiestrategieën tot onderwogen posities in de financiële sector of een verhoogde blootstelling van een portefeuille aan opkomende markten.
Hoewel de gegevens lijken te wijzen op de ondergang van actief beheer, zie ik in werkelijkheid dat meer beleggers passieve producten actief beheren. Op een willekeurige dag vertegenwoordigen ETFs 30 tot 40 procent van het totale handelsvolume op de New York Stock Exchange. Niet echt het soort activiteit dat men zou verwachten van passieve beleggers.
De dood van het actieve beheer is sterk overdreven
Zolang er een kans op outperformance bestaat, zal actief beheer een prominente rol blijven spelen in de beleggingswereld. Menselijke eigenschappen zorgen ervoor dat actief beheer in de beleggingswereld van zijn plaats verzekerd is.
Talrijke studies hebben de rol van cognitief gedrag, of de menselijke aard, in het beleggingsselectieproces onderzocht. De universele conclusie is dat beleggers de neiging hebben om overmoedig te zijn in hun vermogen om winnende aandelen of fondsen te selecteren.
Er is een bekend voorbeeld dat deze tendens kan illustreren. Een hoogleraar die zijn studenten vraagt of ze van zichzelf vinden dat ze een slechte, gemiddelde of goede chauffeur zijn, zal erachter komen dat zo'n 90 procent van de studenten van oordeel is dat ze goede chauffeurs zijn. Statistisch gezien is dit natuurlijk onmogelijk. Ook de meeste beleggers denken dat ze 'de markt zullen verslaan', ook al zijn er in werkelijkheid slechts weinigen die hierin slagen.
Met beleggen gaat, naast een buitensporig vertrouwen, ook een element van hoop gepaard. Zo merkt Avi Nachmany, oprichter van Strategic Insight, op dat "de beleggingswereld per definitie een sector is waar hoop een belangrijke rol speelt. Iedereen hoopt de markt te verslaan, ook al zijn er weinigen die daarin slagen."
Actief of passief?Beide!
Helaas werken de debatten over actief of passief beheer – ETFs of beleggingsfondsen – doorgaans polariserend. Het is echter geen kwestie van alles of niets. Beleggers kunnen er baat bij hebben om open te staan voor verschillende standpunten.
Een productiever debat zou moeten gaan over de vraag hoe veel van uw optimale portefeuille aan actieve of passieve beleggingen zou moeten worden gewijd, of welke activaklassen over het beste potentieel voor alfa beschikken en bijgevolg benaderd moeten worden via een actief beheer.
Na de filosofische beslissing om in een bepaald marktsegment te opteren voor een actief of passief beheer, zou het debat moeten evolueren naar wat voor dat deel van uw portefeuille de beste oplossing zou zijn: een ETF of een beleggingsfonds (of een ander beleggingsinstrument).
In goed gezelschap
Een belangrijke trend die de afgelopen jaren bij institutionele beleggers werd waargenomen, wordt door velen beschreven als het 'huwelijk tussen alfa en bèta'. Meestal verwijst dit naar een beleggingsstrategie die passieve beleggingen gebruikt voor een centrale bètablootstelling, tegen de laagst mogelijke kosten. Veel professionele beleggers, die beseffen hoe moeilijk het is om alfa te genereren in grote markten met enorme handelsvolumes, richten zich via goedkope passieve beleggingen tot activaklassen zoals binnenlandse largecaps.
Met de resterende satellietposities van de portefeuille gaan veel institutionele beleggers op zoek naar kleinere, minder liquide markten door een beroep te doen op de expertise van een actieve beheerder. Actief beheer is het meest zinvol in markten waar de instelling van mening is dat ze (of de portefeuillebeheerder die ze wil aanwerven) over een extra informatievoordeel beschikt.
Beleggers zouden er goed aan doen hun vertrouwen onder controle te houden. Als u niet over een extra informatievoordeel beschikt, houd dan de kosten laag en neem een passieve marktpositie. Wijd uw tijd en inspanningen in de eerste plaats aan die delen van de markt waar alfa overvloediger aanwezig is, en de hogere kosten van een actief beheer wellicht compenseert.
Bezoek ook Morningstar's ETF Center met artikelen over ontwikkelingen op de ETF-markt en ETF-strategieën. De ETF Bibliotheek staat vol artikelen over beleggen in en met ETFs.